De Tweede Ronde. Jaargang 9(1988)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 90] [p. 90] Twee gedichten Rob Wervers Freudiaans Balzac zag kunst als sublimatie: de lust getild tot hoger plan. Bij elke schaarse ejaculatie dacht hij: daar gaat weer een roman. Maar ik, mijn lieveling, ik kan zo zuinig niet zijn met mijn gave. Mijn huid en hart zijn in je ban. Ik wil me eeuwig aan je laven. Indien de rede het gebood die leer als waarheid aan te merken, dan troonde minzaam in je schoot een boekenkast vol meesterwerken. [pagina 91] [p. 91] Idylle Nadat het kind geboren was en spartelend het licht verkende, boog men zich met een giereblik over dit tere vruchtbegin, op strooptocht naar gelijkenissen. Het had de ogen van zijn moeder, de krullen van zijn vader en de oren van een verre oom, een handelaar in wasmachines, berooid naar Canada vertrokken. Een toekomst werd als molensteen bevestigd om zijn prille hals. Zijn neus verried de hartchirurg, de kloeke procuratiehouder, de filiaalchef op zijn minst van de locale posterijen. Het kind rekte zich nog eens uit, knipoogde naar een zonnestraal en boerde anarchistisch. Vorige Volgende