De Tweede Ronde. Jaargang 13
(1992)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 188]
| |
Twee gedichten
| |
Vergeet je vermoeidheidweiger toe te geven
dat je al die tijd
vergeefs
op weg bent geweest
vergeet je vermoeidheid
smoor de stem
die je oproept
tot overgave
en heet nu eens
van harte welkom
je hunker
naar terugkeer
vergeet je vermoeidheid
richt je weer op
ga weer
op mars
wijs af
dat exil
jouw thuis is
| |
oublie ta fatiguerefuse de convenir
que tu as marché
en vain
jusqu'à ce jour
oublie ta fatigue
étouffe la voix
qui t'invite
à renoncer
et sache faire
meilleur accueil
à ton besoin
du retour
oublie ta fatigue
dresse-toi
à nouveau
chemine
à nouveau
n'admets pas
que ta patrie
soit l'exil
| |
[pagina 189]
| |
[Ontvang me]ontvang me
in je eigenste
terrein
begraaf je
in mijn stilte
vind een thuis
tussen de lippen
van de wond
daar waar jij steeds
wachtende bent
waar je dagelijks
duizend keer stukgaat
aan weer die vergeefsheid
fluister de woorden
waardoor ik zal vinden
die waarnaar jij dorst
stotteren die zoekende taal
die in jou glijdt
langs parels van git
je wimpers gaan toe
je bent één met het nu
en verliest je in die verten
waar dat deel van jou
waarvoor je geen naam hebt
altijd weer
gesmeekt moet worden tot vervelens
nauwelijks hoor je
de sussende
kwetsende woorden
komt ons nog leven
| |
[Frans]accueille-moi
en ta terre
la plus secrète
enfouis-toi
dans mon silence
fixe-toi
entre les lèvres
de la blessure
là où tu es
toujours en attente
où te consume
cent fois le jour
l'inévitable déception
murmure les mots
qui me feront trouver
ceux dont tu as soif
balbutier ces paroles errantes
qui sinueront en toi
parmi les pierres de la nuit
tes paupières se ferment
déjà tu épouses l'instant
et te perds en ces lointains
où cette part de toi
que tu ne peux nommer
est toujours
à implorer et se morfondre
à peine si tu entends
les mots qui t'apaisent
et te meurtrissent
quand vivrons-nous
| |
[pagina 190]
| |
[Nederlands]komt ons nog
verzadiging
komt er een eind
aan de klim langs paden
die nimmer leiden
naar waar het ons hunkert
zo vaak
het moment indenkend
dat onze lippen neigen zouden
naar de bron
wat wrokkend in jou
naar verlossing snakt
stijgt op naar het licht
en in gewaagde woorden
vloeit jouw klagen uit
met mijn stem
| |
[Frans]quand trouverons-nous
à nous assouvir
quand cesserons-nous
d'arpenter ces routes
qui ne mènent jamais
là où nous brûlons d'aller
si souvent
à imaginer la seconde
où nos lèvres s'offriraient
à la source
ce qui maugréait
dans tes limbes
monte à la lumière
et à mots hasardés
ta plainte s'épanche
par ma voix
|
|