De Tweede Ronde. Jaargang 4
(1983)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 87]
| |
Vertaald proza | |
[pagina 88]
| |
Uit: Het Huwelijk van Hemel en Hel
| |
[pagina 89]
| |
Een gedenkwaardige verbeeldingToen ik tussen de vuren van de hel rondliep, verrukt door de geneugten van de Genialiteit, door de Engelen beschouwd als kwelling en krankzinnigheid, heb ik enige van hun Spreekwoorden verzameld. Menende dat, zoals de in een natie gebruikte zegswijzen haar karakter aanduiden, zo ook de Spreekwoorden van de Hel de aard der helse wijsheid laten zien, beter dan enige beschrijving van gebouwen en kledij. Toen ik thuiskwam: aan de afgrond van de vijf zintuigen, waar een aan weerszij afgeplatte steilte fronsend uitziet over de huidige wereld, zag ik een machtige Duivel gehuld in zwarte wolken, die tegen de rotskant hing. Met invretend vuur schreef hij het volgende, nu waargenomen door de geest der mensen, & door hen gelezen op aarde: Hoe weet je dat niet elke Vogel die de lucht doorklieft,
Een immense wereld is van genot, begrensd door je zinnen vijf?
| |
Spreekwoorden uit de helLeer in de zaaitijd, onderwijs in de oogsttijd, profiteer in de winter. Jaag je kar en je ploeg over de botten der doden. De weg van de overdaad voert naar het paleis van de wijsheid. Prudentia is een rijke, lelijke ouwe vrijster die het hof gemaakt wordt door Onvermogen. Hij die begeert maar niet handelt, kweekt pestilentie. De doorgesneden worm vergeeft de ploeg. Dompel hem die van water houdt in de rivier. Een dwaas ziet niet dezelfde boom als een wijze ziet. Hij wiens aangezicht geen licht geeft, zal nooit een ster worden. De eeuwigheid is verliefd op de maaksels van de tijd. De bezige bij heeft geen tijd voor verdriet. Uren van dwaasheid worden gemeten door de klok, maar uren van wijsheid kan geen klok meten. Al het gezonde voedsel wordt gevangen zonder net of val. Haal getallen, gewichten & maten te voorschijn in een jaar van schaarste. Geen vogel zweeft te hoog, als hij op eigen vleugels zweeft. | |
[pagina 90]
| |
Een dood lichaam wreekt geen wonden. De meest verheven daad is een ander voor jezelf te stellen. Als de dwaas zou volharden in zijn dwaasheid zou hij wijs worden. Dwaasheid is de mantel van bedrog. Van Trots is schaamte de mantel. Gevangenissen worden gebouwd met stenen van Wet, Bordelen met stenen van Religie. De trots van de pauw is de glorie van God. De lust van de bok is de overvloed van God. De toorn van de leeuw is de wijsheid van God. De naaktheid van de vrouw is het werk van God. Overdaad aan verdriet lacht. Overdaad aan vreugde huilt. Het gebrul der leeuwen, het gehuil der wolven, het geraas van de stormachtige zee, en het vernietigende zwaard, zijn delen van eeuwigheid, te groot voor het oog van de mens. De vos veroordeelt de valstrik, niet zichzelf. Vreugde bezwangert, Verdriet brengt voort. Laat de man het vel van de leeuw dragen, de vrouw de vacht van het schaap. De vogel een nest, de spin een web, de mens vriendschap. De zelfzuchtige lachende dwaas & de fronsende sombere dwaas zullen beiden wijs geacht worden, opdat ze tot gesel dienen. Wat nu wordt bewezen werd ooit slechts verbeeld. De rat, de vos en het konijn zien de wortels; de leeuw, de tijger, het paard en de olifant zien de vruchten. Het bassin bevat; de fontein vloeit over. Eén gedachte vult de onmetelijkheid. Sta altijd klaar om je uit te spreken, en een laag man zal je vermijden. Elk ding waarin geloofd kan worden is een beeld van de waarheid. De adelaar heeft nooit zoveel tijd verloren als toen hij zich onderwierp aan de lessen van de kraai. De vos zorgt voor zichzelf, maar God zorgt voor de leeuw. Denk 's morgens. Handel 's middags. Eet 's avonds. Slaap 's nachts. Hij die heeft toegestaan dat je van zijn goedheid misbruik maakt, kent je. Zoals de ploeg woorden volgt, zo verhoort God gebeden. Tijgers van toorn zijn wijzer dan paarden van onderricht. | |
[pagina 91]
| |
Verwacht gif uit stilstaand water. Je weet nooit wat genoeg is tenzij je weet wat meer dan genoeg is. Luister naar het verwijt van de nar! Het is een koninklijke titel! Ogen uit vuur, neusgaten uit lucht, de mond uit water, de baard uit aarde. Zwak in moed is sterk in sluwheid. De appelboom vraagt nooit de beuk hoe hij moet groeien, noch de leeuw het paard hoe zijn prooi te grijpen. De dankbare ontvanger draagt een rijke oogst. Als anderen niet dwaas waren geweest, waren wij het. De ziel van zoete verrukking kan nooit bezoedeld worden. Als ge een adelaar ziet, ziet ge een deel van het Geniale; heft uw hoofd! Zoals de rups de mooiste bladeren kiest om haar eieren op te leggen, zo legt de priester zijn vloek op de mooiste genietingen. Het scheppen van een kleine bloem is het werk van eeuwen. Doem versterkt: Zegen verslapt. De beste wijn is de oudste, het beste water het jongste. Gebeden ploegen niet! Lofzangen oogsten niet! Vreugde lacht niet! Verdriet weent niet! Het hoofd Sublimiteit, het hart Pathos, het geslacht Schoonheid, de handen & voeten Proportie. Wat de lucht is voor een vogel of de zee voor een vis, is verachting voor de verachtelijke. De kraai wenste dat alles zwart was, de uil dat alles wit was. Overdaad is Schoonheid. Als de leeuw raad kreeg van de vos, zou hij geslepen zijn. Verbetering maakt rechte wegen; maar de kromme wegen zonder Verbetering zijn wegen der Genialiteit. Vermoordt eerder een kind in de wieg dan verlangens te koesteren waar je niet naar handelt. Waar de mens niet is, draagt de natuur geen vrucht. De Waarheid kan nooit verteld worden om begrepen te worden, en niet geloofd. Genoeg! of Te veel. | |
[pagina 92]
| |
De Dichters in de oudheid bezielden alle waarneembare voorwerpen met Goden of Geesten, en ze noemden ze bij namen van, en sierden ze met de kenmerken van bossen, rivieren, bergen, meren, steden, naties en wat hun talrijke & vergrote zintuigen maar konden waarnemen. Vooral de geest van iedere stad & ieder land bestudeerden ze, en ze stelden elk onder zijn innerlijke godheid; Tot een systeem werd gevormd waarvan enkelen profiteerden. Ze maakten het volk tot slaaf door te pogen de innerlijke godheden te verwerkelijken of van hun objecten te isoleren: zo begon het Priesterschap; Vormen van verering kiezen uit poëtische verhalen. En uiteindelijk spraken ze uit dat de Goden die dingen hadden bevolen. Zo vergaten de mensen dat Alle goden huizen in het menselijk hart. | |
Een gedenkwaardige verbeeldingDe Profeten Jesaja en Ezechiël dineerden bij mij, en ik vroeg ze hoe ze zo ronduit durfden te beweren dat God tot hen sprak; en of ze in die tijd niet dachten dat ze misverstaan zouden worden, & zo de oorzaak van misleiding zouden zijn. Jesaja antwoordde: ‘Ik zag geen God en heb er ook geen gehoord in een eindige organische waarneming; maar mijn zintuigen ontdekten het oneindige in alle dingen, en daar ik er toen van overtuigd raakte, & blijf, dat de stem van eerlijke verontwaardiging de stem van God is, was ik onverschillig voor de gevolgen, en schreef.’ Toen vroeg ik: ‘Kan een vaste overtuiging dat iets zo is, het zo maken?’ Hij antwoordde: ‘Alle dichters geloven dat dit werkt, & in tijden van de verbeelding verplaatste deze vaste overtuiging bergen; maar menigeen is niet in staat van wat ook maar zo vast overtuigd te zijn.’ | |
[pagina 93]
| |
Toen zei Ezechiël: ‘De filosofie van het oosten leerde de eerste beginselen van de menselijke waarneming; sommige naties beschouwen het ene beginsel als het oorspronkelijke, & sommige een ander; wij van Israël onderwezen dat het Poëtisch Genie (zoals jullie het nu noemen) het eerste beginsel was en dat alle andere louter waren afgeleid, wat er de oorzaak van was dat we de Priesters & Filosofen van andere landen verachtten, en dat we profeteerden dat van alle goden uiteindelijk bewezen zou worden dat ze van ons beginsel afkomstig zijn & dat ze de vazallen zijn van het Poëtisch Genie; dit was het dat onze grote dichter, Koning David, zo hevig verlangde & zo hartstochtelijk afsmeekt, hij zegt immers dat hij hierdoor vijanden overwint & koninkrijken regeert; en we hadden onze God dermate lief, dat we in zijn naam alle goden van de omringende volkeren vervloekten, en beweerden dat zij in opstand waren gekomen: deze standpunten hebben ertoe geleid dat de gewone man is gaan denken dat alle volkeren uiteindelijk onderworpen zouden worden aan de joden.’ ‘Dit,’ zei hij, ‘net als alle vaste overtuigingen, is werkelijkheid geworden; want alle volkeren geloven in de wet van de joden en aanbidden de god van de joden, en bestaat er een grotere onderwerping?’ Ik hoorde dit met enige verwondering aan, & moet erkennen dat ik overtuigd was. Na het eten vroeg ik Jesaja de wereld haar voordeel te laten doen met zijn verloren werken; hij zei dat niets van gelijke waarde verloren was gegaan. Ezechiël zei hetzelfde over zijn werken. Tevens vroeg ik Jesaja wat hem drie jaar naakt & barrevoets had doen gaan? hij antwoordde: ‘hetzelfde als onze vriend Diogenes, de Griek.’ Toen vroeg ik Ezechiël waarom hij mest at, & zo lang op zijn rechter- & linkerzijde lag? hij antwoordde: ‘het verlangen anderen tot waarneming van het oneindige te brengen: dat brengen de stammen in Noord-Amerika in praktijk, & is hij eerlijk die slechts om redenen van tijdelijk gemak of bevrediging zijn eigenheid of geweten weerstaat?’ | |
[pagina 94]
| |
Hier komt een duidelijk feit: Swedenborg heeft geen enkele nieuwe waarheid opgeschreven. Nu nog een: hij heeft al de oude onwaarheden opgetekend. En dit is de reden: hij sprak met Engelen die allemaal gelovig zijn, & sprak niet met Duivels die allemaal het geloof haten, want dat was hem onmogelijk door zijn opgeblazen ideeën. Zo zijn Swedenborgs geschriften een samenvatting van alle oppervlakkige meningen, en een analyse van de meer sublieme - maar verder niets. Nu nog een duidelijk feit. Een ieder met mechanische talenten kan, uit de werken van Paracelsus of Jacob Boehme tienduizend delen afleveren van evenveel waarde als Swedenborgs werk, en uit die van Dante of Shakespeare een oneindig aantal. Maar als hij dat gedaan heeft, laat hij dan niet zeggen dat hij het beter weet dan zijn meester, want hij draagt slechts een kaars in het zonlicht. | |
Een gedenkwaardige verbeeldingEens zag ik een Duivel in een vuurtong oprijzen voor een Engel die op een wolk zat, en de Duivel sprak deze woorden: ‘God liefhebben is: zijn gaven in anderen te eren, ieder volgens zijn aard, en de grootste mensen het meest lief te hebben: zij die de groten belasteren of benijden haten God; immers, er is geen andere God.’ De Engel werd haast blauw toen hij dit hoorde, maar daar hij zich beheerste werd hij geel & tenslotte glimlachend blank-roze en hij antwoordde: | |
[pagina 95]
| |
‘Gij Afgodsdienaar! is God niet Een? & is hij niet zichtbaar in Jezus Christus? en heeft niet Jezus Christus de tien geboden geheiligd? en zijn niet alle anderen dwazen, zondaars en onwaardigen?’ De Duivel antwoordde: ‘vermorzel een dwaas in een vijzel met koren, en nog zal zijn dwaasheid er niet uit gestampt zijn; als Jezus Christus de grootste mens is, zou je hem het meest moeten liefhebben; luister dan hoe hij de tien geboden geheiligd heeft: spotte hij niet met de sabbath, en daarmee met de God van de sabbath? vermoordde hij niet hen die vermoord werden vanwege hem? hief hij niet de wet op voor de overspelige vrouw? stal hij niet de arbeid van anderen om te kunnen bestaan? legde hij geen valse getuigenis af toen hij naliet zich te verdedigen voor Pilatus? begeerde hij niet toen hij bad voor zijn discipelen, en toen hij ze vroeg het stof van hun voeten te schudden bij diegenen die hen geen onderdak gaven? ik zeg je, er kan geen deugd bestaan zonder deze tien geboden te breken. Jezus was de volkomen deugd, en hij handelde volgens zijn impulsen, niet volgens de regels.’ Toen hij zo had gesproken, aanschouwde ik de Engel, die zijn armen uitstrekte en de vuurtong omhelsde, & hij werd verteerd en steeg op als Eliah. N.B. Deze Engel, die nu Duivel is geworden, is mijn speciale vriend; we lezen dikwijls samen de Bijbel in zijn helse of duivelse betekenis, die de wereld zal krijgen als ze zich goed gedraagt. Ik heb ook de Bijbel van de Hel, die de wereld zal krijgen, of men wil of niet.
Dezelfde Wet voor Leeuw & Os is Verdrukking |
|