[De Tweede Ronde 1988, nummer 2]
Voorwoord
Het Zomernummer 1988 is, zoals gebruikelijk, thematisch ongebonden. Het bevat Nederlands proza van Tom Lanoye, Frans Pointl en debutant Jorden Spijker, Nederlandse poëzie van onder meer Job Degenaar, Ed Leeflang, Jean Pierre Rawie, L.F. Rosen, Georgine Sanders, Lou Vleugelhof, Duco van Weerlee, Jaap van Zweden, en - nieuw in ons blad - van Th. van Os, Max Schreuder en Klaas de Wit.
In Anthologie is een keuze opgenomen uit de beste Trijntje Foppen van Kees Stip, die deze zomer 75 wordt, een feit dat dankbaar wordt gememoreerd in Essay, waarin Driek van Wissen achter het wezen van light verse probeert te komen. De gelijknamige rubriek bevat, behalve nieuw werk van Stip, een reeks copla's uit Spanje, grafschriften uit Frankrijk, en speelse tot scabreuze epigrammen uit Duitsland, van de onverwachte hand van Goethe, die zich bovendien in Tekeningen, als amateur beeldend kunstenaar, van een onverwachte kant laat zien. Verder in Light Verse Paul van den Hout, Pedro van Hoek, H. Prenen en Rob Wervers.
In Vertaald proza drie bijdragen uit het Spaans, een verhaal van de Uruguayaanse schrijver Mario Benedetti, en romanfragmenten van twee Spanjaarden, Félix de Azúa en Miguel Delibes. In Vertaalde poëzie gedichten vertaald uit het Duits (Ernst Jandl), het Engels (Sylvia Plath), het Italiaans (Pasolini en Ciro di Pers), veel uit het Russisch (Achmatova, Blok, Boenin, Fet, Majakovski, Poesjkin: een laatste voorpublikatie uit Jevgeni Onegin) en Spaans (Borges).
In Rondvraag aforismen van Hans Goudart, twee beschouwingen van Drs. P, de ene over de etymologische talenten van Nederlands Duizenddichter, de andere over de methode van een theologiestudent om, zonder computer, 150 biljoen sonnetten te genereren. Tenslotte signaleren wij de verschijning, Tweede Ronde Reeks: deel 5, van een omvangrijke bundel Heinevertalingen (zie Antwoordkaart), die voor abonnees met korting verkrijgbaar is.
Redactie