De dag voordat ik de alk naar het strand zou terugbrengen kwam Grietje. Ze was nors en afstandelijk. Ik veronderstelde dat het was vanwege de alk en ik zei haar wat ik met hem van plan was. Maar ook dat maakte geen indruk. Ik mocht weer niet tegen haar aanstaan, al had ik ervoor willen betalen. Ze ging zwijgend aan haar werk. Er was iets anders, zag ik, maar ik wist niet wat.
Er was die dag niemand thuis.
Grietje was er, de alk en ik.
Ze wilde het atelier opruimen en ging naar boven. Een poosje hoorde ik haar stommelen, maar na enige tijd werd het stil. Dat viel op. Doodstil werd het in huis.
Langzaam ging ik de trap op.
De alk sprong, trede na trede, mee naar boven.
Ik opende de deur van het atelier en zag Grietje. Ze lag te slapen, half op haar zij, op de kniptafel. Ze ademde zwaar, hoorde ik, het was haast een soort snurken. Ze moest wel doodmoe zijn. Ikzelf zou altijd zijn gaan liggen in de grote mand met stoffenresten. Enige tijd stond ik zo, met de deur nog in mijn hand, in de ban van de vrouw die daar lag. Hobbelend en snuivend kwam de alk toen het atelier in en posteerde zich tegen mijn enkel. Met schokkerige bewegingen van zijn kop keek hij in het rond, alsof hij de zaak kwam inspekteren.
Ik sloot de deur en naderde de kniptafel.
Een vreemd gevoel had zich van me meester gemaakt, een gevoel dat ik nog niet kende maar dat me willoos voortdreef naar de tafel. Zachtjes duwde ik Grietje wat meer op haar rug. Toen gingen mijn handen, met twee tegelijk en zonder dat ik enige macht kon uitoefenen rechtstreeks af op mijn noodlot, dat zij begonnen open te knopen. Ik was me er wel van bewust dat ik iets heel ergs deed, iets onherstelbaars, maar ik kon niet meer stoppen; juist daarom niet.
Hoe kon ik weten dat ik vanaf die middag Grietjes borsten met me mee zou moeten zeulen. Mijn leven lang. Voortaan altijd gebukt zou gaan onder hun last. Atlas, de Titaan, torste één bol.
Het witte vlees...
Ze droeg een flinterdunne, doorzichtige bustehouder die de rondingen volmaakte vorm gaf zonder ook maar iets aan het oog te onttrekken. Ik bracht mijn gezicht er vlakbij en staarde. Het liefst zou ik mijn hoofd ertegen drukken, mijn neus in die spleet... zodat ik geen lucht meer kreeg... die spleet waarin mijn hele hoofd