De Tweede Ronde. Jaargang 9
(1988)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 51]
| |
Drie gedichten
| |
[pagina 52]
| |
Afnemende maanDe maan, een roomgele beschuit,
Afgeknabbeld en vingerbevlekt,
Aan het blauwgrijs lichtend plafond
Dat buigend achter het schimmenspel der bomen
Oplost als geluid,
De huiverstilte verwekt
Die onbewegelijk, zonder grond
Nu, toch rustig gewoon is, een omen
En openbaring van een besluit:
Schoonheid die zichzelve ontdekt
En heelt de schrijnende wond
Van verloren kinderdromen.
| |
ZijZij was eiseres, maar nam
na de scheiding een liefje.
Bruin was hij en slanker dier,
tot minnen bekwamer.
Zijn opvolgers wisselden van tint,
Europa verzadigde zich aan Azië
vierhoog in Zuid,
maar: Afrika riep -
Laatst zag ik haar op de Dam
blond als de maan
aan een zwarte boom
van een neger.
|
|