De Tweede Ronde. Jaargang 8
(1987)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 75]
| |
Zeeuws volksliedje‘Matroos, waar zeilt je scheepje heen,
Waar zal je scheepje stranden?
De ruwe stormwind beukt het stuk,
De zon zal het verbranden.’
‘Ik zoek een stroopje voor mijn ziel
En balsem voor mijn zinnen;
Naar West-Capelle wil ik gaan
Met al wie mij beminnen.
‘Matroos, daar woont een morsig volk
Van tuinders en van boeren.
Wat zou een fijnbesnaarde geest
Naar West-Capelle voeren?’
‘De blankheid van het Zeeuwse land,
De Zeeuwse visserswijsjes,
En wiegend op een zilte bries
De geur van Zeeuwse meisjes.’
| |
[pagina 76]
| |
Exodus 41Het land werd door heftige regen besproeid
Toen Mozes de berg af kwam dalen.
Zijn baard was doorweekt en aanzienlijk gegroeid.
‘Hier zijn jullie tafelen’, sprak hij vermoeid,
‘Laat een ander de stoelen maar halen.’
| |
Klein dissonant ABCA met de B was de Alt met de Baard,
Befaamd om haar Coloraturen,
Wier loopbaan als uitvoerend kunstenares
Een ernstige slag moest verduren.
De vleiers in wie zij haar zielsvrienden zag,
Verloochenden haar allerwegen,
Nadat hun idool, door een windstoot verrast,
De baard in haar keel had gekregen.
|
|