De Tweede Ronde. Jaargang 10(1989)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 77] [p. 77] Vier gedichten Ivo de Wijs 30 april Ze kwamen aan uit Veghel, Vaals en Vorden Ter ere van hun jarige vorstin Met bloemen en prullaria van tin Met kussens, koeken, kannetjes en borden Toch ging er al meteen aan het begin Een bange vraag door de oranje horde: Waar is de prins? Hij is toch wel in orde? Hoe zit dat? Had Prins Claus vandaag geen zin? Prins Claus wou inderdaad maar al te graag Een keer aan de joecheisasa ontbreken De prins was op de vrijmarkt in De Haag Daar zat hij, met een lach en een sigaar En vóór hem op een vieze, wollen deken De goedbedoelde troep van vorig jaar De file A1 We stonden in een file richting Leiden Toen zei mijn vrouw: ‘Er zit iets op het dak’ Het was een oude, zeer beleefde slak De slak zei: ‘Dank u dat ik mee mocht rijden Maar niettemin - nee, weest u niet verbolgen Zal ik mijn reis thans wandelend vervolgen’ ‘Dag slak,’ lachten mijn vrouw en ik verbaasd ‘Tot ziens,’ zei hij, en: ‘Sorry, ik heb haast’ [pagina 78] [p. 78] A2 Daar zat hij weer eens wezenloos te wezen (Een file tussen Bergen en Op Zoom) Dus hij begon, temidden van de stroom Het boek Robinson Crusoë te lezen Hij las en las en hij bekeek de platen Tot Crusoë het eiland mocht verlaten - Toen keek hij om zich heen, en weende zeer En schreeuwde: ‘Vrijdag, Vrijdag’ - duizend keer A3 Ik paste op het zoontje van de buren Ik haalde - en wat keek hij enthousiast Mijn Dinky Toys van vroeger uit de kast Ziezo, dacht ik, dit gaat wel even duren Maar nee, vóór ik de keuken kon bereiken Riep Daantje: ‘Ivo, Ivo, tom 'ns tijken’ En ja, daar stond mijn hele santekraam In een file van de deur tot aan het raam A4 Een ouderwetse vorm van prostitutie Vond vroeger zijn bekroning in de berm Dit bermgebeuren, want zo luidt de term Beleeft de laatste tijd een revolutie Nog immer blijkt de doorsnee-man genegen Het stilstaan te vervangen door bewegen Het schouwspel ziet er innoverend uit: De dame loert, de man tikt op de ruit A5 Ik wachtte, wachtte, radeloos maar dapper (Een file in de buurt van Woudrichem) En toen opeens een opgewekte stem: ‘Daar istie dan, hallo, de filekapper Ja lekker hè, je hebt er fijn de tijd voor Ik heb je in de krul voor die weer rijdt, hoor Wees maar niet bang hoor, dat ik 't verknoei Zo, da's dan dertig guldentjes - nou, doei’ [pagina 79] [p. 79] Ollebolleke Bitte Entschuldigung! Vater und Mütterchen Bald führt der Tod mich Zum ewigen Tanz Schaff' ich noch je eine Ununvollendete Oder entsinken die Kräfte mir Franz (F. Schubert) Die Märchenstraße (juli, 1989) 't Was een vakantie die de moeite loonde Van Hamelen, het rattenreservaat Naar Witzenhausen, volgens Grimms dictaat Het oord waar vroeger Repelsteeltje woonde Maar ook de streek waar de Oostduitse staat Vol grimmigheid zijn zonegrens vertoonde Ik zag er met mijn dochter en mijn zoon de Beruchte torens en het prikkeldraad Wij keken naar een achterhaald symbool Naar een historische momentopname De Einheit wordt een sprookje, zegt Herr Kohl Wat niemand had verwacht, gebeurt straks tòch Twee losgescheurde helften komen samen Wat mooi hè - en nu Repelsteeltje nog! Vorige Volgende