De Tweede Ronde. Jaargang 13(1992)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 49] [p. 49] Twee gedichten Jan Kostwinder Arcadië Schouders is ze, en heupen wanneer ze haar katteloopje doet op het versierde podium terwijl het licht uit onze ogen flitst. Ze toont het nieuwste, het mooiste, en gaat in een landschap van wuivende palmen op. En wij, wij zijn ontroerd door zoveel nobele zwendel zonder dissonanten, die pijn aan onze ogen doen moet. Glos Als kanttekening besta ik nog, als miniatuur in de marge. Zo ook zal iemand, ooit, een glos op mij maken, ter troost voor wie mijn dochtertje, blomme van de velden, of zoontje, kristus-koning, worden zal. Aandachtig befluisteren ze elkaar: en hij nam zichzelf zo ernstig, dat is toch al te mal. En ik zal luisteren onder mijn deken van dunne aarde en zingen - dat vooral. Vorige Volgende