De Tweede Ronde. Jaargang 3(1982)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 37] [p. 37] Nederlandse poëzie [pagina 38] [p. 38] Twee gedichten Maarten Doorman Een lome regen versluiert de verten, vermoeit me tot in het merg. Zie, mijn tenen (waar ik eens op liep) verwortelen in de vette klei; wat bewegen is, veranderen, kan ik me niet meer herinneren. Het is niet erg; want zie, mijn horizon beperkt zich tot een rij popels in de berm: achter elke boom staat een andere. [pagina 39] [p. 39] Rust krijgt het land in kanalen en vaarten, in hun rechtlijnigheid. Verandering van richting is geen kleinigheid. Een knik van een vaart, van een kanaal, heeft bij het voortgaan verstrekkende gevolgen. Populieren wijzen daar al op: wolken wissend, langzaam en golven. Gestrekt trekken strepen het landschap strak, geen beurtschipper schendt het oppervlak. Kanalen en vaarten, alles verbindend in opengewerkte weidsheid. De brugwachter en de sluiswachter bedienen oneindigheid. Vorige Volgende