De Tweede Ronde. Jaargang 3
(1982)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 55]
| |
Voor mijn ouders, veertig jaar getrouwdGa naar voetnoot*
| |
[pagina 56]
| |
Opdat wij de trein naar de toekomst, moeder, niet misten,
smeerde je dagelijks ons brood en zie, zelfs de zoon die niet deugen,
't kind dat wel leren kon maar niet wilde, bleef
je bespaard.
Zoals in Ajalon's dal door een hogerhand se ingreep
Zon werd gedwongen tot stilstand, zo zette jij naar je hand
loop niet alleen van het hele gezin, ook die van
treinen en bussen,
haastig je volgende koopje voor ons tegemoet in de
stad of op weg naar je moeder om die te verzorgen.
Hoogte noch diepte, watersnood, hernia, kon je weer-
houden: hart was te
groot. Daarom reisden wij 's zomers met wie er maar mee wou
in onze Moskwa naar zee - Zoutelande, vakantie.
Drie zaten voor, vier achter, één lag in de koffer -
hoe meer zielen.
Later bergopwaarts. Welvaart had toegeslagen.
Vorarlberg. Wandelen. Alpenwei liefelijk geplunderd:
Paradijs moest ook in eigen vertrouwde omgeving
bloeien. Verwelkte.
Wij vlogen uit, maar toch niet te ver van
't ouderlijk nest werd geland op prachtige banen:
dokters en dominees. Naamdragend kroost ten ge-
pasten tijde, met mate.
Nu, nu de boeren agrariërs, kinderen Beraders der Mensen,
't CDA herrlich weit, past met welgevallen terugzien
op jullie paden voor velen gebaand, elkaars laatste warmte ver-
wonend.
|
|