De Tweede Ronde. Jaargang 12
(1991)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 161]
| |
Twee Venetiaanse prozastukken
| |
Due prose veneziane
| |
[pagina 162]
| |
[Nederlands]En nu ginds tussen duiven,
straatfotografen onder een moordende zon,
rondsjouwend met de nooit ingekeken
maar moeilijk te lozen catalogus van de Biennale.
We keren met de boot terug, stappen over vogelvoer,
kopen souvenirs, ansichten en zonnebrillen bij de kraampjes.
Het was, geloof ik, in '34, en wij te jong of te vreemd
voor een stad die vraagt om toeristen en bejaarde gelieven.
| |
[Italiaans]Ma ora lì tra piccioni,
fotografi ambulanti sotto un caldo bestiale,
col peso del catalogo della biennale
mai consultato e non facile da sbarazzarsene.
Torniamo col battello scavalcando becchime,
comprando keepsakes cartoline e occhiali scuri sulle bancarelle.
Era, mi pare, il '34, troppo giovani o troppo strani
per una città che domanda turisti e amanti anziani.
| |
2.Farfarella, de praatzieke portier, zei conform de orders
dat het verboden was de man
van de corrida's en de safari's te storen.
Ik smeek hem om te proberen, ik ben een vriend van Pound
(ik overdreef een beetje) en verdien een speciale
behandeling. Wie weet of... De ander neemt de hoorn op,
praat luistert ouwehoert en kijk,
de beer Hemingway heeft toegehapt.
Hij ligt nog in bed, zijn vacht toont
gaten van ogen en eczemen.
Twee of drie lege flessen Merlot,
voorhoede van het gros dat komen gaat.
Beneden in het restaurant zit iedereen aan tafel.
We praten niet over hem maar over onze zo dierbare
Adrienne Monnier, de rue de l'Odéon,
| |
IIIl Farfarella garrulo portiere ligio agli ordini
disse ch'era vietato disturbare
l'uomo delle corride e dei safari.
Lo supplico di tentare, sono un amico di Pound
(esageravo alquanto) e merito un trattamento
particolare. Chissà che... L'altro alza la cornetta,
parla ascolta straparla ed ecco che
l'orso Hemingway ha abboccato all'amo.
È ancora a letto, dal pelame bucano
solo gli occhi e gli eczemi.
Due o tre bottiglie vuote di Merlot,
avanguardia del grosso che verrà.
Giù al ristorante tutti sono a tavola.
Parliamo non di lui ma della nostra
Adrienne Monnier carissima, di rue de l'Odéon,
| |
[pagina 163]
| |
[Nederlands]Sylvia Beach, Larbaud, de brullende jaren dertig
en de balkende jaren vijftig. Parijs Londen een zwijnestal,
New York stinking, pestilent. Geen jachtpartijen in moerassen,
geen wilde eenden, geen jonge meisjes,
zelfs geen schijn of schaduw van zo'n boek.
Er worden gemeenschappelijke vrienden opgesomd
wier naam ik niet ken. Alles is rot, bedorven.
Bijna huilend bezweert hij mij hem geen mensen te sturen
van mijn slag, en zeker niet als ze intelligent zijn.
Dan staat hij op, hult zich in een kamerjas
en zet me aan de deur met een omhelzing.
Hij leefde nog een paar jaar en door twee keer dood te gaan
kreeg hij de kans om zijn necrologieën te lezen.
| |
[Italiaans]di Sylvia Beach, di Larbaud, dei ruggenti anni trenta
e dei raglianti cinquanta. Parigi Londra un porcaio,
New York stinking, pestifera. Niente cacce in palude,
niente anatre selvatiche, niente ragazze
e nemmeno l'idea di un libro simile.
Compiliamo un elenco di amici comuni dei quali
ignoro il nome. Tutto è rotten, marcio.
Quasi piangendo m'impone di non mandargli gente
della mia risma, peggio se intelligenti.
Poi s'alza, si ravvolge in un accappatoio
e mi mette alla porta con un abbraccio.
Visse ancora qualche anno e morendo due volte
ebbe il tempo di leggere le sue necrologie.
| |
MotetDe gondel die voorbijglijdt in een felle
schittering van pek en van papavers,
het bedrieglijke lied dat uit kluwens
touwwerk opsteeg, de hoge deuren
achter je gesloten en gelach van maskers
die in hordes vluchtten -
een avond uit duizend en mijn nacht
is dieper! Ginder wriemelt een vaal
warnest dat me schoksgewijs tot leven
wekt en me gelijk maakt aan die mijmerende
palingvisser aan de waterkant.
(Uit: Le occasioni)
| |
[Mottetto]La gondola che scivola in un forte
bagliore di catrame e di papaveri,
la subdola canzone che s'alzava
da masse di cordame, l'alte porte
rinchiuse su di te e risa di maschere
che fuggivano a frotte -
una sera tra mille e la mia notte
è più profonda! S'agita laggiù
uno smorto groviglio che m'avviva
a stratti e mi fa eguale a quell'assorto
pescatore d'anguille dalla riva.
|
|