[De Tweede Ronde 1986, nummer 1]
Voorwoord
In dit Lentenummer 1986 Nederlands proza met een satirische bijdrage van onze Vlaamse medewerker André Janssens en een nieuw verhaal van L.H. Wiener. In Nederlandse poëzie nieuw werk van o.m. Maarten Doorman, Karel van Eerd, Johanna Kruit, Jean Pierre Rawie, Renée van Riessen, de come-back van Lou Vleugelhof, en Leo Vroman in een tweeluik met Georgine Sanders (haar debuut).
In Light Verse Simon Knepper, Charlotte Mutsaers, Drs. P, Alexander Pola, Kees Stip en een door Peter Burger gemoderniseerde versie van Anthonis de Rooveres ‘Van der Mollenfeeste’.
De overige rubrieken ademen de geest van de vertaalde literatuur in dit nummer, de Israëlische: in Anthologie een feuilleton uit 1920 van Jacob Israël de Haan over zijn leven in Jeruzalem, en in Tekeningen impressies van de weg Tel Aviv-Jeruzalem, door Reineke Hollander.
De ontwikkeling van het Hebreeuws in deze eeuw, van sacrale literaire taal (even kunstmatig gecultiveerd als het Latijn van Middeleeuwen en Renaissance, en al evenzo door de eeuwen heen een medium voor literatuur) tot een springlevende natuurlijke taal die de moedertaal is van een groot deel van de huidige bevolking van Israël, vormt een linguïstisch wonder. Het brengt met zich mee dat de literatuur in het hedendaagse Hebreeuws nog jong is, niet veel meer dan dertig jaar, terwijl de letteren in een land dat gedurende die periode constant onderhevig was aan de psychische druk of de dreiging van oorlog, geen hoge prioriteit hebben.
Toch heeft Israël inmiddels een aantal schrijvers van formaat voortgebracht, van wie Amoz Oz en A.B. Yehoshua het meest op de voorgrond treden. Van de eerste is een novelle opgenomen, van de tweede een indringend essay over de morele dilemma's van het zionisme. Ook bevat Vertaald proza verhalen van de hier onbekende auteurs Yossel Birstein, Hanoch Levin en Yitzchak Oren. Natuurlijk is ook S.Y. Agnon (1888-1970), Israëls Nobelprijswinnaar en wegbereider van het moderne Hebreeuws, vertegenwoordigd met een karakteristiek mysterieus verhaal. Alle auteurs worden geïntroduceerd met een korte noot, de dichters in Vertaalde poëzie (Yehuda Amichai, Ory Bernstein, Moshe Dor, Amir Gilboa, Yair Hurvitz, Asher Reich, Aryeh Sivan, Avner Treinin, Meir Wieseltier, Nathan Zach en Zelda) bovendien met een beknopte inleiding in Essay.
Graag betuigen wij onze speciale dank aan The Institute for the Translation of Hebrew Literature in Tel Aviv, dat alle auteursrechten voor ons geregeld heeft, en aan gastredactrice Shulamith Bamberger, die het leeuwedeel van de vertalingen voor haar rekening heeft genomen.
Redactie