De Tweede Ronde. Jaargang 12(1991)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 98] [p. 98] Twee gedichten Paul van den Hout Wintertijd Goudgeelgerand zijn weer de blâren, de klok gaat straks een uur terug, gesnuf alom, genies, gekuch, mijn hond begint al te verharen. De mooiste zomer sedert jaren - verleden tijd - al wou ik stug nog uren in het nevelig nazomerlicht mijn droom bewaren. Ach, waren het slechts millibaren, waarin ik mijn depressie meet, het najaar zou mij niet bezwaren. Nu wordt het duchtig moed vergaren voor maanden waarin ik níet weet of het nog ooit weer op gaat klaren. [pagina 99] [p. 99] La condition humaine Bij 't opstaan kan de dag al niet meer stuk: spuugzat van háár en heel de klere-bende gestaag me stalend voor nog meer ellende, mijn mantra chantend: ‘merde’, ‘shit’ en ‘fuck’, trek ik een streep door mijn geleend geluk (nooit meer toch dan een levende legende), en grijp, te vroeg, om erger af te wenden, de fles, zoals een kreupele zijn kruk. Toch zul je mij zo gauw niet horen klagen, want morgen zal het al niet anders zijn en gisteren begint al te vervagen. Wij zijn toch roependen in de woestijn? Ik troost me maar dat er van zulke dagen - Godlof! - wel dertien gaan in een dozijn! Vorige Volgende