De Tweede Ronde. Jaargang 9(1988)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 45] [p. 45] Nederlandse poëzie [pagina 46] [p. 46] Voorval op Java J. Eijkelboom Bij een waringin lagen wij te wachten, ik weet niet meer waarop, waarschijnlijk op wat toen de vijand werd genoemd, ik weet niet meer waarom. De nacht had duizenden geluiden waarvan ik na twee jaar er minstens zeven kende, tot dusver daarom niet bijzonders. Maar plotseling of langzaam - dat viel niet meer te zeggen - groepeerden de geluiden zich tot een traag hemelkoor. Het werden schurende planeten, treinen in eindeloze bocht op rails van zuiver zilver, krimpend en zwellend, langste adem ooit door een sterveling gehoord. Er was een voorgevoel van dood, of ik al was gesneuveld en pijnloos naar de ruimte opgetild. Ik was geneigd soldaten aan te stoten, te vragen of ook zij die nachtmuziek vernamen. Ik deed het niet. Je werd daar toen al gauw voor gek versleten. Ook vreesde ik, niet meer te zullen horen wat tot de dageraad waarneembaar bleef. Vorige Volgende