De Tweede Ronde. Jaargang 8 (1987)

De Tweede Ronde. Jaargang 8

(1987)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– rechtenstatus

Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende



[pagina 163]
Vertaalde poëzie Kavafis-studie

[pagina 164]
Drie gedichten Kyriákos CharalambídisGa naar voetnoot* (Vertaling Hero Hokwerda) Nachtwacht Ik brandde een gulden ter nagedachtenis van die haar schilder was. Het doek deed om zich heen de zaal uitdijen, bescheen de ramen, hield daar in de hoek Rembrandt in 't oog, de bedelaar, model voor denk ik ongetalenteerde leerlingschilders omwille van een gulden, van een beker wijn. Jij arme schilder met de grauwe droefenis, herinner je je nog het glanzen van de kleuren en je ragfijne vingers van destijds? En Saskia? En Titus? Hendrickje? Dat waren ongeveer mijn woorden en ik brandde te zijner nagedachtenis het muntstuk voor een doek met koeien die te grazen liepen in een wei.
Νυχτερινή περιπολία Άναψα ένα φλορίνι στη μνήμη εϰείνου που τον έφτιαξε. Ο πίναϰας μεγάλωνε την αίθουσα φώτιζε τα παράθυρα, μετρούσε στη γωνία το Ρέμπραντ, το ζητιάνο ϰαι μοντέλο ο᾽ ατάλαντους θαρρώ μαθητευόμενους για ένα φλορίνι ϰύπελο ϰρασί. ϕτωχέ ζωγράφε με τη γϰρίζα θλίψη, θυμάσαι τις εϰλάμψεις των χρωμάτων ϰαι τ᾽ αραχνένια δάχτυλά σου τότε; Τη Σάσϰια ϰαι τον Τίτο ϰαι τη Χέντριϰε; Τέτοια περίπου λέγοντας ανάβω το μέταλλο του φλορινιού στη μνήμη του μπροστά σ᾽ ένα λιβάδι με γελάδες.
[pagina 165]
De goddelijke ruimte met de Nachtwacht was uit mijn aangezicht verdwenen - wanneer ik plotseling opmerk dat de schilder mij in de ogen kijkt. Dan komt hij op mij af en door drie eeuwen heen strekt hij zijn open hand. Ik gaf aan hem de halfgebrande gulden en ging - hij keek mij uit een afgrond aan. Είχε χαθεί απ᾽ εμπρός μου η θεία αίθουσα με τη ‘Νυχτερινή περιπολία’ όταν εξαίφνης βλέπω το ζωγράφο να με ϰοιτάει στα μάτια. Ήρθε ϰοντά μου ϰι απλώνει τριαιώνια την παλάμη. Του δίνω το μισόϰαφτο φλορίνι ϰαι φεύγω - με ϰοιτάει από μιαν άβυσσο.
Salamis BayGa naar voetnoot* Hoort u, m'n bey, de stem van Salamis? U bent het die zij roept, zij bij zich nodigt. Salamis Bay, Salamis Bay, hoort u haar niet? Een zonde is het als u haar de rug toekeert. Salamis Bay... Bay... Bay - weerklinkt de echo. Verengelsing lijkt het wel: Salamis Bay. 't Is onrecht als u nu de oren sluit voor 't roepen van de plaats die naar u snakt als iemand die geheel van haar is, bey. Hij buigt zich uit het venster van zijn kamer, vraagt wie met zoveel aandrang op een derglijk uur, in 't holle van de nacht, hem tot zich roept. Van zijn geheim agenten hoort hij 't is de ziel, het is je eigen ziel, m'n bey, die naar je roept, het zijn van alle beys de zielen meegetrokken met weerzinwekkend magnetisme door de stem van gindse plaats, als lam dat is geslacht.
Salamis Bay Αϰούτε, μπέη, τη φωνή της Σαλαμίνας; Εσάς φωνάζει, σας ϰαλεί ϰοντά της. Salamis Bay, Salamis Bay, την αϰούτε; Είν᾽ αμαρτία να στρέφετε τα νώτα. Salamis Bay... Bay... Bay - με την ηχώ. Εξαγγλιομός αϰτής, της ανοιϰτής θα λέγαμε αγϰαλιάς: Salamis Bay. Είν᾽ αδιϰία να ϰλείνετε τ´ αυτιά σας στο ϰάλεσμα του χώρου που σας θέλει πολύ διϰό του ϰι άνθρωπό του, μπέη. Εϰείνος έγειρε από τον οντά του ϰαι ρώτησε ποιος τον ϰαλεί τέτοια ώρα στ´ άγρια μεσάνυχτα με τόσο πείσμα. Του λένε οι μυστιϰοί του, ειν᾽ η ψυχή είν᾽ η ψυχή η διϰή σου μπέη μου που σε ϰράζει, είν᾽ οι ψυχές όλων των μπέηδων που τις σέρνει με στυγερό μαγνητισμό η φωνή του χώρου εϰείνου, σαν αρνί σφαγμένο.
[pagina 166]
Glimlachend en in opperste beheersing hurkt hij en zoekt de instrumenten bij elkaar die klinken zullen als hij in de armen valt van Salamis, terwijl dan Sulamitis haar kinderen als kuikens bij zich roepen zal. Nadat hij ze in een zak bijeengebonden heeft gelast hij die in 't ruim van 't schip te werpen - hij moet zich scheren en zijn haren wassen en met zijn fraaiste baard zich tooien, wetend dat van een vrouw die levend is de ziel wel duizend lijven waard is duizend gronden. Αυτός χαμογελάει με πλήρη τάξη ϰι αναϰουρϰούδιστος μαζεύει τα όργανα που θα ηχήσουν σαν θα πέσει στην αγϰάλη της Σάλαμις, ϰαθώς η Σουλαμίτις ϑα ϰράζει τα παιδιά της σαν ϰλωσσόπουλα. Κι αφού τα δένει ϰαι τα βάζει σε σαϰούλι προστάςει να τα ρίξουν σε ϰαράβι ϰαι να προσμένουνε τον έρχομό του - να ξουριστεί και να λουστεί και να φορέσει την πιο ϰαλή γενιάδα του᾽ το ξέρει πως η ψυχή της ζωντανής γυναίϰας αξίζει χίλια σώματα ϰαι χώματα.
De Heilige Helena op Cyprus Hoe meer mijn ziel zich vult met kruisen wil ik er niet meer aan: de Heilige Helena heeft, heet het, nimmer voet op Cyprus' grond gezet - ‘nooit heb ik voet gezet in 't dapperkloeke Troje,’ is wat dan ook de Schone Helena zou zeggen, ‘maar 't is al leugentaal, neem dat maar van mij aan.’ Waartoe Vasilopótamos dan, beste mensen, waartoe het Stavrovoúniklooster, en de mythen die zestienhonderd jaar al aan een volk kracht schenken? Tenzij 't al evenmin bestaat, dit volk. Gooi het in dat geval maar weg met vingers in barok, nagels van rots. Welk venster zal het wonder treffen vanuit de hoogte? en als wéér er licht verschijnt? een bundel eras die tot een fakkel wordt?
Η Αγία Ελένη στην Κύπρο Όσο η ψυχή μου γέμει με σταυρούς αδυνατώ να το πιστέψω: Αγία Ελένη, λένε, το πόδι της δεν πάτησε την Κύπρο - ‘ποτέ δεν πάτησα την αντρειωμένη Τροία,’ ϑα έλεγε ϰι η ωραία λοιπόν Ελένη, ‘αλλ᾽ είναι ψέματα όλα, πίστεψέ με.’ Προς τι ο Βασιλοπόταμος, αγαπητοί, προς τι το Σταυροβούνι μα ϰι οι μύϑοι που ϑρέφουν χίλια εξαϰόσια χρόνια ένα λαό; Έξόν ϰι αν δεν υπάοχει αυτός ο λαός. Τότε να τον πετάξεις με δάχτυλα μπαρόϰ, νύχια από βράχο. Ποιο παραϑύρι ϑα δεχτεί το ϑάμα να πέσει από ψηλά; ϰι αν έβγει πάλι φως; ένα δεμάτι χόρτο που γίνεται πυρσός;
[pagina 167]
Beter maar namen wij het zonder vorsen aan als opdracht van het lot - zij ís hier eens geweest, ziedaar haar groeve: Zuster Helena †Ga naar voetnoot* oud vijfentachtig jaren, bij de muur van 't oude klooster. Dierbaar moet haar deze hof geweest zijn, en vrijgevig als zij is laat zij het als een levend kruis heel Cyprus overdekken: wijdgeëerde glans. Καλύτερ´ ανιστόρητα να το δεχτούμε σαν προσταγή της μοίρας - πέρασε αποδώ, να ϰαι τον τάφο της: "Ελένη μοναχή † ετών ογδόντα ϰέντε" στον περίβολο τ´ αρχαίου μοναστηριού. Της αρεσϰειάς της ϑα βρήϰε την αυλή, ϰι όντας φιλόδωρη, τ´ αφήνει ζωντανό σταυρό για να σϰεπάζει την Κύπρον όλη· παντιμίως μια λάμψη.	voetnoot* Kyriákos Charalambídis (geb. 1940 in Achna bij Famagusta, Cyprus; woont in Nicosia) was een van de zes Griekse dichters die in november 1985 in Amsterdam en Groningen uit hun werk hebben voorgedragen op het One World Poetry Festival. Tijdens dit bezoek aan Nederland is hij geïnspireerd tot het gedicht Nachtwacht. Tevens zijn enkele andere recente gedichten van hem vertaald. Zoals welhaast alle Cypriotische dichters laat Charalambídis de lotgevallen van Cyprus in en na 1974 (de Turkse inval) steeds weer in zijn poëzie doorklinken. Voor meer van en over deze dichter zie men de bundel Mozaïek van een volk, zes Griekse dichters, die ter gelegenheid van genoemde manifestatie is uitgegeven door ‘Het Griekse eiland’, Amsterdam. voetnoot* Salamis Bay: Grieks hotel in het door de Turken bezette Salamis op Cyprus. (K.Ch.) voetnoot* Volgens de volksoverlevering heeft de Heilige Helena in de vierde eeuw Cyprus bezocht, er een kerk gebouwd en haar een stukje van het Heilig Kruishout geschonken (het Stavrovoúniklooster). Van wetenschappelijke zijde wordt deze overlevering in twijfel getrokken. (K.Ch.)

Vorige Volgende

Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

Kyriákos Charalambídis

vertalers

Hero Hokwerda