[De Tweede Ronde 1985, nummer 3]
Voorwoord
Na het welgevulde Lustrumnummer moest de omvang van dit Herfstnummer beperkt blijven tot 160 pagina's. In Nederlands proza twee verhalen, van Chantal van Dam en Frans Pointl, en een drietal brieven van Adriaan Morriën. In Nederlandse poëzie o.m. werk van twee opmerkelijke Vlaamse dichters, debutant Charles Ducal en Erik Spinoy, die in ons vorige nummer debuteerde. Ook een Nederlands debuut van Karel van Eerd, die wij eerder als Pasolini-vertaler introduceerden. Voor het eerst poëzie van Hans Vlek, opnieuw poëzie van Leo Vroman.
Light Verse biedt o.m. een nieuw Vierluik, de Donselaer-strip van Charlotte Mutsaers, voor het eerst in deze rubriek Peter Burger, zoals steeds Drs. P en Kees Stip, en tenslotte werk van twee Noren, Bjerke en Øverland.
Het vertaalde gedeelte van dit nummer is namelijk gewijd aan de Noorse literatuur, die pas tot bloei kon komen nadat Noorwegen zich in de loop van de vorige eeuw had bevrijd van de Deense hegemonie. In Vertaalde poëzie werk van negen Noorse dichters, onder wie meesters als Hamsun, Ibsen en Edvard Munch, die als dichters weinig bekend zijn. Hamsun krijgt speciale aandacht in dit nummer. De voorplaat toont een spotprent van Hamsun in de rol van Pan. Twee niet eerder vertaalde verhalen van Hamsun zijn opgenomen, en een essay over hem van Nordahl Grieg. In Vertaald proza ook verhalen van Løveid, Omre, Sandemose en Vesaas. Alsof ze erop geselecteerd zijn, spelen in elk van de Noorse verhalen dieren een belangrijke rol.
In Tekeningen Edvard Munch, ten dele illustraties bij Ibsens Peer Gynt. In Anthologie tenslotte sociale satire van de achttiende-eeuwse Noor Holberg, in een Nederlandse vertaling uit 1741.
Redactie