De Tweede Ronde. Jaargang 6
(1985)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 204]
| |
Twee gedichten
| |
CompanyI
It is a man.
It sits in the public library
coveting the women it fears.
They sense it has been without a woman a long time
and they loathe it.
They smell the worst kind of celibacy on it,
involuntary.
There is a rancidness, a smell of having given up,
of having been given up on:
if no one cares then no one will care.
| |
[Nederlands] | |
[pagina 205]
| |
Het is niet de versleten spijkerbroek
of het overhemd dat een dag te lang gedragen lijkt
hoe pas het ook is gewassen;
het zijn niet de nagels, geknipt of ongeknipt, vuil of schoon,
of de gele tabaksvlek aan de binnenkant van zijn vinger,
of het haar, gekamd of ongekamd;
het is geen kwestie van het gebit laten saneren,
het heeft niets te maken met meeëters
of met zijn lompe gestalte of zelfs met geld:
vrouwen zijn royaal als ze het kunnen zijn.
Het is de lucht van hopeloosheid,
het is de uitwaseming van angst die de maag verzweert.
Vrouwen glippen er snel bij weg, bespeuren iets non-menselijks,
de verkeerde staat van verlangen, het verkeerde soort behoefte,
het lange wachten.
2
Het houdt van gezelschap en gezelschap walgt ervan;
gezelschap geniet ervan om ervan te walgen;
het geniet ervan om gezelschap te laten walgen.
Het denkt dat het zich graag gedraagt
zoals gezelschap verwacht dat het zich gedraagt:
schooiend, bedelend, graaiend,
onbeschaamde onderdanigheid,
arrogant gejank.
| |
[Engels]It is not the worn jeans
or the shirt seeming to have been on one day too long
no matter how newly washed;
it is not the fingernails, cut or uncut, dirty or clean,
or the yellow tobacco smear along the side of the finger,
or the hair, combed or uncombed;
it is not a matter of fixing the teeth,
nothing to do with blackheads
or with the awkward shape or even with money:
women are generous when they are able to be.
It is the smell of hopelessness,
it is fear's emanation, that ulcerates the stomach.
Women edge away from it, feeling something unhuman,
the wrong condition of longing, the wrong character of need,
the long time waiting.
2.
It loves company and company is disgusted by it;
company enjoys being disgusted by it;
it enjoys disgusting company.
It thinks that it likes to act
as company aspects it to act:
cadging, begging, groping,
insolent subservience,
arrogant whining.
| |
[Nederlands] | |
[pagina 206]
| |
Aan zijn nek voelt het
dat het alles afweet van mensen,
wat ze denken of verwachten:
maar zij weten alles van het. Ze zijn genegen
te genieten van hun walging, vermaakt te zijn,
zolang de prijs niet te hoog is.
Als de prijs te hoog is
zullen ze niet langer vermaakt zijn.
Dan zal het geen gezelschap meer hebben.
Het zal ergens anders heen moeten gaan.
Ergens anders zullen dezelfde dingen gebeuren.
Er zullen altijd dingen gebeuren.
En weer opnieuw. Hetzelfde ritme.
Maar korter
van duur. Het wordt
steeds korter dag. Totdat
er uiteindelijk opeens geen dag meer is.
Geeneen.
3
Het zit grimmig voor driekwart dollar
of voor niks in een asyl van het Leger des Heils of de armenzorg
en vertelt de andere schooiers wat het had kunnen zijn
of doen
en luistert naar wat zij hadden kunnen zijn of doen -
bij de ene brits na de andere,
en alle bedden in alle steden hetzelfde.
| |
[Engels]In the nape of its neck it feels
that it knows all about people,
what they think or expect:
but they know all about it. They are willing
to enjoy their disgust, to be amused,
so long as the price is not too high.
When the price is too high
they will cease to be amused.
Then it will not have company.
It will have to go somewhere else.
The same things will occur in another place.
Things will always occur.
And back again. The same rhythms.
But shorter
durations. The time
always gets shorter. Until
in a rush at last there is no time.
At all.
3.
It will sit sour in seventy-five cent
or free Salvation Army and welfare barracks
and tell the other bums what it might have been
or done
and listen to what they might have been or done -
moving from cot to cot.
and all of the beds in all of the cities the same.
| |
[pagina 207]
| |
4.
Hemel blauw.
Onechte pluizige witte ansichtkaartwolken
klonteren langzaam voort aan de hete hemel.
Kust met gras, aangespoeld hout, zand.
Dan gemengd zand met schelpen en kiezels,
en donkergroen-zwarte plantensmurrie uit zee.
Dan kiezels en smurrie en schelpen,
dan stenen en schelpen,
dan gelig schuim met vlekken wit,
dan kleine, dikke, luie golven water
waar stokken in drijven.
Tankstations voor boten gemeerd in het water,
een paar motorboten, een paar zeilboten,
de oceaan.
En onmogelijke mijlen verderop zijn de eilanden van de Zuidzee,
verbeelde cartouches in een romantische atlas, uitheemse geschiedenis,
Polynesië, Melanesië, Micronesië... een atlas
vol leven -
Zelfs als er kannibalen dansen,
overal beter dan hier waar de mensen het kennen...
4
Sky blue.
Phony-looking fluffy white postcard clouds
lumping slowly along in the hot sky.
Beach with grass, washed-up logs, sand.
Then mixed sand and shells and pebbles,
and dark green-black vegetable sludge from the sea.
Then pebbles and sludge and shells,
then stones and shells,
then yellowish foam flecked with white,
then small fat lazy rolls of water
with sticks floating on it.
Fueling stations for boats anchored in the water,
a few power boats, a few sail boats,
the ocean.
And impossible miles across there are the islands of the Pacific,
imagined decorations in a romantic atlas, alien histories,
Polynesia, Melanesia, Micronesia... an atlas
full of life -
Even if the cannibals dance,
anywhere but here where people know it....
| |
[pagina 208]
| |
5.
Het buigt zich,
trekt zijn schoenen en sokken uit.
Het gaat op het zand zitten,
steunend op zijn handen achter zijn rug,
de benen stijf vooruit;
het voelt een spoor van schaamte.
Het is bleek.
Er zit vuil tussen zijn tenen en rond de nagels.
Het graaft zijn voeten onder het zand om ze niet te zien.
De zon is heet.
Meeuwen krijsen.
Er zijn meisjes en vrouwen op het strand en in het water.
Het probeert niet naar het vlees te kijken.
6
Herinneringen glijden voorbij;
ze kunnen niet vastgehouden worden.
Ze te herinneren zonder te liegen is moeilijk.
Met vrienden, als je bier drinkt, zijn er regels,
een code bij het vertellen -
5
It doubles over,
takes off its shoes and socks.
It sits down on the sand,
hands propped behind it,
legs stuck stiffly out;
it feels a trace of shame.
It is pale.
There is dirt between its toes and around the nails.
It digs its feel into the sand to cover them.
The sun is hot.
Gulls squawk.
There are girls and women on the beach and in the water.
It tries not to look at the flesh.
6.
Memories drift past;
they cannot be grasped.
To remember without lying is difficult.
With friends, drinking beer, there is a set or rules,
a code of telling
| |
[Nederlands] | |
[pagina 209]
| |
die de fouten toedekt,
de lafheden en stompzinnnigheden,
en er zwakke vermakelijke deugden van maakt,
anekdotes waarin niemand echt wint of verliest.
7
Als er geen vrienden zijn
moeten er tenminste soms mensen om je heen zijn.
het zou te erg zijn
om altijd alleen in een kamer te zitten
of op de rand van een brits in een lawaaiige ruimte.
8
Herinnering lijkt nu een trage trein
die de rails volgt.
Meerijden is gaan waar de trein gaat,
of net zoals de trein gaat,
maar niet altijd de hele reis.
Niet altijd?
Nooit.
| |
[Engels]that covers the errors,
the cowardites and stupidities,
turning them into weak amusing virtues,
anecdotes in which no one really wins or loses.
7.
When there are no friends
at least there must be companions occasionally.
It would be too much
to sit in a room alone all of the time
or on the edge of a cot in a noisy room.
8.
Remembering seems like a slow train now,
that goes on its tracks.
To ride is to go where the train goes,
or the way the train goes,
though not always all the way.
Not always?
Never.
| |
[pagina 210]
| |
9
Het trekt zijn voeten uit het zand.
Het staat op en loopt naar de rand van de oceaan.
Golfjes spoelen over zijn voeten en raken zijn enkels soms.
Het water is koel en prettig.
Het loopt terug naar waar het zat
en staat naar zijn voeten te kijken.
Het heeft de meisjes en de vrouwen op het strand vergeten,
het vlees.
Als zijn voeten droog zijn zal het zijn sokken en schoenen aantrekken.
en van het strand aflopen
met gebogen hoofd
en de brug oversteken naar het stadscentrum
naar de rookkamer van de openbare bibliotheek.
10
Misschien zal er iets gebeuren.
Misschien zal er iets prettigs gebeuren.
Misschien zal het iemand tegenkomen die het kent
of iemand door wie het wordt gekend.
Hem.
9.
It takes its feet out of the sand.
It stands up and walks to the edge of the ocean.
Wavelets cover its feet and touch its ankles at times.
The water is cool and pleasant.
It walks back to where u had been
and stands looking at its feet.
It has forgotten the girls and the women on the beach,
the flesh.
When its feet are dry it will put on its socks and shoes
and walk off the beach
with its head down
and cross the bridge to the centre of the city
to the smoking room of the public library.
10.
Perhaps something will happen.
Perhaps something good will happen.
Perhaps it will meet someone it knows
or someone who knows it.
Him.
| |
[Nederlands] | |
[pagina 211]
| |
Ze zouden samen over vroeger praten.
Ze zouden elkaar gelijk geven.
Ze zouden bier drinken en roken en vertrouwelijk praten
over vrouwen
tot sluitingstijd.
Dan zouden ze uit elkaar gaan,
zonder één weerklank.
| |
[Engels]They would talk together about the past.
They would agree with each other.
They would drink beer and smoke and talk confidently
about women
until closing time.
Then they would part,
not contradicting each other.
| |
De tweekoppige slangHet gebergte te blijven voelen
en toch de prairie vast te houden
is iets moeilijks. Wat mooi is
is al wat de adrenaline op gang brengt;
daarom reken ik angst en paniek
tot het mooiste dat er is. Het mooiste dat er is
is te leven, niets te vergeten,
ook al doet herinnering pijn
als een dwaasheid die je begaan hebt, is een dwaasheid die je begaat.
Mooi is al wat
de adrenaline op gang brengt. Angst
in de bergen 's nachts is
niet ijl, het is niet de kou
die me doet huiveren, mij beschaafde mens,
blanke, ik moet denken aan
de verhalen van de Indianen,
Sis-i-utl, de tweekoppige slang.
| |
The double-headed snakeNot to lose the feel of the mountains
while still retaining the prairies
is a difficult thing. What's lovely
is whatever makes the adrenalin run;
therefore I count terror and fear among
the greatest beauty. The greatest
beauty is to be alive, forgetting nothing,
although remembrance hurts
like a foolish act, is a foolish act.
Beauty's whatever
makes the adrenalin run. Fear
in the mountains at night-time's
not tenuous, it is not the cold
that makes me shiver, civilized man,
white, I remember
the stories of the Indians,
Sis-i-utl, the double-headed snake.
| |
[Nederlands] | |
[pagina 212]
| |
Mooi is wat
de adrenaline op gang brengt. Angst 's nachts
op de effen vlakte, geen horizon
en de sterren te fel, wind bitter koud
zelfs in juni, in de winter
sneeuw die schril is, die waait,
dat is wat me doet
huiveren, niet de koude lucht alleen.
Het ene mooi valt tegen het andere weg. De vlakte
lijkt veilig en vertroostend
op Crow's Nest Pass; in Saskatchewan
geeft het troost aan de bergen
te denken, tussen de
naar het oosten afnemende heuvels
lijken het vlakland en de bergrug
allebei best te verdragen.
Omdat het ene mooi
tegen het andere wegvalt, is herinnering
een dwaasheid, een tweekoppige slang
die toeslaat naar beide kanten, maar ik
herinner me vlakland en bergen, plaatsen
waar ik geweest ben, waar ik bij hoor en woon.
| |
[Engels]Beauty's what makes
the adrenalin run. Fear at night
on the level plains, with no horizon
and the stars too bright, wind bitter
even in June, in winter
the snow harsh and blowing,
is what makes me
shiver, not the cold air alone.
And one beauty cancels another. The plains
seem secure and comfortable
at Crow's Nest Pass; in Saskatchewan
the mountains are comforting
to think of; among
the eastwardly diminishing hills
both the flatland and the ridge
seem easy to endure.
As one beauty
cancels another, remembrance
is a foolish act, a double-headed snake
striking in both directions, but I
remember plains and mountains, places
I come from, places I adhere and live in.
|
|