De Tweede Ronde. Jaargang 7

[p. 91]

28 augustus 19..^*
Trijntje Torrebak

Uit 't kerkje, twintig pas van hier,
tot ver in d'omtrek, klinkt getier
waardoor het schuim waait van mijn bier.

Een paap balkt luid en toegewijd
het meest uitzinnige lawijt
waartoe zijn slag is opgeleid.

De wind voert 's mans misbaar met loom
gedruis gestaag langs struik en boom.
't Is wel niet mooi, maar ijslijk vroom.

De dienaar Gods kent rust noch duur.
Hij tiert maar voort van uur tot uur.
Ook ik raak allengs overstuur.

'k Ben heus de Kerk niet ongezind -
ik ben en blijf een Hollands kind.
Maar deze dove slaat mij blind.

Gij protestant, of katholiek,
verlangt gij mooie kerkmuziek,
betrek die dan niet van de Griek.

Mytilene, 28 augu^**

* Feest van Johannes de Doper, tevens sterfdag van Trijntje Torrebak. Dit gedicht werd gevonden op een tafeltje van het café nabij de kerk in kwestie. Luidsprekers aan de kerkgevel aldaar maken de dienst ook buiten het godshuis toegankelijk voor trage kerkgangers en zelfs ongelovigen. De blijkbaar niet met een ongevoelig oor bedeelde mejuffrouw Torrebak stortte zich nog voor het einde van de dienst van een rots in de Lesbische Golf. Dit is het enige, ons door welwillend toeval in handen gespeelde gedicht van deze Bataafse Sappho ons bekend. In haar breitas werd nog de volgende tekst aangetroffen, in een ander handschrift achter op een foto van Brigitte Bardot: Hoe is Trijntje Torrebak?/ Vaal van huid en schraal van bloed,/ sluik van haar, juten hoed,/ platte hak, zó is Trijntje Torrebak.
Wie inlichtingen over en ander werk van haar kan verschaffen melde dit aan de redactie.

** Hier breek de tekst af.