De Tweede Ronde. Jaargang 3
(1982)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 187]
| |
Drie gedichten
| |
[pagina 188]
| |
Geen slaap hebben. Homerus. Alle zeilen strak.
Ik las de lijst der schepen door tot halverwege.
Die lange sleep van broed, die eens als opgestegen
kraanvogeltrek van Hellas' kust opbrak.
Waar zeilt uw vaart, een wig van kranen, heen, -
het goddelijke schuim om vorstelijke hoofden, -
wat verre grens? Zo 't u geen Helena beloofde,
Achaeïsch mannenvolk, wat ware u Troje alleen?
Homerus, baren - liefde doet het al bewegen.
Wie schenk ik dan gehoor? Homerus laat het woord
aan zwarte zee, die bruisend en retorisch voort-
stuwt met gedragen golfdreun mijn peluw tegen.
(1915) | |
[pagina 189]
| |
Van smalle wespen het gewapend oog
Die aan de as der aarde, as der aarde zuigen
Aas ik op alles en van laag tot hoog
Wil ik om niet en uit het hoofd getuigen
Ik schilder niet, ik zing niet en ik strijk
Geen zwartgestemde stok aan gene zijde
Ik drink alleen het leven in en lijk
De machtig slimme wespen te benijden
O kon ik ooit, vermijdend slaap en dood,
De zonnewarmte en het ochtendgloren
Verlaten zelfs door het laat avondrood
De as der aarde, as der aarde horen...
8 februari 1937, Vorónjezj |
|