De Tweede Ronde. Jaargang 8 (1987)

De Tweede Ronde. Jaargang 8

(1987)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– rechtenstatus

Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende



[pagina 186]
Vier gedichten Pandelís MichanikósGa naar voetnoot* (Vertaling Hero Hokwerda) Onderbreking Als je aldoor tast naar Ariadnes draad, als je aldoor je ogen gesperd houdt op Ariadnes draad - de bedoeling is goed, maar misschien verlies je je gezicht of word je scheel. Laat hem een ogenblik los, de draad van Ariadne. In een kuil hier in het labyrint wacht je verloofde dat je komt spelen en op de muren glimlacht saffier. Misschien is Ariadne wel je verloofde. Let op mijn woorden, halvegare, misschien bevindt de mond van 't labyrint zich wel op háar. Pas op, morgen zullen de schavuiten de draak met je steken, zij luisteren zij horen de stem der aarde veel echter veel beter dan jij. Kom aan als 't zover is om aan te komen en laat je lijf dan vol zijn van bloesem van citroen van schrammen van je verloofde.
Διαλειμμα Ἄν πααπατεύεις συνεχῶς τὸ μίίο νῆς Ἀριάδνης· Ἄν γουρλώνεις τὰ μάτια συνεχῶ, ἀπάνω α[...]ὸ μίτο τῆς Ἀριάδνης, ϰαλὸς ὁ σϰοπός, μὰ μπσφεῖ νὰ χάσεις τὴν όραση, μπορεῖ ν᾽ ἀλλοιθωρίσεις. Νὰ τὸν ἀφήοεις γιὰ μιὰ στιγμὴ τὸ μόϰ τῆς Ἀριάδνης. Σὲ μιὰ λαϰούβα ἐδῶ στὸ λαβύρινθο σὲ περιμένει ἡ ἀρραβωνιαστιϰιά σον νὰ παίξεις ϰι ἕνα σαπφείρ: χαμογελάει ατὰ τοιχώματα. Μπαρεῖ ἡ ἀρραβωνιαστιϰιά σου νά ᾽ναι ἡ Ἀριάβνη. Κοίταξε σοῦ λέω παλαβούλιαϰα, μπορεῖ τὸ στόμιο τοῦ λαβύρινθω νὰ βρίσϰε[...]α: ἀπάνω της. Πρόοεξε, ϰὔριο θὰ σὲ ϰοροίδεύσυν τὰ παλιόπαιβα π᾽ ἀφουγϰράζουνται π᾽ ἀϰοῦνα τὴ φωνὴ τῆς γῆς πὸλὺ γνήσια πολὺ πιὸ ϰαλὰ ᾽πὸ σένα. Νὰ φτάσεις ᾶν εἶναι νὰ φτάσεις ϰαὶ νά ᾽ναι δ ϰόρφος σου γεμάτος ἀνθοὺς λεμονιᾶς ϰαι γρασσουνίσμτα τῆς ἀρραβωνιαστιϰιᾶς σου.

[pagina 187]
Lijkrede Weinig de regen de sneeuw over hem heen, weinig wijzer ervan hij. Weinig de zon over hem heen, weinig de wind, weinig de lente. De vossen en wolven die hij in zich borg bij verstoppertje of guerrilla met instellingen en wetten, welgedaan overleefden zij. Weinig de zon die hem schroeide. Weinig de lente die hem verkoelde. Weinig de God die in hem trok. Neem hem nu maar mee.
Επικηδειοσ Λίγες οἱ όροχὲς ϰαὶ τὰ χιόνια ποὺ πέρασαν ἀπὸ πάνω του, λίγα τὸν ἔμαθαν. Λίγος δ ῆλιος ποὺ πέρασε ἀπὸ πάνω του, λίγος δ ἀέρας, λίγη ἡ ἄνοιξη. Οἱ ἀλεποῦδες ϰαὶ οἱ λύϰοι ποὺ ἔϰρυβε μέσα του παίζοντας ϰρυφτούλη ἤ συμμοριτοπόλεμο μὲ τοὺς θεσμοὺς ϰαὶ τοὺς νόμους, ἐπέζησαν μὲ ἀϰμή. Λίγος δ ἤλιος ποὺ τὸν ἔϰαψε. Λίγη ἡ ἄνοιξη ποὺ τὸν δρόσισε. Λίγος δ Θεὸς ποὺ μπῆϰε μέσα του. Τώρα, πάοτε τον.
Waterlelie Diep in de modder verzonken in het slijk vanuit een ooghoek blijft een onschuld nog vragen zoeken naar jou, waterlelie traan van mijn ziel.
Νουφαρο Χωμένος μέσα στὴ λάσπη βουτηγμένος στὸ βοῦραο ἀπὸ τὴν ἄϰρη τοῦ ματιοῦ μιὰ ἀθωότητα ἐπιμένει ἀϰόμη γυρεύει ἀναζητᾶ ἐσένα νούφαρο δάϰρυ τῆς ψυχῆς μυο.

[pagina 188]
De grot van de Cycloop Odysseus onder de ram gebonden. (Geen erg poëtisch beeld natuurlijk.) Wij bevinden ons in de grot de dood staat in de deur. Het bonkend hart zal passeren onder de tastende handen van Polyphemus. ‘M'n rammetje, ik zal je hoorns van goud maken dat je met gepaste luister de ooitjes van Polyphemus kunt bespringen. Nu echter moet je het krachtig lijf spannen en mij de poort des doods uit dragen. De stekeblinde Polyphemus ziet geen licht buiten de grot schittert de zon. Daar zal ik je de kop kussen de ballen kietelen.’ Sprak hij, en met een ferme kneep in de kont van de ram ging Odysseus op weg naar leven of dood.
Η σπηλια του κυκλωπα Ὁ Ὀδυοσέας δεμένος ϰάτω ὰπ᾽ τὸν τράγο. (Διόλου, βέβαια, ποιητιϰὴ ἡ εἰϰόνα). Βρισϰόμαοτε στὸ σπήλαιο ϰι ὁ θάνατος στέϰει στὴν ιτόρτα. Τὸ χτυποϰάρδι θὰ περάσει ϰάτω ἀπ᾽ τὸ ψηλαφητὸ τοῦ Πολύφημου ‘Κριάρι μου, θὰ σοῦ φτιάξω χρυσὰ ϰέρατα νὰ βατεώεις μὲ τὴν πρεπούμενη λαμπρότητα τὶς προβατίνες τοῦ Πολύφημου. Τώρα ὅμως τέντωοε τὸ στιβαρὸ ϰορμί οιυ ϰαὶ βγάλε με ἔξω ἀπ᾽ τὴν πόρτα τοῦ θανάτου. Θεόστραβος ό Παλύφημος δὲν βλέπει φῶς ϰι ὁ ἥλιος λάμπει ἔξω ἀπ᾽ τὴ σπηλιά. Ἐϰεῖ θὰ σὲ φιλήσω στὸ ϰούτελο ϰαὶ θὰ σοῦ χαϊδέψω τ᾽ ἀχαμνά’. Εἶπε, ϰαὶ τραβώντας μιὰ δυνατὴ τσιμπιὰ στὰ πισινὰ τοῦ ϰριαριοῦ ὁ Ὀδυσσέας πρσχώρησε γιὰ ζωὴ ἤ θάνατο.	voetnoot* Pandelís Michanikós (1926-1976) werd geboren in Limniá bij Famagusta op Cyprus en heeft op Cyprus gewoond en gewerkt. Sinds 1952 publiceerde hij gedichten. In 1982 werd zijn werk gebundeld in Piímata. Sylloyés ke álla ‘Gedichten. Bundels en andere’.

Vorige Volgende

Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

Pandelís Michinakós

vertalers

Hero Hokwerda