ouder of voogd - ondertekenen van het arbeidscontract, toen de eerste maandag van mijn nieuwe leven was aangebroken, trok ik de stekker van de telefoon uit het stopcontact en bleef de hele dag onbeweeglijk op bed liggen. Drie maanden later woonde ik in een andere stad en vond emplooi op het fotoarchief van een encyclopedie.
Kiezen, besluiten, nee zeggen. Ik heb het nooit goed gekund. Ik leefde liever zoals het uitkwam, dook onder in een luiheid die me weerhield van andere dan hoogstnoodzakelijke activiteiten. Mijn ideaal was een leven van voortdurende verliefdheid en vakantie. Maar rijke vriendinnen had ik niet, dus moest er geld verdiend worden.
En nu was ik poëzierecensent. Ik verkocht meningen, ging oordelen in de deftigste krant van Nederland. Aanvankelijke hilariteit moest wijken voor ijdelheid en ambitie, weliswaar gecombineerd met zorg en twijfel - criticus, ik? Ik werkte hard aan mijn eerste stukken, dagen gingen heen met het wegen, overwegen, heroverwegen en scherpen van mijn ideeën. Ik kwam tot standpunten - waarom deze dichter, hoewel dit, toch dat, maar met de stem van Leopold, en gelezen hebbende zijn drie verdere bundels, en toch, maar ook, hoewel... O, ik deed beslist mijn best, werd wel moe van mezelf, maar harkte de tuin van de Nederlandse poëzie met zorg aan. Mijn stukken werden geplaatst, een enkele vriend maakte welwillende opmerkingen en de krant stortte forse bedragen op mijn giro.
Na enkele maanden nodigde de krant mij uit voor een bijeenkomst. Het was nuttig elkaar te spreken over plannen en wensen, zo las ik in de uitnodiging, en de medewerkers van de kunstbijlage werden op een middag verwacht in een kunstenaarssociëteit in de binnenstad. Plannen en wensen - ik had ze te over, maar dat kwam doordat ik verliefd was geworden op een leuk meisje, en er zich in mij een romantisch scenario was begonnen te ontwikkelen dat van start ging met de nachttrein naar Milaan. Die stukken voor de krant... Ik probeerde me voor te houden dat ze onder het hoofdstuk werk vielen en dat werk een noodzakelijk kwaad was waar je zo min mogelijk over moest nadenken.
Toch zag ik uit naar die bijeenkomst. Ik was onzeker over mijn artikelen, waar haalde ik de moed vandaan om me te bemoeien met en te oordelen over het talent van anderen, ik was weliswaar zelf een soort dichter, maar geen geleerde, geen erudiet, geen baasje. De ontroering was mijn maatstaf, maar ontroering... was dat wel genoeg...