De Tweede Ronde. Jaargang 8

[p. 147]

Twee liederen
Oskar Davićo^* (Vertaling Marko Fondse)

1

Daar ligt
een kind dat kwam voor 't eerst van school
met in zijn hoofd wat kale klanken, zoals k en oe
die samen woordjes maken waarop kinderen dol
zijn, want omoe leest uit boekjes voor en moekes bakken koek.

Daar ligt
een meisje dat nog niet zo erg de liefde kent,
de liefde die al zwetend op haar wacht;
ze zit, ze schrijft een brief, verscheurt hem, ze komt overeind
en klauwt een kolossale vent z'n borst de haren uit de vacht.

Daar ligt
een bedelaar die net nog schooide
op straat - een aalmoes voor de blindeman,
hij viel lek als een zeef, een mitrailleur die maaide
zijn houten poot eraf en opgehouden hand.

* Oskar Davićo (Šabac, 1909). Servisch schrijver. Studeerde Frans en literatuur aan de universiteit van Belgrado. Davićo werd wegens zijn communistische sympathieën meermalen gearresteerd. Tijdens de Tweede Wereldoorlog zat hij in het verzet; later werd hij journalist en professioneel schrijver. Hij debuteerde met gedurfde surrealistische poëzie. Later werd zijn poëzie, onder invloed van de politieke situatie in Joegoslavië in de tweede helft van de jaren dertig, meer sociaal geëngageerd. Na de Tweede Wereldoorlog komen zijn rijke verbeeldingskracht en zijn belangstelling voor stilistische experimenten weer aan bod, en droeg hij bij tot de revival van het surrealisme in de Servische poëzie. Davićo schreef ook een indrukwekkende reeks romans, reisverhalen, essays en filmscenario's.

Две песме
1

Пало је
дете које се враћа први пут из школе
са два гола слова у глави, са А и са Бе,
што, кал их скупиш, реч су коју сва деца воле
јер бака прича приче, јер колаче месе бабе.

Пала је
једна девојка која још не зна шта је
љубав, љу6ав која је знојава чека,
која седи, пише писмо, цепа га, устаје
и чупа руњаве груди огромног човека.

Пао је
један просјак који је просио
милост за слепца на сокаку,
пао је изрешетан, мнтраљеэ му је косио
и дрвену ногу и пружену шаку.

[p. 148]

[Nederlands]

Daar ligt
een vrouw die aan kwam lopen jong en mooi,
van kussen roezig heel haar lijf en bloed,
ze viel en barstte pijlsnel open. De dood gooit
zich op jonge vrouwen onverhoeds.

Daar ligt
er een die zong, nog maar een knaap,
van groene meisjes en van 's werelds melk en honing,
hij viel terwijl hij hooi zag in z'n slaap,
dood, languit over heel de uitgestrekte zomer.

[Servisch]

Пала је
жена која је наншла лепа и млада,
сва шумна од пољубаца,
пала је и прсла брзо. Смрт се изненада
на младе жене баца.

Пао је
један младић који је певао
о зеленим девојкама и млеку света,
пао је у часу кад је о сену сневао
мртав, преко целог испруженог лета.

2

De stad heeft al haar mensen met hun nachten, zonneschijn,
hun stem, hun naam, hun schaduwen verloren...
Tot voor de stadspoort deint
de roggeaar boven het hart van haar die ze vermoordden.

Een meisjesnaam vloog weg, haar lach; niet langer dwaalt
haar adem over haar nog volle rose lippen...
Geen hoort hoe uit de wond de angst een straal
ópspuit, over een jurk met stippen.

(1939)

2

Град је изгубио све своје људе, њихова имена,

њнхов глас,

њихово сунце, њихове ноћи, њихове сене...
Пред вратима грала таласа се клас
ражи, над срцем убијене.

Одлетело је име једне девојке, њен смех; њен дах
не лута по усни још пуној, још руменој...
Нико не чује како из ране страх
прска, по хаљини шареној.