‘Pap, pap, is alles goed nietje?’ Hij zat inmiddels weer op zijn knieën en wreef over zijn kaak.
‘Ja jongen, met mij is alles goed. Maak je over mij maar geen zorgen, kleine reus van me, met mij is alles goed.’ Hij klom wankel overeind en liet me daar achter, terwijl hij door het slijk omlaag strompelde naar de ene eenzame straatlantaren die het begin van ons oprijpad verlichtte. Ik zag hoe hij treurig in de richting van het huis van Bernie liep, waar hij verzekerd kon zijn van een opkikkertje en een gewillig oor voor de gruwelijkheid van zijn lot.
Mijn moeder snapte natuurlijk wel dat hij waarschijnlijk naar Bernie ging om er samen voor de troost nog een stuk of wat achterover te slaan. Na zo'n uur was ze wat gekalmeerd, zij het nog altijd bereid om de strijdbijl zo nodig onmiddellijk weer op te graven. Maar ze begon te vrezen dat ze haar man misschien wel letsel had toegebracht, trok haar regenjas aan, pakte de zaklantaren en ging op pad door het duister.
Mijn vader was inderdaad van plan geweest om naar Bernie te gaan, alleen hij kwam niet zo ver.
Bernie woonde aan de lage kant van de weg; overdag kon je pal op zijn dak kijken. Je kon daarboven zelfs zien hoe Bernie of een van de vrouwen die de rest van zijn gezin vormden de voordeur uitkwamen om naar de naast het huis gelegen plee te gaan. Een kronkelende trap van grofgehouwen stenen overbrugde de dertig meter die het huis van de weg scheidde.
Mijn vader sloeg enkele meters te vroeg van de weg af en dook loodrecht in een pianokist. Ja, een pianokist, zo'n krat voor het vervoeren van piano's dat Bernie ergens gevonden had en ondersteboven van de rand van de weg had laten vallen om te bewaren, met het oog op het buitengewoon fraaie hout dat zo geschikt was voor ooit te vervaardigen tuinmeubels. De kist was in een dicht struikgewas blijven steken, zo'n drie meter beneden de weg. In deze kist nu kwam mijn arme vader terecht en hij merkte dat hij muurvast zat, met hoofd en schouders onwrikbaar in de smalle kant van de kist geklemd.
Hij begon Bernie te hulp te roepen. Maar zijn geschreeuw werd overstemd door de regen, die neerkletterde op het golfijzeren dak van het huis beneden. Pas toen een van Bernie's dochters zich de deur uitrepte om over te wippen naar de plee werd zijn hulpgeroep gehoord. Bernie kwam in een regenjas en gewapend met een zaklantaren zijn trap oplopen.