De Tweede Ronde. Jaargang 12(1991)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 117] [p. 117] Twee vertalingen James Brockway (Vertaling M. Vasalis) Zo gaat het Wanneer ik dood zal zijn verandert niets. 't Verkeer gaat door, het rood-gehelmde meisje op haar motorfiets zal klokke acht aan 't werk gaan - zoals het hoort, want mensen sterven, maar gewoontes leven voort. De zon zal opgaan, avond dalen over de huizen, waar mijn merel zich zal laten tuimelen, kopje scheef des ochtends, speurend naar zijn kruim - vergeefs - en voor mijn spiegel kamt een vreemdeling zijn haar. En in herinneringen zal ik ook niet lang bestaan: ‘'k hoor dat hij dood is,’ hoor ik een zangerig gesprekje gaan, ‘die knappe vent, je bent toch Jim nog niet vergeten?’ ‘Natuurlijk niet, 'k wist even niet meer hoe hij heette, die lange, donkere man, die jij zo dierbaar vond.’ Ik was gewoontjes, klein noch groot, min of meer blond. The way it is When I am dead the traffic will go on, the girl in the red crash helmet will arrive at work on the dot at eight as she has done for years: it's habits and not people that survive. The sun will rise, the night fall, on the town, in the mornings in search of crumbs no longer there, cocking his head, my blackbird will drop down, while in my glass a stranger combs his hair. Nor shall I live in memories for long. ‘I heard he's died,’ I hear them say, sing-song. ‘The handsome one - don't say you've forgotten Jim?’ ‘Why, no, of course not. No, I remember him - the tall, dark man of whom you grew so fond.’ I was so-so, medium height and mousy blond. [pagina 118] [p. 118] (Vertaling Peter Verstegen) Eindbalans 't Verkeer komt niet tot stilstand als ik sterf, het meisje met de rode bromfietshelm is, stipt als steeds, om acht uur op haar werk: gewoonten blijven, niet de mensen zelf. De zon gaat op, nacht valt over de stad; met scheve kop, op zoek naar broodkruim, maar vergeefs, heeft ook mijn merel het gehad; een vreemde, voor mijn spiegel, kamt zijn haar. Ik blijf maar kort in het geheugen hangen. ‘Ik hoorde dat ie dood was,’ klinkt het dan. ‘Jim ken je toch nog wel, die knappe man?’ ‘Natuurlijk, ik herinner me die lange, donkere man die jij zo aardig vond.’ Knap was ik nooit, postuur modaal, vaalblond. Vorige Volgende