De Tweede Ronde. Jaargang 4(1983)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 51] [p. 51] Twee gedichten J. Hombergen Manen Dit wankel uit elkaar ontstaan van maan en evenmaan, tot zij elkander zijn ontstegen en, in het stremsel van haar licht, de een de ander ritmisch doet bewegen naar milde voorjaars- golven. Wind schuimt de toppen af, leggend aan dek lusteloze plooien in een hoge bleke vlag. Rust is dit niet, toch weet ik mij gedragen. Als het schip om- valt op kerend tij, gaat een zwaar dansen over de golfslag der dagen. Nu kunnen herstellen bij hun laatste licht maan en evenmaan, die in elkaar vergaan, hun slinkend evenwicht. Het paviljoen Zeewater stroomt beheerst langs mijn hals. Ik ben een kind op een vroege morgen. Ver in zee loert gevaar, maar het strand is gezond en sterk. Behalve ver- afgoding bezit ik geen eigenschap. Als men over geheimen praat, waar zijn ze? Nodeloos welsprekend trekken wolken landinwaarts, geen acht slaand op het zomers paviljoen, dat van liefde verteert. Golven bewaren afstand, vallen terug in zichzelf, atlantisch gelukkig. Vorige Volgende