De Tweede Ronde. Jaargang 7(1986)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 31] [p. 31] Drie gedichten Jean Pierre Rawie Kleine liefdesverklaring Ik ben al bijna dood, en ik zal nooit aan mensen wennen; zo meen ik ook geen ogenblik je werkelijk te kennen, maar soms, tezamen in het huis en in éen bed tezamen, met het behoedzame geruis van regen langs de ramen, heb ik wel eens een kort moment gedacht dat ik doorgrondde hoe ondoorgrondelijk je bent, en dat al veel gevonden. [pagina 32] [p. 32] Insomnia De lange uren tussen slaap en waken terwijl de regen de seconden tikt - Het beetje tijd waarover je beschikt vergaat aan zulke nutteloze zaken. Het hoge doel waarop je had gemikt, het lager doel waartoe je mocht geraken; en waaraan zelfs geen dood een eind kon maken, ons beider onverbrekelijk conflict. De regen en het leed te allen tijde, het komt tenslotte op hetzelfde neer: wij hebben tegen het oneindig lijden uiteindelijk maar een gering verweer. Ik denk aan alle dingen die we zeiden, want al die dingen zeggen we niet meer. [pagina 33] [p. 33] Mismoedig rondeel Ons leven is doortrokken van de dood, wij hebben alle reden om te klagen. Wel koesteren wij hier en daar nog vage verwachtingen en houden wij ons groot, maar als je nagaat wat er overschoot van al die nachten en van al die dagen - Ons leven is doortrokken van de dood, wij hebben alle reden om te klagen. De tranen die je waar ook om vergoot, de wroegingen die aan je blijven knagen, en al ons hopen, liefhebben en vragen is eigenlijk van elke zin ontbloot; ons leven is doortrokken van de dood. Vorige Volgende