De Tweede Ronde. Jaargang 9
(1988)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 155]
| |
NutBallingschap, aanvaard als lotsbestemming, zoals we een ongeneeslijke ziekte aanvaarden, moet ons helpen onze illusies in te zien. | |
StramienHij was zich bewust van zijn opdracht en de mensen wachtten op zijn woorden, maar het was hem verboden te spreken. Daar waar hij nu woont kan hij spreken, maar niemand luistert naar hem, waar nog bij komt dat hij is vergeten wat hij te zeggen had. | |
Commentaar bij het bovenstaandeDe censuur kan verschillende avantgardistische spelletjes tolereren, want dit neemt de schrijvers in beslag en literatuur wordt op die manier een onschuldig tijdverdrijf voor een zeer beperkte elite. Maar zodra de schrijver belangstelling voor de werkelijkheid toont, slaat de censuur toe. Als hij zich als gevolg van een banvloek of uit eigen keus in ballingschap bevindt, gooit hij zijn lang opgekropte gevoelens van woede, zijn waarnemingen en bespiegelingen eruit, omdat hij dat als zijn plicht en missie beschouwt. Wat in zijn land echter ernstig werd opgevat, als een zaak van leven en dood, interesseert niemand in het buitenland, of alleen om toevallige redenen. Zo komt de schrijver er dus achter dat hij zich niet tot die mensen kan richten voor wie zijn boodschap belangrijk is, hij kan zich daarentegen alleen richten tot mensen voor wie niets belangrijk is. Geleidelijk raakt hij gewend aan de maatschappij waarin hij leeft, zijn kennis van het dagelijks leven in het land vanwaar hij is gekomen, wordt | |
[pagina 156]
| |
van concreet theoretisch. Indien hij zich blijft bezighouden met dezelfde problemen als tevoren, verliest zijn werk de directheid van het zelf ervarene. Daarom moet hij een keus maken: of zichzelf tot onvruchtbaarheid veroordelen, of een volkomen metamorfose ondergaan. | |
Nieuwe ogenNieuwe ogen, nieuwe gedachten, een nieuwe afstand: het is duidelijk dat een schrijver in ballingschap dit alles nodig heeft, maar of hij zijn oude ik zal kunnen overwinnen hangt af van capaciteiten waarvan hij eerder nauwelijks weet heeft. Een van de mogelijkheden die zich voordoet is van taal te veranderen. Hij kan dit letterlijk doen door in de taal van het land van vestiging te gaan schrijven, of hij kan zijn moedertaal zo gaan gebruiken dat wat hij schrijft begrijpelijk wordt voor en aanvaard wordt door een nieuwe publiek. Dan houdt hij echter op een balling te zijn. Een andere, aanzienlijk moeilijkere keus is het vasthouden aan een gepostuleerde en verbeelde aanwezigheid in het land van herkomst. Verbeeld omdat de geschiedenis en literatuur van zijn land hem als een ondeelbaar organisme dat zich in de tijd ontwikkelt voor ogen moeten staan en omdat hij in de beweging die van het verleden naar de toekomst leidt een functie voor zijn werk moet zien te vinden. Dit vereist dat hij - op zoek naar vitale wortels - voortdurend in discussie is met de traditie en dat hij tevens het heden kritisch observeert. Bepaalde literaire genres (bijvoorbeeld de realistische roman) en bepaalde stijlen kunnen per definitie niet in ballingschap worden beoefend. Aan de andere kant is het zo dat de condities van de ballingschap, die de schrijver een veelheid van perspectieven afdwingen, bevorderlijk zijn voor het beoefenen van andere genres en stijlen, in het bijzonder die welke met de symbolische overbrenging van de werkelijkheid zijn verbonden. | |
WanhoopDe wanhoop, die onlosmakelijk met de eerste etappe van de ballingschap is verbonden, kan worden geanalyseerd en dan blijkt wellicht dat de oorzaak eerder in persoonlijke ontoereikendheden dan in | |
[pagina 157]
| |
uiterlijke omstandigheden is gelegen. Zo'n wanhoop heeft drie hoofdoorzaken: het verlies van bekendheid, de vrees voor een persoonlijk fiasco en morele kwellingen. - Een schrijver verwerft bekendheid door een complexe wisselwerking met zijn lezers, of hij zich nu tot een breed publiek wendt of tot een besloten kring van sympathisanten. Hij vormt zich een beeld van zichzelf zoals hij het ziet in de ogen van diegenen die op zijn werken reageren. Wanneer hij emigreert wordt dat beeld plotseling uitgewist, zodat hij een anoniem bestanddeel van de massa wordt. Hij houdt zelfs op te bestaan als een persoon wiens goede en slechte eigenschappen aan zijn naaste omgeving bekend zijn. Niemand weet wie hij is, en als hij in de pers iets over zichzelf leest, dan merkt hij op dat de feiten op groteske wijze zijn verdraaid. Op zo'n moment is zijn vernedering evenredig aan zijn trots, hetgeen waarschijnlijk een rechtvaardige straf is. - Terecht is hij bang voor een persoonlijk fiasco, want slechts zeer weinigen bezitten genoeg weerstand om zich aan de vernietigende werking van het isolement te onttrekken. Hij heeft deel uitgemaakt van een gemeenschap van schrijvers die zich aan een bepaald ritueel overgaven, die elkaar lof toezwaaiden en de les lazen. En nu zijn de gemeenschap, het ritueel, de zoete spelletjes van de bevredigde ambitie er niet meer. Hij lijdt dus, hij had zich collectivistische gewoontes eigen gemaakt, hetgeen waarschijnlijk betekent dat hij nooit op eigen benen heeft leren staan. Hij kan triomferen, maar niet voordat hij zijn nederlaag heeft geaccepteerd. - In moreel opzicht is ballingschap verdacht omdat de solidariteit met de groep wordt doorbroken, dat wil zeggen: het individu wordt van de groep gescheiden. De balling kan zijn ervaringen niet meer met zijn achtergebleven collega's delen. Zijn morele kwellingen zijn de keerzijde van het heldhaftige beeld dat de balling van zichzelf heeft, en stap voor stap moet hij tot de pijnlijke conclusie komen dat het zelden mogelijk is moreel een waardevol werk te scheppen en tegelijkertijd een onbezoedeld beeld van zijn eigen persoon te bewaren. | |
AcclimatisatieNa jaren van ballingschap probeert men zich voor te stellen hoe het is om niet in ballingschap te leven. | |
[pagina 158]
| |
De ruimteDe verbeelding, die altijd ruimtelijk is, wijst naar het noorden, zuiden, oosten en westen vanuit een bepaalde centrale, bevoorrechte plaats, hoogstwaarschijnlijk het dorp van onze jeugd, onze streek. Zolang de schrijver in zijn eigen land woont, wordt deze bevoorrechte plaats, die cirkelvormig uitdijt, met het hele land vereenzelvigd. De ballingschap verplaatst dit centrum, of eerder: vormt twee centra. De verbeelding betrekt alles op die omgeving ‘daar, ver weg’, in mijn geval ergens op het Europese continent. En de verbeelding bepaalt zelfs nog steeds de vier hoofdrichtingen, alsof ik daar voortdurend ben. Tegelijkertijd zijn noord, zuid, oost en west afhankelijk van de plaats waar ik deze woorden schrijf. De verbeelding die zich op de ver verwijderde streek van iemands jeugd richt, is kenmerkend voor de heimweeliteratuur (de ruimtelijke afstand dient vaak als vermomming voor de proustiaanse tijdsafstand). Hoewel de heimweeliteratuur vrij algemeen is verbreid, is deze slechts een van de varianten die de schrijver leren leven met het afgesneden-zijn van het geboorteland. Het nieuwe punt, dat de ruimte om zich heen organiseert, is niet weg te denken, dat wil zeggen dat je je niet kunt losmaken van je fysieke aanwezigheid op een bepaalde plaats op aarde. Daarom doet zich een vreemd verschijnsel voor: de twee centra, elk met hun eigen ruimte, schuiven over elkaar heen, of - en die oplossing is gelukkiger - vergroeien tot een geheel. | |
Schaduwen op de wandMen zegt dat onze planeet langzaam maar zeker het tijdperk van de eenwording binnenschrijdt, verwezenlijkt door de techniek, de hygiëne en de verdwijning van het analfabetisme. Men kan echter ook een tegengestelde mening aanhangen en zelfs op goede gronden - waarvan men zich in ballingschap kan overtuigen. Een schrijver die in een vreemd land woont brengt kennis mee van het geografische gebied waar hij vandaan komt, kennis van de geschiedenis, economie, politiek, enzovoort. Hij is gespitst op elke informatie over het gebied dat hij zo goed kent, of deze nu door boeken, tijdschriften of de televisie wordt verstrekt. Op die manier komt hij tot de ontdekking hoe er nieuwe scheidslijnen tussen de mensen ontstaan. | |
[pagina 159]
| |
Honderd jaar geleden was het zo dat gewone mensen, die de afgelegen gebieden van de aardbol niet kenden, deze gebieden eenvoudig in de wereld van de legende plaatsten, of tenminste in die van het exotische. Tegenwoordig denken ze echter over middelen te beschikken waarmee ze plaatsen en gebeurtenissen op de gehele wereld kunnen overzien. Doch geconfronteerd met de kennis van de nieuwkomer blijken de berichten en reportages over zijn land van herkomst volkomen onjuist. De optelsom van alle vervormingen die zich tussen feit en mededeling nestelen, bereikt een astronomische hoogte. De parabel van Plato over de grot, die tot nog toe alleen op filosofische seminaria is besproken, krijgt nu ook een meer praktische betekenis. Zoals bekend kunnen de daar vastgeklonken gevangenen zelfs hun nek niet bewegen en zien ze alleen de rotswand voor zich. Op die wand vallen schaduwen, die zij voor de werkelijkheid houden. De nieuwkomer vraagt zich af of hij de krantelezers en televisiekijkers ervan zou kunnen overtuigen dat ze dwalen, maar hij komt tot de conclusie dat hij dat kan noch mag doen. Als het bedrog slechts voortkwam uit onwetendheid of politieke vooringenomenheid, dan zou het lot van de hedendaagse grotbewoners niet geheel hopeloos zijn. Maar wat zal er gebeuren als - en dat mogen we niet bij voorbaat uitsluiten - het bedrog in de aard van de media zelf ligt besloten, dus in de informatieoverdracht? | |
ZelfonderzoekHier volgt een schets van een toespraak die een schrijver in ballingschap voor zichzelf kan houden: ‘Ben je er zeker van dat de situatie van je collega's hier, die zich bewegen in een wereld die ze van jongs af kennen, beter is? Toegegeven, zij schrijven in hun eigen taal. Maar beantwoorden kunst en literatuur aan wat we er op school en op de universiteit over hebben geleerd? Zijn ze in de loop van de afgelopen decennia niet zo sterk veranderd dat hun namen niet meer dan lege hulzen zijn? Zijn ze niet per ongeluk de studie van de eenzamen geworden, een signaal uitgezonden door onterfden? Hoeveel van hen worden hiervoor met liefde en achting in hun geboortestad beloond, de enige soort liefde en achting die alle moeite waard is? Ze spreken dezelfde taal als hun publiek maar zien ze op hun gezichten een flits van begrip? Is een gemeenschappelijke taal dan geen illusie, wanneer talloze individuele talen de ruimte met een | |
[pagina 160]
| |
oorverdovend rumoer vullen? Worden jouw collega's door een breder publiek gelezen en aangehoord, of lezen ze alleen maar elkaar? Weet je wel zeker dat ze zelfs maar elkaar lezen? Uiteindelijk is het mogelijk dat jouw situatie beter is: je ballingschap heeft tenminste een naam. Je hebt altijd geloofd dat het ware doel van schrijven is om alle mensen te bereiken en hun leven te veranderen. Maar als dat doel nu onbereikbaar is? Verliest het daardoor zijn zin? Geloof je dan niet dat elk van je collega's hier in zijn hart trouw is gebleven aan die kinderlijke droom? Ben je dan nooit getuige geweest van hún nederlagen? En als je dan de wereld niet kunt verlossen, waarom zou je je dan zorgen maken of je een groot of klein publiek hebt?’ | |
De taalIemand die tussen mensen woont die een andere taal spreken dan zijn eigen, bemerkte na enige tijd dat hij zijn moedertaal op een nieuwe manier aanvoelt. Het is niet waar dat een lang verblijf in het buitenland tot stijlverarming leidt, ook al ontbreekt de inspirerende invloed van gewone spreektaal. Het is daarentegen wel zo dat men in zijn eigen taal aspecten en schakeringen gaat ontdekken die pas zichtbaar worden tegen de achtergrond van de in de nieuwe omgeving gehanteerde taal. De verarming op sommige gebieden (straatidioom, dialecten) wordt gecompenseerd op andere gebieden (de zuiverheid van de woordenschat, ritmische expressiviteit, syntactisch evenwicht). Rivaliteit tussen twee talen is geen noodzakelijk kenmerk voor in ballingschap geschreven literatuur. Eeuwenlang waren literatoren in vele Europese landen tweetalig, hun eigen taal werd gehoord tegen de achtergrond van het Latijn en vice versa.
Berkeley, 1975 |
|