gewone vergadering. Ik ga.’
Op dat moment stond iedereen in de kamer de verschrikkelijke grafkrans ineens helder voor ogen. Daarnet was het nog zo aangenaam geweest, ze zaten allemaal rustig bij elkaar, wisselden van gedachten, dronken thee, deden niemand kwaad - en ineens verschijnt daar die verschrikkelijke onbekende.
‘Op mijn erewoord,’ zei het hoofd, ‘wij zijn met hart en ziel...’
‘Met hart en ziel,’ bevestigden de leden van de vergadering niet op hun gemak.
De onbekende met de leren revers liet zich nog lang smeken en bidden.
‘We moeten een theater van de technische propaganda organiseren,’ zei hij eindelijk. ‘Snapt u?’
Niemand snapte er iets van, maar de nieuwkomer legde alles snel uit.
‘Het wordt een theater op absoluut nieuwe grondslagen. Het stuk is er al. Dat wil zeggen, het is er nog niet helemaal, maar het komt er aan. Een fantastisch stuk over motoren.’
Hij schrijft het zelf, de man met de voetbalschoenen. Acteurs zullen er niet zijn. Decors komen er ook niet. Eigenlijk komt er niets, en daarom hoeft niemand zich ergens zorgen over te maken. Er is alleen een ruimte nodig, en wat geld, dertigduizend. Alle verantwoording neemt hij, de man met de persianer muts, op zich. (Een zucht van verlichting.)
‘Er zit mij maar één ding dwars’ zei het hoofd, ‘waar halen we een ruimte en dertigduizend vandaan?’
‘Nee, ik merk het al, ik kan beter gaan,’ sprak de onbekende droog. ‘Met mensen die het uiterst belangrijke vraagstuk van de technische propaganda bezoedelen wil ik niets te maken hebben. Maar de verantwoording leg ik...’
Allen wierpen zich onder het stamelen van allerlei meelijwekkende woorden op de onbekende. Een ruimte was gauw gevonden, evenals de dertigduizend en ook nog zo'n vierduizend als voorschot voor het garderobecollectief van het toekomstige theater. In de paniek vergaten ze zelfs de onbekende naar zijn naam te vragen. Lang dachten ze dat zijn naam Ljoetikov was, maar later bleek dat hij helemaal geen Ljoetikov heette maar Copernicus, alleen niet naar dé Copernicus, maar naar een volslagen onbekende.
Drie maanden lang kwam Ljoetikov-Copernicus bij het hoofd,