De Tweede Ronde. Jaargang 8

[p. 90]

Twee gedichten
Níkos Engonópoulos^*
(Vertaling Andriette Stathi-Schoorel)

Niet spreken met de bestuurder

I

Dansende Albanezen overwegen hun activiteiten in nieuwe richtingen te ontplooien en wel zodanig dat de kinderen niets merken van de bitterheid en de teleurstellingen van het leven. Opdat ze niets merken vóor hun tijd. Hoe het ook zij, de gedachten van deze Albanezen dringen niet verder door dan de dollen der vensters. En wel, omdat een Italiaan, luisterend naar de naam Guglielmo Tsitzis en het beroep uitoefenend van reparateur van blaasinstrumenten, probeert hen die op het punt staan in het huwelijk te treden te misleiden, door vier trechters te monteren op een oud model Singernaaimachine, waarvan twee van glas en de andere twee van een willekeurig metaal vervaardigd zijn. Laat niemand in paniek raken: dit beeld is het enige dat de gestorven blinde vuurtorenwachter hielp het geheim van de put te ontdekken.

* Níkos Engonópoulos (Athene 1910-1985) was zowel dichter als schilder en in beide hoedanigheden het surrealisme toegedaan, rechtlijniger en uitdagender nog dan Embiríkos. Heftige reacties waren ook zijn deel bij het verschijnen van zijn eerste bundels, Min omilíte is ton odigón (‘Niet spreken met de bestuurder’, 1938) en Ta klidokýmvala tis siopïs (‘De piano's van de stilte’, 1939). In 1944 verscheen zijn grote, tijdens de oorlog geschreven compositie Bolivár, éna ellinikó piïma (‘Bolivar, een Grieks gedicht’). Zijn dichtwerk is in 1977 in twee delen herdrukt (Piïmata I, II); in 1978 verscheen nog Stin kiláda me tous rodónes (‘In de vallei met de rozenstruiken’).

Μην ομιλειτε εισ τον οδηγον

I

Ἀλβανοί χορεύοντες σκέπτονται νά στρέψουν χρός νέες διευθύνσεις τίς ἐνἑργειἑς τους, εἰς τρόπον ῶστε τά παιδιά νά μήν καταλάβουν τίποτες ἀκὁ τίς πικρίες καί τάς ἀπογοητεύσεις τῆς ζωῆς. Νά μἡν καταλάβουν τίποτες πρίν ἀπό τόν καιρό τους. Πάντως οί σκέψεις αὐτῶν τῶν Ἀλβανῶν δέν περνοῦν πέρα ἀκό τούς σκαρμούς τῶν παραθύρων. Κι᾽ αὐτό διότι Ἰταλός τις, ἀκούων εἰς τό ὄνομα Γουλιέλμος Τσίτζης, καί ὲπαγγελλόμενος τόν ἐπιδιορθωτήν πνευστῶν ὁργάνων, προσπαθεῖ νά ἐξαπατήση τούς μελλονύμφους, ἐφαρμόζων σέ παλαιοῦ συστήματος ραπτομηχανήν Σίγγερ τέσσερα χουνιά, ἐκ τῶν όποίων τά δύο γυἀλινα καί τ᾽ ᾶλλα δύο καμωμένα ἀπό ένα όποιονδήποτε μέταλλο. Νά μήν ταραχθῆ κανείς: ἡ εἰκών αῦτη εἶναι ἡ μὁνη πού ἐβοήθησε τόν ἀποθανόντα ὰόμματο φαροφύλακα νά ἀνακαλύψη τό μυστικόν τοῦ ψρέατος.

[p. 91]

II
(over koetjes en kalfjes)

Eeuwig zij de nagedachtenis van de weledelgeboren Ottomaan, Alí Chandzár Eféndi, eertijds hoog ambtenaar van het Rijk, die de mensheid grote weldaden heeft bewezen, geholpen door een Italiaan genaamd Guglielmo Tsitzis. Deze mening is overigens ook mevrouw Artemis toegedaan. De verzekering van deze ‘mevrouw Artemis’ kalmeert de onrustige zielen en draagt in hoge mate bij tot de poging van Franse dichters uit de 16e eeuw een nieuwe school te stichten onder de naam ‘Pléiade’. Overigens niemand van U vergeet dat de monnik Schwartz het buskruit heeft uitgevonden. En wat dus het andere aangaat...

II
(περί ὰνέμων ϰαί ύδάτων)

Αἰωνία ἡ μνήμη τοῦ εὐγενεστάτου Ὀθωμανοῦ Ἀλῆ Χαντζάρ ἐφένδη, ποτέ ἀνωτάτου ύπαλλήλου τῆς Αὐτοκρατορίας, δστις μεγάλως εὐεργέτησε τήν ἀνθρωπότητα, βοηθούμενος ἀπό Ἰταλόν τινα, Γουλιέλμο Τσίτζη λεγάμενο. Αὐτῆς ᾶλλωστε τῆς γνώμης εἶναι καί ἡ κυρία Ἅρτεμις. Τῆς ‘κυρία Ἅρτεμις’ ή βεβαίωσις γαληνεύει τίς ἀνήσυχες ψυχές, καί συνεισφέρει μεγάλως εἰς τήν προσπάθειαν γάλλων ποιητῶν τοῦ XVIου αἰῶνος νά συμπήξουν νέαν σχολήν ὐπό τήν ὲπωνυμίαν ‘Πλειάδα’. Ἅλλωστε κανείς ἐζ ὑμῶν δέν λησμονεῖ δτι ὁ μοναχός ΣΒάρτς ἀνεκάλυψε τήν πυρίτιδα. Καί ε̃τζι διά τά ᾶλλα...

Grootspraak in de regen

laten we iets van Jezus Christus aan Theresia geven
laten we iets aan de grote dichter geven
laten we iets aan Pablo Picasso geven

maar laten we niets geven
aan de zwarte monden van de putten
aan de beklagenswaardige kamelen van Bactrië
aan de donkere uurwerken van de oorlog

Καυχησιολογιαι υπο βροχην

ᾶς δώσουμε κάτι στήν Θηρεσία τοῦ Ἰησοῦ Χριστοῦ
ᾶς δώσουμε κάτι στόν μεγάλο ποιητή
ᾶς δώσουμε κάτι καί στόν Παῦλο Πικασσό

ἀλλ᾽ ᾶς μή δώσουμε τίποτες
στά μαῦρα στόματα τῶν πηγαδιῶν
στίς ἀξιοδάκρυτες γκαμῆλες τῆς Βακτριανῆς
στά σκοτεινά ρολόγια τοῦ πολέμου

[p. 92]

II

 

het mooie meisje

 

Heer

 

dat we liefhadden

 

was als een

 

cyclaam

 

op

 

haar doods-

 

bed

 

laten we onze beslijkte broeken borstelen

 

laten we de harpen der putten beroeren

 

laten we de zigeuners naar de zee voorgaan

 

laten we de borsten plukken

 

van onze mooiste

 

meisjes

ἠ ὠραία κόρη
Κύριε
π᾽ ὰγαπούσαμε
ῆτανε ὠσάν
κυκλάμινο
μέσα
στό νεκρικό της
τό κρεβάτι
ᾶς βουρτσίσουμε τά λασπωμένα πανταλόνια μας
ἅς θίξουμε τίς άρπες τῶν φρεάτων
ᾶς όδηγήσουμε τούς γύφτους πρός τή θάλασσα
ᾶς δρέψουμε τά στήθη
τῶν εὺμορφοτέρων μας
κοριτσιῶνε