De Tweede Ronde. Jaargang 10
(1989)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 34]
| |
De schaduwenZij buigen zich in 't stof dat zich aan hen niet hecht
maar leven met ons mee en brokkelen met ons af.
Bij vlagen ademen ook zij en achteraf
al even opgelucht al sterven zij niet echt.
De straffe weg die ter genezing leidt, loodrecht
omlaag het leven uit, gaan zij met ons af
en slaan de kruisen mee bij elk gedolven graf
en liggen daar als waren zij daar reeds terecht.
Vermeerderd moeten wij met hun gewicht. Onaf
is zonder hen het beeld. Wij zijn hen aangehecht
en worden door hen rondgeleid en zijn het kaf
dat wordt gescheiden, de schaduw die zal afgelegd.
| |
TeddybeerTot in zijn leger ben 'k behoedzaam doorgedrongen
daar waar de dieren zachtjes elkaars haren
kammen, elkaars namen fluisteren, het trillen
van zijn vlees op elke streling, het rillen
van zijn huid op elke schaduw is te zien -
en zag er wonden, zo schoon, die opensprongen
al op een korte bede. Aan dit lijf heb 'k jaren-
lang mijn jongenshonger kunnen stillen.
't Had iets van mos. Het droeg de sporen van een geselriem.
|
|