| |
| |
| |
Drie gedichten
Pleuke Boyce
(Vertaling Peter Verstegen)
Brieven van mijn vader
Mijn vaders brieven zijn nooit al te leesbaar.
Hij doet er veel Ach's en Oh's doorheen.
(Veel liefs, deze brief ontvang je van je
‘Helaas kan ik je het adres van je lievelingstante
niet sturen,’ schreef hij in zijn laatste brief.
‘Er is geen adres van haar meer bekend, of het is de hemel -
‘Ze scheidde uit dit leven op 12 augustus - het was heel triest.’
Ik weet niet waarom maar ik las: Ze benam zich het leven
op 12 augustus. ‘Het was heel triest. Het zou
je moeders hart hebben gebroken.’
‘De preek van de dominee is een troost geweest,’
schrijft mijn vader in dezelfde brief.
‘We sturen die gauw op een bandje. “We leggen haar staks in
de aarde, maar het is in Gods hand,” is mijn lievelingszin.’
| |
Letters from my father
My father's letters are never very legible.
He puts in many ah's, many oh's.
(I love you, this letter is sent to you by
‘Unfortunately, I cannot send you your favourite aunt's
address,’ he wrote in his last letter.
‘She has no known address, now, unless it is Heaven -
‘She left this life August 12th - it was very sad.’
For some reason I read: She took her life
August 12th. ‘It was very sad. It would have broken
‘The sermon by the minister has been such a comfort,’
my father writes in the same letter.
‘We'll be sending it soon on tape. “We'll be laying her in
the earth, but into God's hands,” is my favourite sentence.’
| |
[Nederlands]
| |
| |
‘Al je moeders kleren zijn hier nog.
Ik denk dat we het zo maar moeten laten.
Je broer leest me je brieven voor. En verbetert me
als ik denk dat je ons komt opzoeken. Hij zegt van niet,
nog niet. Maar 't is een mooi idee, vind je niet?
Je moeder verbeterde me altijd.
Je loopt te hard van stapel, zei ze dan.
En nu je tante - ik denk niet
dat ik er een maand geleden over had kunnen schrijven.
Ze scheidde uit dit leven op 12 augustus - kon er niet meer tegen.
Het was heel triest. De stilte verplettert me soms.
Maar misschien krijgen we nog een paar goeie jaren. Je brieven en kaarten
liggen hier voor me. Blijf schrijven.
Ik blijf als steeds, je liefhebbende Vader.
| |
[Engels]
‘All your mother's clothes are still here.
I think we should leave it that way.
Your brother reads your letters to me. And corrects me
when I think you're coming to visit. He says you're not coming
quite yet. But it's a lovely thought, don't you think?
Your mother always used to correct me.
You're running ahead of things, she would say.
And this thing about your aunt - I don't think
I could have written about it a month ago.
She left this life August 12th - couldn't take it any longer.
It was very sad. The silence is sometimes overwhelming.
But maybe we'll have some good years yet. Your letters and postcards
are in front of me. Keep writing.
I remain forever, your loving Father.
| |
| |
| |
Het belang van landschap
Nu ik dertien jaar in British Columbia woon
(een ongeluksgetal misschien)
zeggen mensen nog steeds: het is zo mooi
En overal waar geen mensen wonen
is British Columbia ook echt heel mooi!
De bergen, het woud, de oceaan -
denk niet dat ik ongevoelig ben voor die
spectaculaire schoonheid.
Maar ik ben geboren in het drasland van Holland,
bij brede rivieren waar boten op varen.
Ik zal me nooit vertrouwd voelen bij sneeuwbedekte bergen.
Mijn idee van schoonheid is gevormd toen ik klein was:
groene weilanden verzadigd van water -
luchten als nergens anders.
| |
The importance of landscape
Having lived in B.C. for 13 years
(an unlucky number perhaps)
people keep saying: but it's so beautiful
And wherever there is no human habitation
B.C. is very beautiful indeed!
The mountains, the forest, the ocean -
it's not that I am insensitive to their
But I was born in the marsh lands of Holland;
next to wide rivers carrying boats.
I will never feel intimate with snow-capped mountains.
My idea of beauty was formed when I was young:
green meadows immersed in water -
| |
| |
| |
Over ons wakend
die het hele en halve uur sloeg
en het huis doordrong met zijn getik.
Hij was even aanwezig voor mij
als mijn moeder en vader,
Zijn wijzerplaat, rond als de maan,
zag er meestal streng uit -
Onze klok had een hard bestaan.
Altijd achter, altijd achter! hij tikte
nijdig, in een constant ritme.
Alleen 's nachts kon onze klok het rustig aan doen,
hoe vriendelijk klonk dan zijn getik -
| |
Watching over us
that struck the hours and half-hours
and permeated the house with its ticking.
It was as much a presence to me
Its face, round as the moon,
would mostly look stern -
What a hard life our clock had.
Always late, always late! it would tick
angrily, keeping up the beat.
Only at night could our clock relax,
how gentle its ticking then sounded -
|
|