De Tweede Ronde. Jaargang 6(1985)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 59] [p. 59] Vijf gedichten Hans Warren [De dichter sprak, beklijft zijn woord] De dichter sprak, beklijft zijn woord dan zijn jouw ogen enige tijd gewijd tot mooie ogen, heeft je mond de lippen waarvan generaties dromen. Je warmt je arm hart er niet aan. Je gaat verloren. Ook voor hem. De dichter sterft vereenzaamd. Wat was zijn liefde dan geloof, zijn vers dan bidden, wat was jij dan god. * * * [Ik heb je niet lief, ik lieg] Ik heb je niet lief, ik lieg. Je geur bedwelmt me. Kom niet nog nader, je geur stoot me straks af. Nu heet je zo, morgen heet je anders. Ik vlucht omdat je bent wie je bent, lijfelijk, lawaaierig, te jong, ik heb je niet lief, ik lieg. * * * [Een zeepbel is niet te verwerven] Een zeepbel is niet te verwerven ook liefde sterft aan de opperhuid. Nakijken, dromen, derven maken de waarde uit. [pagina 60] [p. 60] Passerend Een dag, mogelijk twee dagen denk je er aan: op straat lag een jonge kerel neergeschoten. Door wie, waarom? Onder het opgeschoven shirt de rug nog bruin. Een massa zwarte krullen. Een nog vloeiende plas helderrood bloed. De omstanders in schijnwerpers van auto's leken figuren uit een marionettenshow en iemand maakte medische gebaren maar dat die jongen dood was zag elkeen. Tien tegen een dat niemand ooit zal weten aan wie die tengere rug, dat welig haar - oh nee, draai hem niet om! Nu heeft de dood een godenmasker. Een dag, mogelijk twee dagen denk je er aan. Adieu Je leek een florentijnse doodspage met je sluike halflange haar, je matte sombere gelaat, je engsluitende zwarte tuniek, zelfs je ogen schenen git. Je zong met een metalen alt. Ik kon mijn ogen niet van je afhouden en jij keek telkens terug tot ik bloosde. Na het concert bleek je een banale Engelse jongen van een jaar of zeventien met grijze ogen en een diepe spreekstem. Je was gewillig en je stonk een beetje. Je hebt tegen me geglimlacht toen we elkaar de volgende dag herkenden en in Dordrecht, tijdens een maartse bui zijn we voorgoed uit elkaar geregend. Vorige Volgende