De Tweede Ronde. Jaargang 6

(1985)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– rechtenstatus



[pagina 152]
Vertaalde poëzie Portret van Karyotákis door G. Varlámos

[pagina 153]
Vier vroege gedichtenGa naar voetnoot* Odysséas Elytis (Vertaling Courtine Wit) Marina van de rotsen Je hebt een smaak van storm op de lippen - Maar waar zwierf je Heel de dag in de harde mijmering van rots en zee Een adelaarsdragende wind woei de heuvels bloot Woei je verlangen bloot tot op het bot En de pupillen van je ogen grepen het stokje van Chimaera Schuimstrepen trekkend over de herinnering! Waar is het vertrouwde bergpad van de kleine September Naar de rode grond waar je speelde terwijl je wat lager Het diepe struikgewas zag van de andere meisjes De plekjes waar je vriendinnen armenvol rozemarijn lieten liggen - Maar waar zwierf je Heel de nacht in de harde mijmering van rots en zee Ik zei je in het naakte water z'n stralende dagen te tellen Liggend achterover te genieten van de dageraad der dingen Of ook te zwerven door goudgele velden Met een klavertje licht op je borst heldin van de jambe. Je hebt een smaak van storm op de lippen En een jurk rood als het bloed Diep in het goud van de zomer En de geur van hyacinten - Maar waar zwierf je
Η μαρινα των βραχων - Μὰ ποῦ γύριζες Ὁλονυχτὶς τὴ σϰληρὴ ρέμβη τῆς πέτρας χαὶ τῆς θάλασσας Σοῦ ᾽λεγα νὰ μετρᾶς μέσ᾽ στὸ γδυτὸ νερὸ τὶς φωτεινές τον μέρες Ἀνάσϰελη νὰ χαίρεσαι τὴν αὐγὴ τῶν πραγμάτων Ἢ πάλι νὰ γυρνᾶς ϰίτρινους ϰάμπους Μ᾽ ἕνα τριφύλλι φῶς στὸ στῆθος σου ἡρωίδα ἰάμβου. Ἔχεις μιὰ γεύση τριϰυμίας στὰ χείλη Κι ἕνα φόρεμα ϰόϰϰινο σὰν τὸ αἶμα Βαθιὰ μέσ᾽ στὸ χρυσάφι τοῦ ϰαλοϰαιριοῦ Καὶ τ᾽ ἄρωμα τῶν γυαϰίνθων - Μὰ ποῦ γύριζες Ἔχεις μιὰ γεύση τριϰυμίας στὰ χείλη - Μὰ ποῦ γύριζες Ὁλημερὶς τὴ σϰληρὴ ρέμβη τῆς πέτρας ϰαὶ τῆς θάλασσας Ἀετοφόρος ἄνεμος γύμνωσε τοὺς λόφους Γύμνωσε τὴν ὲπιθυμία σου ὡς τὸ ϰόϰαλο Κι αἰ ϰόρες τῶν ματιῶν σου πήρανε τὴ σϰυτάλη τῆς Χίμαιρας Ριγώνοντας μ᾽ ἀφρὸ τὴ θύμηση! Ποῦ εἶναι ἡ γνώριμη ἀνηφοριὰ τοῦ μιϰροῦ Σεπτεμβρίου Στὸ ϰοϰϰινόχωμα ὅπου ἕπαιζες θωρώντας πρὸς τὰ ϰάτω Τοὺς βαθιοὺς ϰυαμῶνες τῶν ἄλλων ϰοριτσιῶν Τὶς γωνιὲς ὅπου οἱ φίλες σου ἄφηναν ἀγϰαλιὲς τὰ δυοσμαρίνια
[Nederlands]
[pagina 154]
Afdalend naar de stranden de baaien met de kiezels Daar was een koud zout zeegras Maar dieper nog een menselijk gevoel dat bloedde En je opende verrast je armen en noemde z'n naam Lichtkens stijgend totaan de klaarte der zeebodem Waar je eigen ster te lichten lag. Luister, het woord is de wijsheid der laatsten En de tijd een hartstochtelijk beeldhouwer der mensen En de zon staat boven hem monster van hoop En jij dichterbij hem omarmt een liefde Met een bittere smaak van storm op de lippen. Er is geen reden voor jou blauw tot op het bot te rekenen op een andere zomer Voor de rivieren om hun loop te veranderen En je terug te brengen naar hun moeder Geen reden voor jou om nog eens andere kersenbomen te kussen Of te galopperen op de Noordwester Als een zuil staand op de rotsen zonder gisteren en morgen Op de gevaren der rotsen met de haardracht van de storm Zul je afscheid nemen van je raadsel.
[Grieks] Κατεβαίνοντας πρὸς τοὺς γιαλοὺς τοὺς ϰόλπους μὲ τὰ βότσαλα Ἤταν ἐϰεῖ ἕνα ϰρύο ἁρμυρὸ θαλασσόχορτο Μὰ πιὸ βαθιὰ ἕνα ἀνθρώπινο αἵσθημα ποὺ μάτωνε Κι ἄνοιγες μ᾽ ἔϰπληξη τὰ χέρια σου λέγοντας τ᾽ ὄνομά τον Ἀνεβαίνοντας ἀνάλαφρα ὣς τὴ διαύγεια τῶν βυθῶν Ὅπου σελάγιζε ὁ διϰὁς σου ὁ ἀστερίας. Ἄϰουσε, ὁ λόγος εἴναι τῶν στερνῶν ἡ φρόνηση Κι ὁ χρόνος γλύπτης τῶν ἀνθρώπων παράφορος Κι ὁ ἥλιος στέϰεται ἀπὸ πάνω του θηρίο ἐλπίδας Κι ἐσὺ πιὸ ϰοντά του σφίγγεις ἕναν ἔρωτα Ἔχοντας μιὰ πιϰρὴ γεύση τριϰυμίας στὰ χείλη. Δὲν εἶναι γιὰ νὰ λογαριάζεις γαλανὴ ὤς τὸ ϰόϰαλο ἄλλο ϰαλοϰαίρι Γιὰ ν᾽ ἀλλάξουνε ρέμα τὰ ποτάμια Καὶ νὰ σὲ πᾶνε πίσω στὴ μητέρα τους, Γιὰ νὰ ξαναφιλήσεις ἄλλες ϰερασιὲς Ἢ γιὰ νὰ πᾶς ϰαβάλα στὸ μαῖστρο Στυλωμένη στοὺς βράχους δίχως χτὲς ϰαὶ αὔριο, Στοὺς ϰινδύνους τῶν βράχων μὲ τὴ χτενισιὰ τῆς θύελλας Θ᾽ ἀποχαιρετήσεις τὸ αῖνιγμἀ σου.

[pagina 155]
Leeftijd van de blauwe herinnering Olijven en wijngaarden in de verte reikend totaan de zee Rode vissersboten verder nog totaan de herinnering Gouden gewaden van Augustus in de middagslaap Met zeewier of schelpen. En die boot Pas van de werf, groen, die nog leest in de vredige omarming van de wateren God beschikt Voorbij gingen de jaren bladeren of kiezels ik herinner me de jongens, de matrozen wanneer ze vertrokken En de zeilen verfden in de kleur van hun hart Ze bezongen dan de vier hoeken van de horizon En droegen Noordenwinden getatoeëerd op hun borst. Wat zocht ik toen je kwam goudgekleurd door de opgaande zon Met de leeftijd van de zee in je ogen En met de gezondheid van de zon in je lichaam - wat zocht ik Diep in de grotten van de zee in de ruime dromen Waar de wind zijn gevoelens deed schuimen Onbekend en blauw en in mijn borst zijn zee-embleem kervend Met het zand aan mijn vingers sloot ik mijn vingers Met het zand in mijn ogen klemde ik mijn vingers dicht Het was het verdriet - ik herinner me het was april toen ik voor de eerste keer je menselijke zwaarte heb gevoeld Je menselijk lichaam leem en zonde Zoals op onze eerste dag op aarde 't Was het feest van de amaryllis - Maar ik herinner me je leed pijn Het was een diepe beet in je lippen Een diepe kras op je huid daar waar de tijd voor eeuwig zijn spoor trekt Ik heb je toen verlaten
[pagina 156]
En een bulderende wind tilde de witte huizen De witte gevoelens frisgewassen omhoog Naar de hemel die straalde met een lach. Nu zal ik bij me houden een kruik onsterfelijk makend water Ik zal een vorm hebben van vrijheid van wind die doet wankelen En die handen van je waar de Liefde zal worden gekweld En die schelp van je waarin het Aegeon zal weerklinken.
Ηλικια τησ γλαυκησ θυμησησ Ἐλαιῶνες ϰι ἀμπέλια μαϰριὰ ὣς τὴ θάλασσα Κόϰϰινες ψαρόβαρϰες πιὸ μαϰριὰ ὣς τὴ θύμηση Ἔλυτρα χρυσὰ τοῦ Αὐγούστου στὸ μεσημεριάτιϰο ὔπνο Μὲ φύϰια ἢ ὄστραϰα. Κι ἐϰεῖνο τὸ σϰάφος Φρεσϰοβγαλμένο, πράσινο, ποὺ διαβάζει ἀϰόμη στὴν εἰρήνη τοῦ ϰόλπου τῶν νερῶν Ἔχει ὁ Θεὸς Περάσανε τὰ χρόνια φύλλα ὴ βότσαλα Θυμᾶμαι τὰ παιδόπουλα, τοὺς ναῦτες ποὐ ἔφευγαν Βάφοντας τὰ πανιὰ σὰν τὴν ϰαρδιά τους Τραγουδοῦσαν τὰ τέσσερα σημεῖα τοῦ όρίζοντα Κι εἶχαν ζωγραφιστοὺς βοριάδες μέσ᾽ στὰ στήθια. Τί γύρευα ὅταν ἕφτασες βαμμένη ἀπ᾽ τὴν ἀνατολὴ τοῦ ἥλιου Μὲ τὴν ἡλιϰία τῆς θάλασσας στὰ μάτια Καὶ μὲ τὴν ὑγεία τοῦ ἥλιου στὸ ϰορμί - τί γύρευα Βαθιὰ στὶς θαλασσοσπηλιὲς μέσ᾽ στὰ εὐρύχωρα ὄνειρα Ὅπου ἄφριζε τὰ αἰσθήματά του ὁ ἄνεμος Ἄγνωστος ϰαὶ γλαυϰός, χαράζοντας στὰ στήθια μου τὸ πελαγίσιο του ἔμβλημα Μὲ τὴν ἄμμο στὰ δάχτυλα ἔϰλεινα τὰ δάχτυλα Μὲ τὴν ἄμμο στὰ μάτια ἔσφιγγα τὰ δάχτυλα Ἤτανε ἡ ὀδὑνη - Θυμᾶμαι ἦταν Ἀπρίλης ὅταν ἔνιωσα πρώτη φορὰ τὸ ἀνθρώπινο βάρος σου Τὸ ἀνθρώπινο σῶμα σου πηλὸ ϰι ἁμαρτία Ὅπως τὴν πρώτη μέρα μας στὴ γῆ Γιόρταζαν τὶς ἀμαρυλλίδες - Μὰ θυμᾶμαι πόνεσες Ἤτανε μιὰ βαθιὰ δαγϰωματιὰ στὰ χείλια Μιὰ βαθιὰ νυχιὰ στὸ δέρμα ϰατὰ ϰεῖ ποὺ χαράζεται παντοτινά τον ὁ χρόνος Σ᾽ ἄφησα τότες Καὶ μιὰ βουερὴ πνοὴ σήϰωσε τ᾽ ἄσπρα σπίτια Τ᾽ ἄσπρα αἰσθήματα φρεσϰοπλυμένα ἐπάνω Στὸν οὐρανὸ ποὺ φώτιζε μ᾽ ἕνα μειδίαμα. Τώρα θά ᾽χω σιμά μου ἔνα λαγήνι ἀθάνατο νερὸ Θά ᾽χω ἕνα σχῆμα λευτεριᾶς ἀνέμου ποὺ ϰλονίζει Κι ἐϰεῖνα τὰ χέρια σου ὅπου θὰ τυραννιέται ὁ Ἔρωτας Κι ἐϰεῖνο τὸ ϰοχύλι σου ὅπου θ᾽ ἀντηχεῖ τὸ Αἰγαῖο.
Melancholie van het Aegeon Welk een zielsverbondenheid in de zeezwaluwen van de middag! Welk een windstilte in de stemmen van het verre vasteland! De koekoek in de omslagdoek der bomen Het mystieke moment van het avondmaal der vissers En de zee die speelt met haar harmonica Het verre verdriet van de vrouw De mooie vrouw die haar borsten ontblootte Toen de herinnering de nesten binnenkwam En de seringen de zonsondergang met vuur besproeiden!
[pagina 157]
Met de kaïk en met de zeilen van de Madonna Vertrokken ze met gunstige wind De minnaars van het verblijf der lelies in vreemde velden Maar de nacht hoe murmelde hij hier tegen de slaap Met klaterende haren op glanzende halzen Of op grote witte stranden En hoe werd verspreid en hoog opgestrooid Met het gouden zwaard van Orion Het stof van de dromen der meisjes Die geurden naar basilicum en munt! Op de driesprongen waar de heks uit oude tijden stond De winden in brand stekend met droge thijm Liepen licht de slanke schaduwen Met een kruik vol sprakeloos water in de hand Moeiteloos alsof ze het paradijs betraden En op het gebed der krekels dat de velden deed schuimen Kwamen de mooie meisjes tevoorschijn met een huid van maanlicht Om te dansen op de middernachtelijke dorsvloer... O tekenen gij die doordringt in de diepte Van het water dat een spiegel vasthoudt Zeven kleine lelies die staat te stralen
Μελαγχολια του αιγαιου Ποιός εἱρμὀς ψυχῆς στἰς ἀλϰυόνες τοῦ ἀπογέματος! Ποιά νηνεμία στὶς φωνὲς τῆς μαϰρινῆς σττριᾶς! Ὁ ϰοῦϰος μέσ᾽ στῶν δέντρων τὸ μαντίλι Κι ἡ μυστιϰὴ στιγμὴ τοῦ δεἱπνου τῶν ψαράδων Κι ἡ θάλασσα ποὺ παίζει μὲ τὴ φυσαρμόνιϰα Τὸ μαϰρινὸ μαράζι τῆς γυναίϰας Τῆς ὡραίας ποὺ γύμνωσε τὰ στήθη της Ὁταν ἡ θύμηση μπῆϰε στὶς φωλιὲς Κι οἰ πασχαλιὲς ραντίσαν μὲ φωτιὰ τὴ δύση! Μὲ τὸ ϰαίϰι ϰαὶ μὲ τὰ πανιὰ τῆς Παναγίας Ἔφυγαν ϰατευόδιο τῶν ἀνέμων Οἱ ἐραστὲς τῆς ξενιτιᾶς τῶν ϰρίνων Ἀλλὰ ἡ νύχτα πῶς ἐδῶ ϰελάρυσε τὸν ύπνο Μὲ γάργαρα μαλλιὰ στοὺς φεγγεροὺς λαιμοὺς Ἤ στὶς μεγάλες άσπρες παραλίες Καὶ πῶς μὲ τὸ χρυσὸ σπαθὶ τοῦ Ὠρίωνα Σϰόρπισε ϰαὶ ξεχύθηϰε ψηλὰ Ἡ σϰόνη ἀπὸ τὰ ὄνειρα τῶν ϰοριτσιῶν Ποὺ εὐὠδιασαν βασιλιϰὀ ϰαὶ δυόσμο! Στὰ τρίστρατα όπου στάθηϰεν ἡ ἀρχαία μάγισσα Καίοντας μὲ ξερὸ θυμάρι τοὑς ἀνέμους Οἱ λυγερὲς σϰιὲς άλαφροπερπατήσανε Μ᾽ ἕνα σταμνὶ γεμάτο ἀμίλητο νερὸ στὸ χέρι Εύϰολα σὰ νὰ μπαῖναν στὸν παράδεισο Κι ἀπὸ τὴν προσευχὴ τῶν γρύλων ποὺ ἄφρισε τοὺς ϰάμπους Οἱ δμορφες ξεπροβάλανε μὲ δέρμα φεγγαριοῦ Γιὰ νὰ χορέψουνε στὸ μεσονύχτιο ἁλώνι... Ὢ σημάδια ποὺ περνᾶτε μέσ᾽ στὸ βάθος Τοῦ νεροῦ ποὺ ϰρατάει ἕναν ϰαθρέφτη Ἑφτὰ ϰρινάϰια ποὺ λαμποϰοπᾶτε
[pagina 158]
Als het zwaard van Orion weerkeert Zal het schamel brood vinden onder de lamp Maar een ziel in de gloeiende as der sterren Het zal grote handen vinden vertakt in de oneindigheid Verlaten zeewier jongste telg der kust Jaren groene edelstenen O groene edelsteen - welke stormvoorspeller zag je Het licht tegenhouden bij de geboorte van de dag Het licht bij de geboorte van de twee ogen der wereld! Ὄταν ξαναγυρίσει τὸ σπαθὶ τοῦ Ὠρίωνα Θά βρει φτωχὸ ψωμὶ ϰάτω ἀπὸ τὸ λυχνάρι Ἀλλὰ ψυχὴ στὴ χόβολη τῶν ἄστρων Θά βρει μεγάλα χέρια διαϰλαδωμένα στὸ ἄπειρο Ἔρημα φύϰια στερνοπαίδια τοῦ γιαλοῦ Χρόνια πετράδια πράσινα Ὢ πράσινο πετράδι - ποιός θυελλομάντης εἴδε Νὰ σταματᾶς τὸ φῷς στὴ γέννηση τῆς μέρας Τὸ φῶς στὴ γέννηση τῶν δυὸ ματιῶν τοῦ ϰόσμου!
Η τρελλη ροδια Πϱωινὸ ἐϱωτημστιϰὀ ϰέφι ὰ perdre haleine Σ᾽ αὐτὲς τὶς ϰάτασπρες αὐλὲς ὅπου φυσᾶ ὁ νοτιὰς Σφυρίζοντας σὲ θολωτὲς ϰαμάρες, πέστε μου εἴναι ἡ τρελλὴ ροδιὰ Ποὺ σϰιρτάει στὸ φῶς σϰορπίζοντας τὸ ϰαρποφόρο γέλιο της Μὲ ἀνέμου πείσματα ϰαὶ ψιθυρίσματα, πέστε μου εἶναι ἡ τρελλὴ ροδιὰ Ποὺ σπαρταράει μὲ φυλλωσιὲς νιογέννητες τὸν ὅρθρο Ἀνοίγοντας ὅλα τὰ χρώματα ψηλὰ μὲ ρίγος θριάμβου;
De gekke granaatappelboom Ochtend met vraagtekens Vrolijkheid à perdre haleine Op deze sneeuwwitte binnenplaatsen waar de Zuidenwind waait Fluitend door gewelfde arcaden, zeg me is het de gekke granaatappelboom Die springt in het licht en haar vruchtdragende lach verspreidt Met vlagen en fluisteringen van wind, zeg me is het de gekke granaatappelboom Die schuddend met nieuwgeboren gebladerte in de ochtendstond Alle kleuren ontvouwt de hoogte in met een huivering van triomf? Als in de velden waar de naakte meisjes ontwaken Zij met hun blonde handen de klaver oogsten Op zoek naar de uiterste grenzen van hun slaap, zeg me is het de gekke granaatappelboom Die ongemerkt de lichten legt in hun groene manden Die hun namen van vogelenzang doet overvloeien, zeg me Is het de gekke granaatappelboom die strijdt tegen de bewolkte luchten der wereld?
[pagina 159]
Op de dag dat ze zich in afgunst tooit met zeven soorten veren De eeuwige zon omgordend met duizenden verblindende prisma's, Zeg me is het de gekke granaatappelboom Die in haar ren een manendos grijpt met honderd zweepslagen Nooit treurig, nooit zeurderig, zeg me is het de gekke granaatappelboom Die de nieuwe hoop uitschreeuwt die daagt? Zeg me is het de gekke granaatappelboom die groet in de verte Zwaaiend met een bladeren-doek van koel vuur Een zee hoogzwanger van duizend en één schepen Met golven die duizend en één keer komen en gaan Naar onbetreden stranden, zeg me is het de gekke granaatappelboom Die de tuigage doet knarsen hoog in de heldere lucht? Heel hoog in de lucht met de blauwe druif die gloeit en feest Arrogant, vol gevaar, zeg me is het de gekke granaatappelboom Die met licht de stormen van de demon verbrijzelt midden in de wereld Die wijduit de saffranen kraag van de dag uitspreidt Rijk geborduurd met een veld van liedjes, zeg me is het de gekke granaatappelboom Die haastig de zijden kleden van de dag losknoopt?
[Grieks] Ὅταν στοὺς ϰάμπους ποὺ ξυπνοῦν τὰ ὁλόγυμνα ϰορίτσια Θερίζουνε μὲ τὰ ξανθά τους χέρια τὰ τριφύλλια Γυρίζοντας τὰ πέρατα τῶν ὕπνων τους, πέστε μου εἷναι ἡ τρελλὴ ροδιὰ Ποὺ βάζει ἀνύποπτη μέσ᾽ στὰ χλωρὰ πανέρια τους τὰ φῶτα Ποὺ ξεχειλίζει ἀπὸ ϰελαηδισμοὺς τὰ ὀνόματά τους, πέστε μου Εἶναι ἡ τρελλἡ ροδιὰ ϰοὺ μάχεται τὴ συννεφιὰ τοῦ ϰόσμου; Στὴ μέρα ποὺ ἀπ᾽ τὴ ζήλια της στολίζεται μ᾽ ἑφτὰ λογιῶ φτερὰ Ζώνοντας τὸν αἰὡνιον ἥλιο μὲ χιλιάδες πρίσματα Ἐϰτυφλωτιϰά, πέστε μου εἶναι ἡ τρελλὴ ροδιὰ Ποὺ ἁρπάει μιὰ χαίτη μ᾽ ἑϰατὸ βιτσιὲς στὸ τρέξιμό της Ποτὲ θλιμμένη χαὶ ποτὲ γρινιάρα, πέστε μου εἶναι ἡ τρελλὴ ροδιὰ Ποὺ ξεφωνίζει τὴν ϰαινούρια ἐλπίδα ποὺ ἀνατέλλει; Πέστε μου, εἶναι ἡ τρελλὴ ροδιὰ ποὺ χαιρετάει στὰ μάϰρη Τινάζοντας ἕνα μαντίλι φύλλων ἀπὸ δροσερὴ φωτιὰ Μιὰ θάλασσα ἑτοιμόγεννη μὲ χίλια δυὸ ϰαράβια Μὲ ϰύματα ποὺ χίλιες δυὸ φορὲς ϰινᾶν ϰαὶ πᾶνε Σ᾽ ἀμύριστες ἀϰρογιαλιές, πέστε μου εἶναι ἡ τρελλὴ ροδιὰ Ποὺ τρίζει τ᾽ ἄρμενα ψηλὰ στὸ διάφανον αἰθέρα; Πανύψηλα μὲ τὸ γλαυϰὸ τσαμπὶ ποὺ ἀνάβει ϰι ἑορτάζει Ἀγέρωχο, γεμάτο ϰίνδυνο, πέστε μου εἶναι ἡ τρελλὴ ροδιὰ Ποὺ σπάει μὲ φῶς ϰαταμεσὶς τοῦ ϰόσμου τὶς ϰαϰοϰαιριὲς τοῦ δαίμονα Ποὺ πέρα ὣς πέρα τὴν ϰροϰάτη ἁπλώνει τραχηλιὰ τῆς μέρας Τὴν πολυϰεντημένη ἀπὀ σπαρτὰ τραγούδια, πέστε μου εἶναι ἡ τρελλὴ ροδιὰ Ποὺ βιαστιϰὰ ξεθηλυϰώνει τὰ μεταξωτὰ τῆς μέρας;
[Nederlands]
[pagina 160]
Tussen de petticoats van de eerste april en de cicaden van vijftien augustus Zeg me, zij die speelt, zij die te keer gaat, zij die verleidt En zo de dreiging haar kwade, zwarte duisternis ontworstelt Die in de boezem van de zon de dronkenmakende vogels uitstrooit Zeg me, zij die vleugels opent aan de borst der dingen Aan de borst van onze diepste dromen, is dat de gekke granaatappelboom?
[Grieks] Σὲ μεσοφούστανα πρωταπριλιᾶς ϰαὶ σὲ τζιτζίϰια δεϰαπενταυγούστου Πέστε μου, αὐτὴ ποὺ παίζει, αὐτὴ ποὺ δργίζεται, αὐτὴ ποὺ ξελογιάζει Τινάζοντας ἀπ᾽ τὴ φοβέρα τὰ ϰαϰὰ μαῦρα σϰοτάδια της Ξεχύνοντας στοὺς ϰόρφους τοῦ ἤλιου τὰ μεθυστιϰὰ πουλιὰ Πέστε μου, αὐτὴ ποὺ ἀνοίγει τὰ φτερὰ στὸ στῆθος τῶν πραγμάτων Στὸ στῆθος τῶν βαθιῶν ὀνείρων μας, εἶναι ἡ τρελλὴ ροδιά;	voetnoot* Alle vier gedichten zijn gekozen uit Elytis' eerste bundel, Oriëntaties (1940), waarin zijn poëzie uit de jaren dertig bijeen is gebracht, en wel uit de onderafdeling ‘In dienst van de zomer’. Voor de achtergrond waaruit deze gedichten zijn voortgekomen, zie men De jonge Elytis en zijn werk, in de rubriek Essay.

Vorige Volgende

De Tweede Ronde. Jaargang 6

Vertaalde poëzie

Vier vroege gedichtenGa naar voetnoot*
Odysséas Elytis
(Vertaling Courtine Wit)

Marina van de rotsen

Η μαρινα των βραχων

[Nederlands]

[Grieks]

Leeftijd van de blauwe herinnering

Ηλικια τησ γλαυκησ θυμησησ

Melancholie van het Aegeon

Μελαγχολια του αιγαιου

Η τρελλη ροδια

De gekke granaatappelboom

[Grieks]

[Nederlands]

[Grieks]

Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

vertalers

Vertaalde poëzie

Vier vroege gedichtenGa naar voetnoot* Odysséas Elytis (Vertaling Courtine Wit)

Marina van de rotsen

Η μαρινα των βραχων

[Nederlands]

[Grieks]

Leeftijd van de blauwe herinnering

Ηλικια τησ γλαυκησ θυμησησ

Melancholie van het Aegeon

Μελαγχολια του αιγαιου

Η τρελλη ροδια

De gekke granaatappelboom

[Grieks]

[Nederlands]

[Grieks]

Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

vertalers

Vier vroege gedichtenGa naar voetnoot*
Odysséas Elytis
(Vertaling Courtine Wit)