De Tweede Ronde. Jaargang 12(1991)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 32] [p. 32] Twee gedichten Maarten Doorman Nachtelijke belegering Nu ik haar zie slapen weet ik dat ik haar liefhad. Hoezeer bonden ons niet de stuikende dagen al kwam het praten ons de strot soms uit als de bewegende klink van de deur op slot. Zit niet ieder die bemint in een te krap bemeten ruimte? En dan te bedenken hoeveel onbesproken gedrag we nog door konden werken. Maar ik moet me tot de tanden nu vermomd tot haar adem- haling beperken, dat scherpe hijgen dat de laatste nacht in plakken snijdt tot zij niet meer kan luisteren naar dit kloppende zwijgen - wat bewegen haar ogen waarom zakt haar kin? Ze kan niet horen wat ik denk of bemerken hoe stom ik op apegapen lig te fluisteren hoe ik van voren af aan begin, nu ik haar zie slapen [pagina 33] [p. 33] Luik / Rue des Ramons Tegen de helling word je een optocht in jezelf, de huizen leunen hoe laag ook als gewelf op je schouders, vogels komen niet hoger dan hun open kooi in het kozijn. De erewacht van woningen ontbeert veerkracht tot het eind en valt hogerop uiteen in een carrosseriebedrijf en een tuin achter een hekje uit een tijd voorbij. Schuin houdt dit op en schijnbaar gaat deze hang open door uit te lopen op iets anders door de dwang opzij te kruipen of het hoofd tegen de lucht te stompen. Ook rugwaarts ontsnap ik niet uit dit verkrompen randgebied. Vorige Volgende