| |
| |
| |
Puzzel
Henk Breuker (Vertaling A. Bolweg)
‘Kom binnen,’ zei hij.
Hij legde zijn handen op haar schouders en voelde dat ze klam was van het zweet, onder haar dunne jurk. Uit de donkere vlekken bij haar oksels steeg een scherpe geur op van vermoeidheid. Hij zou haar om haar middel hebben willen pakken. Niet doen. Hij moest voorzichtig zijn met dat lange, gespannen, nog maar juist gearriveerde lichaam.
‘Goeie reis gehad?’
‘Ach, je weet het.. niets dan bochten, kilometers achter elkaar..’
‘Geef me je koffer. Doe of je thuis bent. Gebruik alles zoals je hartje ingeeft..’ Dacht hij lijf, toen hij hart zei? ‘Blijf niet in de gang staan..’
Ze kwam binnen, nog niet helemaal op haar gemak. De vallende avond had de kamer al in blauwe tinten gehuld. Ze keek om zich heen. Hij deed de schemerlamp aan.
‘Dat is lang geleden hè?’ zei hij.
‘Zes maanden en vijf dagen..’
Het verraste hem dat zij dit zo precies wist. Ze had de kalender beter bijgehouden dan hij.
‘Ga zitten. Het bed is verschoond. De lakens komen net uit de was. Ik ga wel op de bank in de gang slapen, die ligt goed.’
Ze bleef staan, haar blik gericht op de foto. Het was er een van haarzelf, zittend, haar armen gevouwen om haar naaktheid. Van haar gebogen hoofd stroomde haar haar tot over haar knieën. De koele geometrie van armen en benen verborg ook de rest van haar lichaam. De lens scheen alleen aandacht te hebben gehad voor de schoonheid van het lijnenspel. Maar waar de molligheid van haar dij iets werd samengedrukt was duidelijk de scherpe curve van de bil te zien, en een van opzij geworpen steelse blik had nog iets van het schaamhaar kunnen ontwaren dat warmte gaf aan het naakt.
‘Hé, dat ben ik,’ zei ze. ‘Leuk..’
‘Ja, bij het raam, vorig jaar herfst. Ik laat het bad voor je vollopen.’
‘Nee, alsjeblieft. Doe geen moeite..’
‘Waarom niet? Daar knap je van op. Wat zal ik voor je te eten maken?’
| |
| |
‘Niets, echt niets.’
Haar stem klonk opeens zeer beslist, bijna onaangenaam. ‘Ik ben weer aangekomen.’
Haar gewicht. Nog altijd die afkeer van haar eigen lichaam.
‘We zien wel. Ik heb een kilo sinaasappels voor je uitgeperst. Er staat een kan vol naast je hoofdeinde. Met ijsblokjes. Ik ga even naar de keuken, iets klaarmaken.’
‘Niet voor mij, hoor.’
‘Voor mij alleen dan. Jij houdt me gezelschap. Maar drink eerst wat en ga even liggen tot ik klaar ben.’
Hij liep naar de keuken en begon de champignons schoon te maken. Zij was er weer. Het appartement was doortrokken van haar sensuele aanwezigheid en hij hoorde geen enkel geluid. Niets, behalve de spetterende olie in de pan. Als.. In de badkamer plensde het water plotseling hard in het bad dat met veel lawaai begon vol te lopen. Er kwam een glimlach op zijn gezicht.
‘Doe er douche-gel in. Dat is heerlijk. Je krijgt een hele berg schuim, net een donzen dekbed. Ik laat me er altijd helemaal onder glijden, niemand die me ziet of hoort, lekker in de warmte.’
Zolang zij maar denkt dat ze geen lichaam meer heeft, één is met het water..
Hij wierp een blik in de gang. De koffer stond er nog, op de bank. Hij hoorde haar in het water plassen.
‘Zal ik je koffer even aangeven? Dan kun je meteen je nachthemd aantrekken. Mijn badjas hangt aan de deur en ik heb mijn pantoffels klaargezet. Ze staan naast de wastafel.’
‘Je bent lief.’
Vier natte vingers kwamen plotseling te voorschijn, om de rand van de deur die op een kier stond. Ze pakte de koffer aan. Wat gek, zei hij nog eens in zichzelf, dat ze er weer is. Ze ligt in mijn bad te dobberen met dat lange soepele lichaam van haar.
Hij zette het gas lager, nam een mes en begon de bacon te snijden. Hij was geen bijzondere kok. Gebakken eieren met spek en gefruite champignons..
Hij hoorde het geluid van een lichaam dat uit het water omhoog kwam. Stelde zich voor hoe ze daar druipend stond. Hij dekte de tafel, zijn oren gespitst. Misschien zou ze toch een korstje brood in het eigeel willen dopen? Het was nu helemaal donker. Buiten, op straat, waren de lantaarns hun nachtwake begonnen.
| |
| |
‘En? Voel je je niet als nieuw?’
Ze stond daar opeens in haar lange lichtblauwe jersey nachthemd, waarop onder de hals de zwarte kat was geborduurd die hij zich nog herinnerde. Een beetje te warm voor hier. Maar de nachten zijn koud waar zij woont, in de bergen. De stof die vanaf haar borst recht omlaag viel, bleef als een koker om haar heen staan. Ze toonde geen enkele emotie, terwijl vorige herfst.. Het maakte hem gelukkig haar voeten in zijn veel te grote pantoffels te zien en te merken dat ze naar badschuim rook. Hij zette het gas hoger, brak de eieren op de scherpe rand van de braadpan. Vier..
‘Vier? Ik doe niet mee, heb ik gezegd..’
Ze was aan tafel gaan zitten, op de plaats waar voor haar gedekt was, en keek met een afwezige blik naar de bloemen.
‘Mooie bloemen heb je..’
‘Verse. Speciaal om je welkom te heten.’
Hij liet de hele inhoud van de pan op zijn eigen bord glijden. De vier gele bolletjes trilden, liepen niet uit. Perfect. ‘Zie je wel, ik neem alles.’
Ze streek liefkozend met haar vingers langs een van de bloemen. Ze had zorgvuldig gevijlde, lange nagels, mooi parelmoer gelakt. Plotseling verlangde hij heftig naar haar.
‘Ik was bijna halverwege omgekeerd.’
‘Waarom?’ zei hij, met voorgewende onverschilligheid.
‘Bang, je weet wel. Misschien heb ik het alleen niet gedaan omdat de weg zo smal was. Dan moet je heel omslachtig keren en risico's nemen; er was aardig wat verkeer. Hoe dan ook,’ zei ze kordaat, terwijl haar gezicht opeens oplichtte door haar mooie glimlach. ‘Ik ben er..’
Was dat zo? Met samengeknepen maag prikte hij een korst brood in een dooier. Hij deed alsof hij op zijn eten aanviel.
‘Je kunt goed koken.’
‘Vind je? Dit is mijn hele repertoire: eieren in diverse vermommingen. Wijn? Echt niet meer dan een half glaasje?’
‘Ik denk dat ik maar naar bed ga.’
‘Morgen wandelen we naar het strand. Dat is in dit seizoen nog mooi. De toeristen komen pas over een maand. Kun je lekker met je blote voeten door het heldere water lopen. Daar hou je toch zo van?’
‘Ja, ik zou in het water kunnen leven. Ik voel me pas lekker als ik helemaal ondergedompeld ben. Ik had beter als vis geboren kunnen worden. Goed, ik ga naar bed.’
Ze aarzelde even. Toen bukte ze zich. Met spitse lippen streek ze
| |
| |
vluchtig langs zijn mond, een lichte vochtigheid erop achterlatend. ‘Slaap lekker.’
De schemerlamp was nog aan. Ze schoof de zware donkerbruine gordijnen dicht, liet zich omsluiten door de intimiteit van een man. Met het ronken van de motor nog als twee dikke bromvliegen in haar oren keek ze naar de zwijgende voorwerpen. Het klokje naast het bed wees elf uur aan. Hij was een goed mens, die man daar in de keuken, aan het eind van de gang. Met geen woord had hij het nog niet geheelde litteken aangeraakt. Door het te negeren had hij het gesloten.
Angst bekroop haar, gevolgd door een plotselinge aanval van nervositeit. Ze had haar medicijntasje al gepakt, trok de ritssluiting open. Op de tast haalde ze de normale kalmerende dosis eruit, plus drie extra tabletten. Stak ze snel achter elkaar in haar mond, als een graantjes pikkende kip. Geroutineerd beet ze een vierde tablet doormidden. De helft was genoeg, ze waren sterk.. Ze schonk een glas sinaasappelsap in, dronk het leeg.
Het licht van de schemerlamp viel over het brede bed. Ze rolde de donkerblauwe sprei op en legde hem over een stoel. Aan het andere eind van de gang bleef een zwak licht onder de gesloten keukendeur door schijnen. Ze deed haar deur dicht. Maar de rechthoek van het matglazen raam in de deur liet nog een baan fonkelende lichtjes door. Toen ze zich omdraaide, zag ze weer het strakke laken, als de bladzijde van een boek. Eenzaamheid stond erop te lezen. De eenzaamheid van een man. Ze sloeg het bed open. Het eveneens blauwe, schone onderlaken rook nog naar de wasserij. Ze drukte met haar handpalm op dat grote vlak. Het was stevig, zonder een enkel vouwtje, royaal en uitnodigend. Toen trok ze met een plotseling gebaar haar nachthemd tot haar navel omhoog, alsof ze het diepe blauw, en hem, daar in de keuken, haar ontroering moest tonen. Toen ze de verlokkende koelte langs haar buik voelde strijken, trok ze het hemd met een ruk helemaal over haar hoofd, maar boog zich, bekeken door de schemerlamp, onmiddellijk voorover.
Ze deed het licht uit en gleed onder het laken. Het was zacht. Het omsloot haar dijen, drong zich ertussen. Ze spreidde haar benen, genoot van het stevige satijnige oppervlak dat maar licht meegaf onder haar gewicht, de vorm van haar lichaam er in reliëf indrukkend. Ook haar rug, billen en hielen vonden hun verwelkomende holte. Het verende, dikke en harde matras was door het strakgetrokken laken omgeven als door een huid, zoals hij het graag had. Hij had haar op een keer ver- | |
| |
teld: ik streel het wel eens, als ik alleen ben, en dan voel ik de huid van je stevige lichaam. Dan duw ik mijn vingers erin en is het jouw buik waar ze een beetje in wegzakken. Dat is heerlijk.
Haar tepels werden hard. Ik haat mijn lichaam, dacht ze, maar daar trekt het zich niets van aan. Het functioneert gewoon door, het komt zelf aan zijn trekken, het houdt van zichzelf. Ze staarde in het duister.
De man was aan het einde van de korte gang. Ja, het werkt buiten mij om. Tussen haar benen was het vochtig. Vreemd.. Met een vinger lokaliseerde zij van beneden naar boven die autonoom werkende bron die haar zacht en glibberig maakte. Wat ben ik gemeen.. Hij verlangt vast en zeker ook naar mij, terwijl hij daar de afwas staat te doen.
Gerinkel van borden. Slapen nu.. misschien; ze had sterke pillen ingenomen. Ze trok haar benen op, met haar handen samengevouwen tussen haar knieën, op veilige afstand van die stille vochtigheid. De nervositeit was verdwenen. Haar lichaam was weer zacht en glad, zonder zweet, en omgeven door een sensueel gevoel van welbehagen. Het werd opeens helemaal donker. Hij moest het licht hebben uitgedaan.
Onverwacht lichtte de matglazen rechthoek op, om direct weer te verdwijnen. In de badkamer liep water. Zij spitste haar oren, werd helderziend. Zij zag het schuim in het bad omhoogkomen. Zag hoe hij zich eronder liet glijden. Terwijl zij haar handen stijf tussen haar knieën geklemd hield, schoof zij die knisterende schuimmassa uiteen. Dat mooie mannenlichaam, zonder borsten, helemaal plat, een volmaakte vlakheid, net als het bed. Behalve dan..
Nee. Slapen nu.
De badkuip begon het water soepel klokkend door te slikken, rustig, langzaam, en stopte met een kort borrelend geluid. Geklater weerklonk. Een paar seconden veegde een douchestraal over het emaille. Opnieuw tekende de matglazen rechthoek zich in het donker af, fel verlicht deze keer. Hij had de ganglamp aangedaan. Zijn silhouet bewoog, door het matglas verbrokkeld, en naakt natuurlijk. Hij sliep altijd zonder iets aan. ‘Ik heb mijn huid als pyama, daar hoef ik geen knopen aan te zetten..’ Plotseling verdween de rechthoek, werd het weer volslagen donker. Hij had voortgemaakt om haar niet te veel te hinderen met het licht.
Geen enkel geluid meer. Hij zou wel op de bank liggen. Ja, hij was goed. Heel veilig. Grappig, dacht ze: ik begin mijn lichaam bijna sympathiek te vinden nu het onzichtbaar is. Of zou het komen door de weldadige warmte waarin het hier is gewikkeld?
| |
| |
‘Lig je daar goed?’ zei ze.
‘Gaat wel. Kon beter.’
Natuurlijk. Het was absurd. Het klokje naast haar oor verjoeg de seconden met een discreet tik-tak.
Haar tepels werden weer hard. Nee, ik zeg niets. Blijf stil. Maar in het donker klonk haar stem:
‘Je moet komen.’
‘Vind je?’
Ze wachtte even voordat ze antwoordde. Toen, terwijl ze zich op haar rug uitstrekte, zei ze:
‘Kom.’
Bijna onmiddellijk ging de deur open. Plotseling was er weer een baan licht. Zijn beeld was zo kort zichtbaar dat het direct in zichzelf oploste. Maar, hoe snel ook, het was geen gezichtsbedrog geweest. Handen tastten al over het voeteneinde, op zoek naar de lege plek links van haar, zijn plek. Hij gleed al naast haar, helemaal fris van het bad. Zij voelde zijn heup, de harde zijkant van zijn lichaam. Ongevraagd schoof hij zijn arm onder haar frêle hals door en pakte haar stevig vast bij haar elleboog. Terwijl hij dit deed legde hij zijn gesloten hand in haar lies.
‘Waar is je nachthemd?’
‘Op de grond. Ik had het warm. Ik zweette.’
‘Oh..’
‘Of nee. Eigenlijk wilde ik zonder iets aan op je mooie strakke matras liggen. Het geeft een heerlijk gevoel.’
Ze hoorde hem rustig ademhalen, zijn aanwezigheid was alleen merkbaar door zijn arm die haar omvat hield, en doordat hij met zijn zij, zijn heup tegen haar aan lag, zijn gesloten hand in haar lies. Onbeweeglijk. Ik word kletsnat, dacht ze. ‘Dit is beter, hè? In je eigen bed.’
‘En vooral omdat jij op de andere helft ligt.’ Hij deed zijn hand open, raakte met zijn vingers de buitenste haartjes aan. ‘Vreemd dat ik zo vredig ben, terwijl er een naakte vrouw naast me ligt. Daar verbaas ik me elke keer weer over.’
‘Heb je veel vrouwen gehad?’
‘Weinig. Elke keer kan evengoed drie of vier zijn, of zelfs honderd keer met dezelfde.’
‘Met mij was het tweeënveertig keer.’
Weer werd hij verrast door de precisie, terwijl hij zich vreemd genoeg herinnerde dat hij jaren geleden zelf een wat bizarre optelsom had ge- | |
| |
maakt. Het was op een nacht, kort voor zijn scheiding. Na de liefde was hij klaarwakker gebleven, alsof hij los in de ruimte hing. Daar had hij liggen uitrekenen dat van dertig jaar samenleven niet meer dan zes uur onafgebroken orgasme uiteindelijk het bestaan van dat paar had gerechtvaardigd. Het mysterie van het vlees..
- Tweeënveertig? Het lijkt mij één enkele keer. Ja, je lichaam is telkens anders..
Zij bracht haar arm, waarvan hij de elleboog nog steeds vasthield, weer omhoog en begon met de zachte binnenkant van haar hand zijn harde bovenlichaam te verkennen, zijn vlakke buik, totdat ze tegen zijn stijve geslacht stootte. Ze pakte het vast. Er voer een trilling door hem heen.
‘Hoor eens..’
‘Ik luister..’
‘Wat voel je als je in me bent?’
‘Wat een vraag..’ Hij leek overrompeld, of geshockeerd.
‘Zeg het. Ik wil het weten.’
Weer die besliste, bijna onaangename toon. Ook al kon hij haar niet zien, toch wist hij hoe ze keek, als een koppig klein meisje met een samengeknepen mond. ‘Leg het me uit, ik wil precies weten wat voor uitwerking mijn lichaam op je heeft. Je ziet er zo intens tevreden uit. Misschien zal ik dan een beetje van mijzelf kunnen houden.’
‘Ik zal alleen maar onzin uitkramen.’
‘Doe het toch maar.’
Ze lagen onbeweeglijk naast elkaar, in het aardedonker van een sarcofaag. ‘Het is niet onder woorden te brengen. Het is alsof je langzaam op een fantastische manier wegglijdt tot in onheuglijke tijden. Het is het grootste mysterie dat ik ken..’ Er voer weer een trilling door hem heen. Zachtjes omsloot zij met haar tot een koker gevouwen hand zijn lid. ‘Vreemd dat je dat zegt. Ik zie alleen maar de concrete daad. Het stoten. Ik voel dat je het steeds wilder, overweldigender doet, en dan het terugtrekken..’
‘Om weer te kunnen terugkomen. Weer dat geluk te voelen.’
‘Daarom is het dus hè, dat je zo moet kreunen..’
‘Het is geluk en wanhoop tegelijk, je bent verloren in een soort leegte. Hoe kan ik het beter zeggen? Ik ben je vergeten door mezelf te vergeten.
‘Is dat het moment dat je het uitschreeuwt?’
‘Ja. Maar het is ook het signaal van de nederlaag. Vandaar dat wanhoopsgevoel..’
| |
| |
Haar ogen staarden naar het donkere plafond. ‘En is het de mislukking waard, die seconde?’
‘Ja. Voor honderd procent.’
‘Dat moet mooi zijn. Ik zou zoals jij willen zijn, een man.’
‘Vrouwen ervaren die dingen toch ook, nog sterker, veel sterker. Soms verliezen ze het bewustzijn van genot. Jullie kennen die nederlaag niet..’
‘Waarom zeg je dat tegen me? O, ik haat mezelf!’ Ze schreeuwde het bijna uit.
‘Om te zorgen dat je minder kritisch wordt. Om je terug te geven aan jezelf. Je bent mooi, van top tot teen begeerlijk. Je lichaam hongert naar liefkozingen en je laat het honger lijden. Is het goed als ik..?’
‘Ja.’
Hij liet haar elleboog los en begon op zijn beurt de steeds nieuwe vreemdheid van die welvingen te verkennen die hij als een beeldhouwer vorm leek te geven. Eerst de borsten die zij afschuwelijk vond, te groot, waarbij ze haar oordeel baseerde op de naakten van Giacometti. Haar buik was stevig, gespierd, de buik van een geoefend zwemster. Even hield hij stil bij de ruwbehaarde zachte ronding van de schaamstreek, om dan de binnenkant van haar linker dij te volgen tot aan haar knie. ‘Buig je been eens,’ zei hij. Alles aan jou is heerlijk, je voeten ook. Je bent volmaakt van je voorhoofd tot je tenen.’
Ze leek na te denken.
‘Laten we aannemen.. Laten we aannemen dat dit gevoel van geluk het gevolg is van een simpele wrijving van slijmvlies tegen slijmvlies, en dat je, volgens mij, door je verbeelding wordt meegesleept. Wat je vingers nu strelen is niets anders dan opperhuid.’
‘Hou jezelf niet voor de gek. Het is een.. een mysterie. In elk geval voor de man. Door jou voel ik me eindelijk compleet.’
Een lang moment werd de stilte gemarkeerd door het klokje. Hij had haar rechterhand weer gepakt en hield die stevig in haar lies gedrukt, dichtbij de bron. ‘Heb je wel eens een puzzel gelegd,’ zei hij. ‘Ik bedoel een van die reuzepuzzels van twee- of driehonderd stukjes?’
‘Nee. Hoezo?’
‘Dat weet ik niet precies meer. De gedachte kwam net bij me op. Als die puzzels een schilderij van een groot kunstenaar voorstellen, zijn ze fascinerend om te leggen. Dan zie je dat schilderij stukje voor stukje, als door een loep. Op een dag heb ik een zelfportret van Van Gogh gelegd. Heel geleidelijk ontstond om zijn hoofd een aureool van gele, ruwe toet- | |
| |
sen, die al op de zon leken en allemaal in één richting gingen. Ik bleef koppig die beweging volgen. Op het laatst was er nog één plekje open en ik had nog één stukje over, dat logischerwijs maar één bestemming kon hebben. Maar dat stukje weigerde eenvoudig zich te laten invoegen. Ik beging de fout mij op de logica te verlaten, op de regelmaat van de gele verfstreken. Doordat ik het stukje in de richting hield die volgens mij goed was, klopte het niet met de vorm van de lege plek die moest worden gevuld. Ik bleef koppig willen dat de verftoets regelmatig was opgebracht, maar dat was hij niet. Ik heb zelfs gedacht dat er van een fabrieksfout sprake was. Zou dat kunnen? Uitgerekend met dat laatste stukje? Ik had het naast het open plekje gelegd en hield het met mijn vinger vast. Ik werd woedend. Ik zal het toen wel, per ongeluk, verdraaid hebben, want opeens schoof het op zijn plaats. Ik herinner me het wonderbaarlijke geluid dat het maakte, heel zacht en droog. Het was vanzelfsprekend, het was mooi. Ik heb het gestreeld met mijn vinger. Ik werd betoverd door de precisie in de perfectie, die vanzelfsprekendheid. En zo geeft het gevoel van jouw lichaam tegen het mijne me diezelfde sensatie.’
‘Alleen door tegen me aan te liggen?’
‘Ja, dat is perfectie. Ik voel je als mijn totale complement, precies op de plaats waar je hoort.’
‘Meen je dat?’
‘Ja.’
Ze zei niets meer. Was het het klokje? Het leek alsof hij het mechaniek in haar hoofd hoorde werken.
‘Beweeg niet,’ zei ze. ‘Blijf zo liggen..’
Haar hand gleed over zijn schouder, klampte zich eraan vast. Hij voelde een lang been dat hem omstrengelde. ‘Blijf liggen, zoals je onafgemaakte puzzel. Je bedoelt toch dat ik dat stukje ben?’
‘Dat heb je goed gezien.’
Op haar zij rollend schoof zij zijn lichaam in het hare. ‘Langzaam,’ mompelde ze. ‘Nog niet. Alleen dit, heel lang, heel lang. Ik hou van mezelf.’
|
|