De Tweede Ronde. Jaargang 13(1992)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 50] [p. 50] Drie gedichten Gerrit Massier Theater Nog zingen op hoge toon de vogels in de bomen zich een plek, graast hoorbaar het weidevee, roetsjt een eekhoorn langs een den omhoog, verbleekt langzaam de nacht, maakt de megaster zich op stralend over de coulissen het licht te doven in een handomdraai, hangen al die stomme bekjes op het punt van open, dood- stil, gelijkgericht. Côte Sauvage De hemel staat strakblauw gekromd over de avond, een bootje krimpt in roodzwellende zon, een hete schoot sirenen zuigt schuimend de kust af - de horizon een cirkel, jij brooddronken middelpunt. Terwijl bij hoogtij uitgespogen op het donker strand, voor lijk te midden van doodnuchtere meeuwen: jij. [pagina 51] [p. 51] Wilde lijsterbes Uit het schaduwloze aangevlogen in schemering van beukenwoud gedropt: een kiempje een toekomst: een besje schraal en krom uit haar zomerdepressies omhoog- spiralend naar het plafond, het luchtgaatje daarin. Het moment nu dat het langzaam volloopt met bodem (al nader glijdt over de grond een plasje zon, maan mag ook), dat het (klap op de vuurpijl) straalbezopen gelukkig even zich getild voelt tot in het schaduwloze. Vorige Volgende