Deze Janus Bifrons ontstond in 1974 in Rome toen ik (uit twee toevallige kleurvlakken) voor een vriendin de mengbaarheid van acrylverven probeerde te demonstreren. Achteraf gaf ik hem namen als De vertaler en Tweelingen. Het belendende Junius (Gimini...) schreef ik in 1981 op verzoek van Cees Aarts voor zijn Letterkundige Almanak voor het Willem Elsschotjaar 1982, omdat ik in juni van dit jaar de halve eeuw vol zou maken. Eusebius en Florestan zijn de twee uitdrukkingskarakteristieken van de bezonnene en de onstuimige die beurtelings in Davidsbündler (op. 6) en in Carnaval (op. 9) van de junimens Robert Schumann ‘aan het woord’ komen. (MF)