De Tweede Ronde. Jaargang 6(1985)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 56] [p. 56] Bij mijn vader in het tehuis Bert Voeten Niet schameler, niet meer ontvleesd in zijn dood kon hij worden dan hij toen bij zijn leven was. Verdronken al haast in zijn zwarte pak vol as, de ogen bewasemd, de zwarte pijp stukgerookt, zag je hem krimpen tot kind, en je zag hoe je eens, verzwolgen door zijn overjas, zijn flambard, Onnozele Kinderen vierde (zo dicht tot elkaar raakte je pas in die zaal). Op het tafelkleed doorploegden zijn vingers woestijnen. Hij keek je aan met de tastende blik van een blindenhand, en hij vroeg: ‘Bent u soms mijn zoon?’ - Tot elkaar, maar niet lang genoeg om de bres voorgoed te dichten zaten we daar. Vorige Volgende