[De Tweede Ronde 1989, nummer 2]
Voorwoord
In dit vrije Zomernummer Nederlands proza van Wim de Gelder, Beb Vuyk en L.H. Wiener; in Nederlandse poëzie gedichten van recente medewerkers als Catharina Blaauwendraad, Wim Brands, debutant IJsbrandt Oldenburg, Peter de Visser en Victor Vroomkoning, maar ook werk van vertrouwde namen als Cees van Hoore, Jean Pierre Rawie, L.F. Rosen, Georgine Sanders, Leo Vroman en Klaas de Wit.
Vertaalde poëzie, zeer prominent aanwezig in dit nummer, is verdeeld in vier blokken: Engels (Anne Bradstreet, Emily Dickinson, Theodore Roethke) Italiaans (Leopardi, Ciro di Pers), Russisch (Achmatova, Annenski, Balmont, Irina Grivnina, Zinaida Hippius, Lermontov, Majakovski (lange fragmenten uit twee van zijn epische gedichten), Pasternak, Poesjkin, Ratoesjinskaja, Tsjetajeva) en Spaans (Celaya, Machado, Muñárriz, Neruda, Prados en Lope de Vega). Bovendien komen in Essay nog tien vertaalde gedichten aan de orde, terwijl Marko Fondse in die rubriek zijn Majakovski-project van commentaar voorziet. In Light Verse figureert Heine met een vertaling van zijn beroemde lange gedicht ‘Disputation’, en Rondvraag bevat naast vergelijkingen van Homerus en een nieuwe sonnetvorm van Drs. P proza van Majakovski. Maar het klapstuk van de rubriek wordt gevormd door twee vroege prozateksten en een gedicht van Nabokov, rond 1923 in het Engels geschreven, in Nederland ontdekt (en bibliofiel uitgegeven), en voor dit nummer vertaald.
Vertaald proza tenslotte is niet omvangrijk, maar wel bijzonder: een diep religieus fragment uit Salman Rushdies ‘Duivelsverzen’.
Redactie