De Tweede Ronde. Jaargang 9
(1988)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 193]
| |
Zestien gedichten
| |
The tale of two continentsSatu rasa dua kematian
Satu kasih dua kesetiaan
Antara benua dan benua
Tertunggu rindu samudra
Dua kota satu kekosongan
Dua alamat satu kehilangan
Antara nyiur dan salju
Merentang ketakperdulian tuju
Semoga kasih tahu jalan kembali
Pada pintu yang membuka dinihari
Kemana angin membawa diri
Kekasih, semoga kau berdua
Dapat kepenuhan cinta dalam aku tiada
Terpecah dua benua, suatu kelupaan disisik samudra
| |
[pagina 194]
| |
BloemBloem op een rots
Eenzaam verbrand
De zinnen te boven
Houdt zij wachtende stand
Bloem op een rots
Eenzaam verbrand
| |
BungaBunga di atas batu
Dibakar sepi
Mengatas indera
la menanti
Bunga di atas batu
Dibakar sepi
| |
RotsbloemJe weet wel beter, meer dan het lied
Zwijgen is sprekender dan verdriet
Omdat zij was verlaten, bleef zij trouw
Mijn weten is al sinds lang versteend
Nu groeit er een bloem op
Zo mooi als de trekken van jouw gezicht
Welriekend als herinnering, bitter
Als gal, het zwarte bloed
Dat de ziel kleurt
Duizend jaar voor ons en na ons
Graaft men diep uit de aarde
Een gezicht, gegroefd doodsverhaal,
Afgedrukt in een rotslaag -
Waar steeds nog ontroering uit spreekt
| |
Bunga batuKurasa kau tahu, lebih dari lagu
Kebisuan lebih berkata dari duka
Karena ditinggalkan ia maka setia
Pengetahuan, lama sudah membatu
Kini di atasnya tumbuh bunga
Indah seindah raut wajahmu
Semerbak kenangan sepahit empedu
Darah hitam yang mewarnai jiwa
Seribu tahun sebelum kita dan nanti
Dari dalam tanah orang menggali
Wajah tertera pada lapisan batu
Bergaris cerita mati - masih terharu
| |
[pagina 195]
| |
Plein in de ochtend: SukabumiVlak voor het logement veel lariksbomen
Bloemen en een verlaten plein
Erachter de weg naar de rivier beneden
Verder naar achter de grote weg naar de stad.
Ochtendwolken boven die berghelling in de verte
Kinderen komen naar het plein om te ballen,
De zon stijgt en verlicht de hemel,
Druk en vrolijk weergalmen hun kreten.
Zover de blik reikt is er enkel: gebergte
Zover de dagdroom zweeft is er alleen maar: groen
Ik dacht dat ik sliep, ik dacht even te dromen,
Ontwaakt uit een rust die nog voortduurt:
Hiernaast klinkt helder de bel van de kazerne:
Eén uur in de middag, een halve dag voorbij
Nu is de kamer heel helder verlicht
Maar het plein ligt er weer verlaten bij
Ik huiver. In een onvermoede hoek
Schuilt nog een restje kou van de nacht.
| |
Lapangan pagi sukabumiDi depan penginapan banyak cemara
Ada bunga dan ada lapangan sunyi
Di belakang jalan turun ke kali
Di belakang sekali jalan beur ke kota.
Awan pagi di lereng gunung sana
Kelapangan anak-anak datang main bola,
Matahari meningkat menerangi angkasa,
Sorak mereka ramai membahana.
Sejauh mata memandang hanya pegunungan
Sejauh angan melajang hanya kehijauan
Kukira aku tertidur, kukira aku mimpi tadinya,
Terbangun dari istirahat tak habis-habisnya:
Lonceng tangsi di sebelah nyaring berbunyi:
Jam satu siang, lewat tengah hari
Kamar kini terang sekali
Tapi lapangan sudah sunyi
Aku menggigil. Di sudut tak kuduga
Ada dingin malam tersisa.
| |
[pagina 196]
| |
Sacré CoeurNa het feest dat de hele nacht doorging
- Diepe vreugde na de onthechting -
Brengt de dageraad ons bij de ochtendheuvel
- De stad verkeert nog in diepe slaap -
Om te zweven boven de aarde
Mijn bloed golft, en het ritme van de dans vervloeit
In een keten van woorden tot stilte; in jouw ogen
Ligt het uitzicht van de ochtend wijd uitgespreid
Maar ik staar ontevreden voor me uit
Als immer breekt een nieuwe dag aan
Met stralen uit de oostelijke luchtstreek
Beurtelings heffen de vogels een lied aan
Blauw tussen de kosmos en het niets
Ik breng me de wooren te binnen die liefde teweegbrachten
Toen je voor het eerst ervoor uitkwam: Dankzij jou
Voel ik dat ik leef, voel ik dat ik verdriet heb,
Ik kan niet meer wijken van jouw zijde
Op mijn gezicht staat verbazing: Hoe was dat mogelijk?
Hoe kan een mens zich zó uitleven?
Mijn hart is vol twijfel, net als het jouwe
We hebben elkaar niets meer te zeggen
De wereld draait om het leed van de vogels
Door jouw woorden komt de dag tot stilstand
Overgave is kiezen tussen bestaan en doodgaan,
Dat zijn zaad plant in de uitbottende ochtend
Terwijl jouw hart bedroefd is
Terwijl de bomen beginnen te bloeien
| |
Sacre coeurLepas pesta sepanjang malam
Setelah alpa gembira yang dalam
Subuh membawa kita ke bukit pagi,
Ketika kota masih tidur, mengawang di atas bumi
Dengan darah beriak irama dansa
Di titi kata berpadu dalam bisu segala
Matamu tamasya pagi terbentang luas
Bagi pandangku menatap tak puas
Dari langit timur seperti biasa
Menyerak sinar hari baru
Burung bernyanyi satu-satu dan biru
Antara angkasa dan yang tiada
Kukenang kata berakibat cinta
Ketika pengakuan pertama: Karena kau,
Aku merasa hidup, aku merasa duka,
Aku tak dapat lagi beranjak dari sisimu
Pada wajahku heran: Betapa bisa
Betapa manusia menyerah demikian rupa?
Hatiku tak percaya, seperti kau juga
Sedang sudah sama tahu tanpa berkata
Pada nyanyi burung jagad berputar
Demi katamu hari berhenti berkisar
Menyerah pilih antara diri
dan mati yang tanam benih di pagi semi
Sedang hatimu duka
Sedang pohon-pohon mulai berbunga
| |
[pagina 197]
| |
Schilderij van meisjesSchimmige gezichten worden één met de schemer van het ledikant,
In hun schoot ontvouwt zich een smetteloos wit land.
In zeeblauwe ogen staat droefenis te lezen
Die fladdert, vervluchtigt naar de overkant.
Het seizoen trekt aan hun wenkbrauwen voorbij. Sluit je ogen,
Sluit de gedachte aan liefde vervlogen
Behouden vaart, jullie die zijn achtergebleven
Jullie allen die schuilgaan in de golven der zee!
Het zaad is in oude muren geplant
Het schuim aan het strand verhaalt van een oud continent,
Een stad en eenzaamheid.
Staar niet langer naar mij. Bedek je borst
Met zeewier en gewapper van zeilen vangt het verhaal aan
De eenzaamheid der zee begint in de haven.
| |
Lukisan gadis-gadisWajah kabur menyatu di samar ranjang
Bumi putih di pangkuannya membentang
Di biru laut matanya duka
Mengepak larut ke seberang sana
Di keningnya musim berlalu. Pejamkan,
Pejamkan ingatan cinta luput
Selamat jalan kau yang ditinggalkan
Sekalian yang mengendap di ombak laut!
Benih telah tertanam di tembok-tembok tua
Busa di pantai berkisah tentang benua lama,
Sebuah kota dan kesepian.
Jangan lagi tatap aku. Tutuplah dada
Kebaran layar dan ganggang awal cerita
Kesendirian laut bermula di pelabuhan.
1952
| |
[pagina 198]
| |
M.S. BaliDagenlang een moerassige kust. Het schip wordt gelost.
En geladen. Jazeker, er is niets moois aan verveling.
In elke haven stank van rottend vuilnis.
Dagenlang midden op zee. Namiddagen rusteloos.
Met muggen die de hete lucht vergiftigen.
Doodszee. Geen passend doodshemd voor de lijken.
Mat gloeit de avondschemer. Er is niets goudkleurigs
In de blikken - doodsbleek van malariagif -
Kwelling voor de menselijke aanblik.
Het antwoord. Dat wacht in elke haven.
Bij elke schemering. Straks, als het werk gedaan is,
Na alle vragen, als het lot zich gewillig voordoet.
De bleke schemer zal goudkleurig gaan gloeien,
In de kristallijne ochtend, in de laatste zee.
Maar eerst: vooruit, kap je een weg door het moeras,
Zingend vol verlangen naar het land van de Voorouders...
A singsing so, a singsing so, a singsing so...
| |
M.S. BaliBerhari-hari pantai berawa. Kapal memunggah.
Memuat. Sungguh tak ada indahnya kebosanan.
Bau ampas membusuk di tiap pelabuhan.
Berhari-hari di tengah laut. Sore-sore resah.
Serta nyamuk yang meracun udara panas.
Laut Mati. Bagi bangkai tak layak kapan alas.
Pudar nyala senja. Tak keemasan
dipandang yang dipucatkan racun malaria,
menguji sinar mata manusia.
Jawab. Yang menanti di setiap pelabuhan.
Di setiap senja. Nanti diakhir kerja,
sehabis tanya, kalau nasib sudah seia.
Senja pudar akan beralih keemasan,
Di pagi bening, di laut penghabisan.
Sebelumnya, mari, menebas hutan, lumpur,
Berlagu rindu tanah Leluhur...
A singsing so, a singsing so, a singsing so...
| |
[pagina 199]
| |
Nachtwake
| |
Jaga malam
| |
[pagina 200]
| |
Antwoord op vaders briefIk zou niet meer weten
hoe je een ploeg inspant.
Toen moeder stierf
schreef ik een gedicht
over de smart -
de wereld heeft het vergeten.
Daarna schreef ik een verhaal
hoe zij ten hemel opging,
de wereld was ontroerd -
Over het verdriet geen woord.
Nu jij je opmaakt
om te sterven,
Wat zou ik moeten schrijven?
Ik neem je portret.
Ik stuit er op
de Generaal en de Boer uit de Voortijd.
Het brengt me op het spreekwoord,
het gedicht dat luidt:
de Generaal vertrekt naar het slagveld,
door geen omzien gekweld.
Zwaard en lans
zijn nu bedekt met stof.
Blijft mij enkel deze notitie:
Behouden is de dichter het meer overgevaren
van zijn boot aan het strand rest alleen het karkas...
| |
Membalas surat bapakAku tak pandai lagi
memasang luku.
Ketika Ibu meninggal
kutulis sajak
tentang derita -
Dunia melupakannya.
Kemudian kutulis cerita
bagaimana ia naik ke sorga,
Dunia terharu -
Tentang duka tak sepatah.
Kini di kala kau sendiri
berbenah mati,
Apakah hendak kutulis?
Kuambil gambarmu.
Di dalamnya kujumpai
Jenderal dan Petani Purba.
Teringat pepatah
dan syair yang berkata:
Jenderal berangkat ke medan perang
tak menoleh lagi untuk mengenang.
Pedang dan tombak
kini terbalut debu.
Tinggal aku mencatat:
Penyair selamat menyeberang danau
perahunya di pantai tinggal kerangka.....
| |
[pagina 201]
| |
Incommunicado (Gijzelaar)De cel pikzwart.
Het slot knarst
door een deurspleet steekt
elektrisch licht in het oog.
(in de dichtstbijzijnde moskee
is het avondgebed
net voorbij).
De verklikker tuurt,
strijkt dan een lucifer af,
onderzoekt
of zijn gevangene er is
(buiten woedt de burgeroorlog)
Hij steekt een kaars aan
het stompje van de avond tevoren,
dan vraagt hij opeens:
‘Jij bent het toch, hè, Sitorsitumorang?’
Ik kijk naar de kaars
gewen mijn ogen aan het licht
en de naam galmt na
als de naam van die ene
in het Paradijs
toen God hem zocht
en riep: Adam! Adam!
Buiten: de burgeroorlog
De geschiedenis is een optelsom van slachtoffers en dromen.
Tussen de wacht en mij
slechts kaarslicht
en de kloof die gaapt
tussen God
en de eerste mens.
| |
In-communicado
| |
[pagina 202]
| |
TobameerIk heb heimwee naar de vreugde van het kind,
Dat de komst van zijn vader verwacht,
Die uit de bergen een fluit meeneemt,
Een stuk riet afkomstig uit het moeras.
Naar de prauwen die plotseling opduiken in de avond,
Vanachter de kaap in de baai van het meer,
Die Moeder met zich meebrengen van de markt,
Met als geschenk rijstekoekjes met bruine suiker.
Ik heb heimwee naar de maannachten,
Wanneer oud en jong baadt in de schijn van de volle maan,
Zich spiegelend in het blauwe meeroppervlak -
Voordat het water zich roert in het droge seizoen.
Ik heb heimwee naar de klank van de herdersfluit,
Die echoot in de heuvels en de vallei vervult van geluid,
Naar spelletjes in de grotten vol gonzende bijen,
Wanneer de oogstvuren de dieren op afstand houden in de rijstvelden.
Ik heb heimwee. Ik heb heimwee naar de groene oevers,
Waar de goudvissen babbelen,
Helder spartelend tussen het wier,
Als een droomtuin van smaragd.
Ik heb heimwee naar de grote zwarte rotsen,
Braaksel van lava uit de buik van de aarde,
Naar het duizend jaar oude panorama,
De schaapherder, mijmerend bovenop een rots.
| |
Danau TobaAku rindu pada bahagia anak,
Yang menunggu bapaknya datang,
Dari gunung membawa puput,
Sepotong bambu tumbuh di paya-paya.
Pada perahu tiba-tiba muncul sore,
Dari balik tanjung di teluk danau,
Membawa Ibu dari pekan,
Dengan oleh-oleh kue beras bergula merah.
Aku rindu pada malam berbulan,
Kala si tua dan si anak mandi sinar purnama,
Berkaca di permukaan danau biru -
Sebelum air mengelucak di musim kemarau.
Aku rindu pada bunyi seruling gembala,
Bergema di bukit memenuhi lembah,
Pada permainan di gua-gua batu penuh lebah,
Kala api panen mengusik hewan di tengah sawah.
Aku rindu. Aku rindu pada tebing hijau,
Tempat ikan emas bercengkerama,
Di antara lumut menggeliat bening,
Seperti taman zamrud dalam impian.
Aku rindu pada batu-batu besar dan hitam,
Muntahan lahar dari perut bumi,
Pada pemandangan tua ribuan tahun,
Si gembala domba, termenung di alas batu.
| |
[Nederlands] | |
[pagina 203]
| |
Ik heb heimwee naar de geuren van het oogstseizoen,
Het lachen van de boeren van weleer als ze stro branden,
Heimwee naar de visser die thuiskeert van het meer,
In de avond, met sleepnet en vissen over de schouder.
Ik heb heimwee naar de stem van mijn zuster,
Mij roepend naar huis te komen om te eten,
Heimwee naar de rusteloze bamboe op de wallen van de kampong,
Met bladeren die wuiven door de bergwinden.
Ik heb heimwee naar mijn zusjes, die heimwee hebben naar mij,
Ik heb heimwee naar het geluid van de hamer van de scheepstimmerman,
Ik heb heimwee naar het geloei van de koeien, naar de geur van de karbouw,
Ik heb heimwee, heimwee naar de stem van Moeder, die begraven ligt aan de oever van het meer.
Ik heb heimwee naar de aldoor luidende kerkklok,
Heimwee naar zijn echo die rondkruipt in de lucht,
De nacht verwelkomend, nu eens de Dood aankondigend,
Dan weer een Bruiloft vierend - en de Geboorte,
In de Kerstnacht, het verhaal van de drie Wijzen uit het Oosten,
Gekomen om de Zoon des Mensen te eren,
ginds, aan de kust van het Tobameer, waar ik ben geboren.
| |
[Indonesisch]Aku rindu bau-bau di musim panen,
Gelak si tani purba membakar jerami,
Rindu pada si nelayan pulang dari danau,
Menyandang pukat dan ikan di sore hari.
Aku rindu pada suara kakak,
Memanggil aku pulang makan,
Rindu pada resah bambu di benteng kampung,
Melambaikan daunnya pada angin gunung.
Aku rindu pada adikku, yang rindu padaku,
Aku rindu bunyi palu tukang perahu,
Aku rindu lenguh sapi, pada bau kerbau,
Aku rindu, rindu suara Ibu, terkubur di pinggir danau.
Aku rindu lonceng gereja bertalu-talu,
Rindu gemanya merayap-rayap di udara,
Menyongsong malam, mengumumkan satu-satu Kematian,
Merayakan Perkawinan - serta Kelahiran,
Pada malam Natal, kisah tiga Raja dari Timur,
Datang menghormati Anak Manusia,
di sana, di tepi Danau Toba, kelahiranku.
| |
[pagina 204]
| |
Wereld van de stamvadersHet woud verandert in schimmen
van voorvaderlijke geesten
die bezit nemen van mijn lichaam
ik heb bamboe geplant
om mijn geboortedorp warm te houden
groen van blad
groener nog in bloei
Geweefd door de wind
tronen geesten in mijn hoofd
speerpunt
gestoken in de vlakte
ik weef met levend draad
het leven dat ik slijt
spoor van de jager
in het gebergte
vogels
in de maannacht
gevoed door de stilte
drinkend van de alan-alang
daarom de geest
daarom de palmvezel
daarom de klei
daarom de steen
daarom het meer
daarom de wind
gevlochten koord
mijn bruggetje naar gindse wereld
| |
Dunia LeluhurHutan jadi bayang-bayang
roh leluhur
merasuki tubuh
kutanam bambu
biar hangat kampunghalaman
daunnya hijau
lebih hijau kala rimbun
Ditenun angin
roh bertengger di ubunubun
mata tombak
tertancap di dataran
kurajut benang hidup
waktu yang kulalui
jejak pemburu
di pegunungan
burung
di malam berbulan
hidup dari sepi
minum dari daun ilalang
jadi jin
jadi ijuk
jadi tanahliat
jadi batu
jadi danau
jadi angin
tali dipintal
titianku ke dunia sana
| |
[pagina 205]
| |
Sprookje van het paradijs in de zee van Halmahera (op het strand van Malifut)voor de Portugees, de Dichter, Luis de Camoes. Middag
De blik gericht op de camera, het verdwaalde hert;
het meisje staat op het strand, pal voor mijn ogen.
Achter haar de zee en blauwe lucht,
gehuld in ijle witte wolken.
Aan de horizon, links van de lens,
bergen - dik afgezet met heldere dauw
(de storm is net voorbij). Aan de einder, bij de ronding der kaap,
een kokospalm, vaagjes. Daarboven als een zuil nog wat regen.
Tussen dit strand en de hemel
staat een nat schilderij te drogen:
zilveren rimpelingen, kabbelende golfjes
wiegen het silhouet van het meisje.
Voor de kust zijn twee vlerkprauwen
geankerd, doezelend in de zonneschijn.
Op de achtergrond een schip, lang geleden
daar aan de grond gelopen. Er groeit een lommerrijke boom op.
| |
Dongeng firdaus di laut Halmahera (di pantai Malifut)untuk si Portugis, Sang Penyair, Luis de Camoẽs. Siang.
Memandang pada kamera, kijang kesasar,
si dara berdiri di pantai, di depanku.
Membelakangi laut dan langit biru
bertirai awan tipis putih.
Di kakilangit, sebelah kiri lensa
gunung - di atasnya embun tebal cerah.
(badai baru lalu). Di ufuk, di ujung teluk,
nyiur, samar. Di atasnya sisa hutan seperti tonggak.
Anatara pantai sini dan angkasa
terbentang lukisan basah:
riak warna perak ombak mengalun tenang,
membuai sosok si dara.
Di lepas pantai dua perahu cadik
tertambat sauh, tertidur di sinar matahari.
Agak di belakang sebuah kapal, lama
di sana terkandas. Di atasnya tumbuh pohon rindang.
| |
[Nederlands] | |
[pagina 206]
| |
Verbazend! Maar er zit zeker een verhaal aan vast - een staartje wellicht van de laatste oorlog,
(de geschiedenis noteert niet alle gebeurtenissen, en dan,
wat heeft het voor zin herinneringen te wekken uit de eeuwige windsels?)
Laat de wortels maar leven, her en der kruipen en
hun boodschap achterlaten in de spleten tussen oud ijzer
(het heelal geeft niets om geschiedenis), straks is toch
alles voorbij en groeit er van alles.
Metafoor, ballade, drama van leven en dood
schijf van zon en schaduw, draait
zonder rust; het tij zonder eb
beukt de kust, likt de kuiten van het meisje.
Namiddag van mijn leven, duizelend van kleurenexplosies.
Meisje op het strand, met loshangend haar, op slippers,
staart met wijd-open ogen
in mijn ziel.
| |
[Indonesisch]Mengherankan! Tapi tentu ada kissahnya - 'kali sisa perang lalu.
(sejarah tak mencatat semua peristiwa, lagi
apa guna membangkit kenangan, dalam balutan kekal?)
Biarlah akar-akar hidup merambat sebebasnya
mencuatkan pesannya di celah-celah besi tua
(daya jagad tak acuh sejarah), nanti toh
semua pada habis, semua pada tumbuh.
Sebuah kias, balada, putaran hidup-mati
di cakra matahari senja, berputar
tak kunjung henti, pasang tak kunjung surut
menghempas, menjilati betis si dara.
Hidupku sore ini, mabuk curahan warna:
Dara di pantai, rambut terurai, bersandal karet busa,
nanap memandang
ke dalam jiwaku.
| |
[Nederlands] | |
[pagina 207]
| |
Het ruisen van de zee is haar ademen. Ik proef
het zout van de zee op haar hiel,
over haar hele lichaam, nat en warm,
doordrenkt van de fijne druppels van de golven.
Ik word meegesleurd. Euforisch,
van eiland tot eiland, van rots naar rots,
van zeestraat naar zeestraat,
meegesleurd door de ziedende stroom...
verzonken in de diepte
van haar herte-ogen.
Dan wordt het nacht...:
Hé, hemelse vogels!
Jullie, bergen en vulkanen!
waarheen toch zal morgen de wind
de armada leiden van onze Admiraal?
Dan wordt het ochtend...
De zevende scheppingsdag.
| |
[Indonesisch]Desah laut di nafasnya. Kucicip
asinnya samudra di tumitnya,
sekujur tubuhnya, basah dan hangat, pekat
terguyur percikan ombak.
Aku hanyut terseret. Nikmat,
dari pulau ke pulau, dari karang ke karang,
dari selat ke selat,
hanyut dalam gelora arus...
tenggelam di lubuk
pandang kijangnya.
Lalu malam......:
Hei, burung-burung surgawi!
Kau, gunung-gunung berapi!
bakal kemana besok angin
menuntun armada Laksamana kita?
Lalu pagi......
Hari ketujuh firdaus.
| |
[pagina 208]
| |
Lied van de witte brugvoor Leonard en Barbara Houten brug
wit van kleur
verbindt eiland met eiland
in het hart van de oude stad Amsterdam
Ophaalbrug, wit van kleur,
waar ik in de namiddag overheen loop
kijkend naar de plezierboten die langsvaren
en naar mijn dagen die voorbijgaan,
door het seizoen een doorgang zoeken, nimmer tevreden,
geketend, verleid door de roep van de meeuwen
die hun nest hebben
op de daken van pakhuizen aan de haven
Hé, Hart, innig vergroeid
met de onrust
(en bevangen door te groot verlangen)
luister naar het kleine kind
dat in het plantsoen speelt en je toeroept:
Goedemiddag, meneer! Kunt u
mij misschien helpen
mijn bootje terug te brengen, het is door de stroom
helemaal aan de overkant gekomen.
Ik ren er meteen achteraan
om zijn bootje te pakken,
en geef het hem terug.
Het kind: Dank u! Dank u wel!
Eh... wilt u nou met mij spelen,
dan loopt mijn schip niet meer weg.
Ik ga bootje spelen
met het kind, de hele middag lang
tot de avond valt
tot het moment dat hij naar huis moet
| |
Lagu jembatan putihuntuk Leonard dan Barbara Jembatan kayu
warna putih
menghubungkan pulau dengan pulau
di pusat kota tua Amsterdam.
Jembatan angkat, warna putih,
tempatku menyeberang sore hari
menonton kapal-kapal pesiar berlalu
dan hari-hariku levat.
meniti musim, tak kunjung puas,
terpaut, digoda panggilan camar
yang berumah di sarang
di atap gudang-gudang pelabuhan.
Hei, Hati yang terlalu akrab
pada segala yang gelisah
(dan terlalu kepingin)
dengarkah si anak kecil
yang bermain di taman, berseru:
Selamat sore tuan! Maukah tuan
menolong saya
mengejar kapal-kapalku yang lepas
terbawa arus ke seberang sana?
Aku segera berlari
mengambil kapal kecilnya,
lalu kuserahkan kembali.
Si anak: Terima kasih! Terima kasih banyak!
Nah... sekarang maukah tuan main dengan saya,
biar kapalku tak lari lagi?
Aku pun main kapal-kapalan
dengan si anak sepanjang sore
sampai jatuh malam
sampai waktunya ia pulang
| |
[Nederlands] | |
[pagina 209]
| |
en ik mijn zwerftocht vervolg
speurend naar meeuwen in de vlucht
boven de oude haven
een gevoel van geluk nabij
alsof de zwerver die middag
een bestemming kreeg,
nu veilig geborgen
in het ruim van alle speelgoedbootjes
van alle jongetjes
in alle havens.
| |
[Indonesisch]dan aku meneruskan kembara
mangamati camar-camar terbang
di udara pelabuhan tua
hati dekat bahagia
serasa kelanaku sore itu
punya tujuan,
kini tersimpan aman
dalam palka kapal-kapalan
dari semua bocah-bocah
di semua pelabuhan.
| |
BriefEen brief van mijn zus
bij de slaapmat van pandanbladen
bericht uit mijn desa
dat ik in de gevangenis ontving:
‘Liefste broer, hier is een
slaapmat, ik heb hem zelf gevlochten, voor jou
hopelijk verdrijft hij de kou
van de nachten op de vloertegels.’
Lang na mijn vrijlating
wil ik hem opnieuw lezen,
zijn inhoud gieten in een vers
maar het lukt niet
totdat nu het besef daagt
dat ik alleen hoef op te schrijven
wat er staat
want niets is mooier,
zuiverder geschreven
dan de liefde gloeiend als kolen
achter deze hanepoten.
| |
SuratSurat kakak
pengantar tikar pandan
kiriman dari desa
yang kuterima dalam penjara:
‘Adik tersayang, terimalah
tikar, kuanyam sendiri, bagimu
semoga jadi penghalau dingin
malam-malam di atas ubin.’
Lama setelah bebas
aku kepingin membacanya kembali,
menuangkannya dalaa sajak
namun tak berhasil
sampai kini sadar
bahwa cukup dicatat saja
sesuai aslinya
karena tak mungkin lebih indah,
ditulis lebih murni,
daripada bara kasih
di balik cakarayam yang tertera.
| |
[pagina 210]
| |
Gordel van smaragd aan de evenaarEen uur varen van Ternate
aan de overzijde, in Sidangoli
staat een Japanse triplexmolen
- de trots van het district.
In het complex werken honderden arbeidsters,
in Java geronseld. Binnen het complex
hun barakken, het geheel omgeven
met een heining van prikkeldraad.
In de poort van de omheining
staat een gewapende wacht, altijd - om te voorkomen
dat vrouwenjagers de boel zullen verstoren, om wille van een vredig
verloop van het produktieproces - overdag.
's Avonds is het weer een ander verhaal.
De arbeidsters zijn vrij om naar het strand te gaan,
aloude liedjes zingende,
vooral in maannachten, als
de woudreuzen op de berghellingen
- waar de houtblokken vandaan komen -
stil voor zich heen hun verhaaltje zingen:
Hoe morgenochtend de kapmachines
zullen opdoemen om een voor een de bomen te vellen,
en hoe tractoren ze naar het strand zullen slepen,
de molen in - en hoe binnen luttele minuten
het hout van honderden jaren wordt verpulverd
door de scherpe stalen tanden,
en verwerkt tot triplex, tot materiaal
om de huizen te bekleden van welgestelden in de rest van de wereld.
Verhaal, exemplarisch voor de 20ste eeuw,
Verhaal van het bos van de Amazone, van Kalimantan, van Sumatra:
| |
[pagina 211]
| |
Verhaal van een voor een gevelde woudreuzen,
naakt, op hun zij, als gestrande walvissen.
Verhaal van bos dat geen bos meer is,
bergen die in woestenij veranderen
verschroeid door de brandende zon - Verhaal van gedoemde
fauna en flora
en van grond, weggespoeld door de regen,
die slijk wordt op de bodem van de zeeën van Insulinde,
en de molen? Die gaat ergens anders heen, uit op nieuwe prooi
en een nieuwe lichting arbeidsters
van het Eiland Java;
de gordel van smaragd
aan de evenaar,
allang kaalgeslagen.
| |
Permata zamrud di khatulistiwaSejam berlayar dari Ternate sini
di seberang sana di Sidangoli
terdapat kilang plywood Jepang
kebanggaan kecamatan.
Dalam kompleksnya beker ja ratusan buruh wanita
yang didatangkan dari Jawa. Di dalam kompleks
terdapat asrama mereka, semuanya dikelilingi
pagar kawat berduri.
Di gerbang kawat berduri itu
selalu ada jaga bersenjata - mencegah
gangguan si hidungbelang demi keamanan
jalannya proses produksi - di hari siang.
Malam hari lain ceritanya.
Para buruh wanita leluasa ke pantai
melepas lelah, mencari cinta,
berdendang dongeng kuno,
terlebih di malam berbulan, sembari
pohon-pohon raksasa di hutan di lereng gunung,
tempat pengambilan kayu gelondongan,
mendendangkan kissahnya dalam sepi:
Bagaimana besok pagi mesin-mesin penebang
akan muncul merubuhkan pohon-pohon,
dan traktor-traktor menyeretnya ke pantai,
masuk kilang - dan dalam beberapa menit saja
mengolah kayu umur ratusan tahun jadi serbuk,
dengan gigi-gigi baja yang tajam,
kemudian diolah jadi plywood
bakal penghias kaum berada di mancanegara.
Cerita amsal abad ke-20,
Cerita hutan Amazone, Kalimantan, Sumatera:
Cerita pohon demi pohon raksasa tergeletak,
telanjang di sisinya, seperti ikan paus terdampar.
Cerita hutan yang bukan hutan lagi,
gunung yang segera gundul
dibakar terik matahari - Cerita margasatwa
dan tumbuh-tumbuhan yang bakal tumpas
dan lahan yang akan digusur air hujan
jadi lumpur di dasar laut Nusantara,
dan kilang? Nanti ia pindah, mencari mangsa baru
dan buruh wanita angkatan baru
dari Pulau Jawa,
permata zamrud
di khatulistiwa
lama sudah dirambah.
|
|