De Tsjerne. Jaargang 21

[p. 102]

Lyts Frisiana:

Great potinsieel, lytse waeksdom:

‘De Friese samenleving (is) een halfhartig geheel, weifelend tussen een mytisch eigen cultuurpatroon en de rol van provincie van Nederland. Die samenleving (is) uitermate weinig tolerant, voorzover ze dan Fries is. De rol van de kunst als symptoom van spanning en ontwikkeling wordt nauwelijks ergens erkend. Dit betekent dat de Friese kunst en de Friese kunstenaar eigenlijk alleen maar in leven kunnen blijven dank zij de voortdurende infiltratie vanuit de Randstad Holland. De Friese kunst is niet in statu nascendi, maar in statu morendi; uitsluitend in leven blijvend dank zij de gaten in de Friese isolatie die anderen binnenlaten. Er is een groot potentieel, maar er komt weinig tot volle wasdom.’

Marten Brouwer yn bla bla, orgaen fan de Stichting de blauwe hand, oktober 1965.

Hoesa grotesk?

‘Wy binne suver allegear noch hwat forgulde mei it groteske ôfskied dat dr. Van der Wielen fan allerhanne heechheden en ek fan it officium meikrige.’

Rein Boomgaardt yn De Stim fan Fryslân, 22 desimber 1965.

Kleureblyn?

‘Tenslotte exposeert Piet Holstein ook. Hij hing tevoren in de Harlinger Rode Hand.

Wim Klinkenberg yn artikel Friese Koerier 24 desimber 1965.

Dreech skeppingswurk:

‘Wist U dat Friesland het beste land ter wereld is? God schiep hemel en aarde in zes dagen, toen rustte Hij een dag en toen deed Hij nog een week over Friesland.’

Ds. Sinte Wilman foar televisy tsjin Willem Duys op 21-1-'66.

Kontra leafdedea:

‘De in de moderne friese literatuur nog telkens weer optredende figuur van het meisje dat ten gevolge van een mislukte liefde sterft, moet als een overblijfsel van een ongezonde romantiek en als in strijd met de werkelijkheid, worden afgewezen.’

B. de Boer yn stelling IX fan syn dissertaesje Studie over het dialect van Hindeloopen (1950).

Flaemsk en frij:

‘De Zuidnederlandse literatuur die noodgedwongen een tijd lang een literatuur van letterbeoefenaars was, een literatuur van filologen en van mandarijnen, is nu werkelijk geworden een volledig gevarieerde uitdrukking van al de lagen van onze maatschappij, zoals het hoort en in haar beste vertegenwoordigers heeft zij veel meer dan vroeger een internationaal gehalte.’

Marnix Gijsen yn Zelfportret, 1965.

Fjouwerhoeksforhâlding:

‘Ik ben wettig getrouwd aan het leraarschap, met twee buitenechtelijke liefdes, de litteratuur en de muziek.’

Anne Wadman yn in fraechpetear mei der clercke cronike, 21 jannewaris 1966.