De Tweede Ronde. Jaargang 13(1992)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 47] [p. 47] Gruis Hester Knibbe 1 De tuin is nog geen tuin, de tuin is hard en zwart als gruis. Het huis staat open naar het kind. Het kind woont in zichzelf. Het schept met oud bestek een nieuwe wereld weg, het graaft een gang, twee armen lang. Bang moet daarin, alleen en alle dieren groot en alle mensen vreemd. Het graaft door tijd en weerstand heen, schept dagen zand en steen terzijde. Een hoge berg, die het niet zeggen kan. [pagina 48] [p. 48] 2 De moeder had een kind en geen. Ze lapt de ramen, hangt vitrage op. Het huis staat op z'n kop, is nieuw. Daar is dat kind, lang weggeweest. Het is van haar, het is haar vreemd, het lepelt aarde, praat met wind. De moeder denkt: voorbij is weg, vers grint moet op het pad, een mat van gras moet op het gruis, daar op een vrolijk zingend kind. Dat kind moet wonen in mijn huis. 3 Het kind woont in zichzelf, woont in het moederhuis. Het kleurt de wereld in: een kat, een muis, de vader die het voorleest, het andere kind, dat speelt en zingt, dat speelgoed met haar deelt, dat speelgoed van haar neemt, de moeder die het eten geeft, gordijnen dichtdoet. Het kleurt de wereld blauw en geel, elk onderdeel met overleg. Wat zwart is gomt het weg. Vorige Volgende