De Tweede Ronde. Jaargang 9(1988)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 40] [p. 40] Twee gedichten Jean Pierre Rawie Waar ik ga Voordat ik in mijzelf begin te praten, en ik de lege nacht ad nauseam herhaal wat ik vergeefs te jouwen bate en tegen beter weten ondernam, en hoe ik wat je niet te stade kwam mijns ondanks achterwege heb gelaten, ga ik naar buiten toe, en laat mijn gram de vrije loop in uitgestorven straten. Maar waar ik ga (het wordt al langzaam licht, de eerste vogels zijn alweer te horen), waar ik ook ga, waar ik mijn schreden richt, volgt mij dezelfde tegenstrijdigheid. Ik heb je onherroepelijk verloren, en raak je aan de straatstenen niet kwijt. [pagina 41] [p. 41] Zandloper Ik keer het tijdglas telkenmale om, alsof ik wat ik weet nog wil bewijzen; ik lijk het hoe te zien, maar het waarom maakt dat de haren mij te berge rijzen. Want of ik al dan niet op deze wijze een weinig nader tot het raadsel kom, de liefste lokken heb ik zien vergrijzen, en ook de mooiste monden worden stom. In alles zit de kanker van de tijd; in diepste zin is iedere ervaring naast dit ontstellende voldongen feit verachtelijk en niet terzake doend. - Ik ben nieuwsgierig naar de openbaring die mij met deze aanfluiting verzoent. Vorige Volgende