De Tweede Ronde. Jaargang 4(1983)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 44] [p. 44] Drie gedichten L.F. Rosen Nog eenmaal Arcadia Dit zij slechts opdat schoonheid op schoonheid zal rijmen, ja het al genadeloos van schoonheid zal wezen, geschreven. Mocht zij geheel ontketend verschijnen, of enkel haar schaduw uit het graf zijn verrezen, voordat zij voorgoed uit mijn woorden gaat verdwijnen, uit überhaupt elke taal en streek wordt gewezen, schoonheid zal hiermee nog eenmaal zijn aangekaart als de ware aard van de Poëzie der Sferen. En laat mij dan één woord met in zijn ziel die aard, ik zal hem met ik weet niet wat en hoe bezweren dat hij haar voor een minder trots geslacht bewaart, en laat ons dan blind worden, het spreken verleren! Cassandra Zij sprak van komende dingen en sprak en sprak. Zag o zag allerhand aasgevogelte zwalken. Sprak, sprak, sprak tot het geleek eens ezels balken en ik tureluurs het woordensnoer maar verbrak. Ik hing mijn hete adem achterin haar nek en voorspelde op mijn beurt ons un amour fou. Ze leek geveld en wendde mij haar gezicht toe, een onmiskenbaar kromgesnavelde vogelbek! [pagina 45] [p. 45] De Engel des Verderfs in Griekenland Hij stond erop met zijn last in contemplatie aan de Egeïsche Zee - o wat is die blauw - een week te vertoeven voor hij 't Bitter Verderf oproepen zou in oneindige variatie. Je kon hem langs de waterlijn voor dag en dauw en de eerste uren daarna nog, luid en dikwerf in zichzelf horen herhalen: 't Is eeuwig zonde dat dit niet onverdienstelijk volk zo naïef is. Nog voor de dag in zonneweelde was gesmoord had hem echter het Zoete Verderf al gevonden in de gedaante van de beeldschone Adonis, een engel van het meest verderfelijke soort. Maar reeds is er een nieuwe engel neergestreken die hem hiervoor de vleugels van het lijf zal breken. Vorige Volgende