De Tweede Ronde. Jaargang 3(1982)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 72] [p. 72] Leve de koopvaardij Nelis Klokkenist Zijn halfchinese ogen, de scheiding in zijn haar, de welving van zijn lippen bezorgen mij de staar. Het is net als toen Frankie nog bij de luchtmacht was. Ik mocht zijn nek niet kussen, dus kuste ik zijn das. Ook déze nek te kussen verbiedt een harde wet; maar als er niet zo'n wet was, dan lag hij in mijn bed. Geen nek, das; zelfs geen kussen op kraag of maar revers... Hij leende mij een potlood; daarmee schrijf ik dit vers. Dus kus ik maar het potlood en help het vers aan kant en staar weer naar dat uniform en wat het níet omspant: Zijn halfchinese ogen, de scheiding in zijn haar, de welving van zijn lippen... en vind het leven naar. Wat knaagt er aan mijn hartje - nog steeds die oude worm, of doodgewoon nieuwsgierigheid naar onder dat uniform? Daar zit hij nu. Hoe lelijk is 't ongelukkig span waarmee hij zit te kaarten. Waarom ben ik toch man... Vorige Volgende