Marguerite Duras, Le Vice-consul
Het fragment begint op het moment dat Peter Morgan stopt met het schrijven van een boek over een bedelares. Duras gaat nu verder met een beschrijving van Morgan. Hij woont in het amvbassadecomplex van Calcutta. Het is één uur in de morgen (nacht). Hij verlaat zijn kamer. De geur van Calcutta 's nachts, klei, saffraan. Hij zoekt de bedelares achter de keuken van de ambassade waar ze 's nachts in de vuilnisbakken op zoek is naar eten. Ze is er niet.
Morgan heeft het verhaal van de bedelares gehoord van Anne-Marie Stretter. De bedelares is zeventien jaar geleden, als jong meisje, vertrokken uit Tonle-Sap in Cambodja. Verstoten door haar familie omdat ze zwanger was. Een zwerftocht, alleen en te voet naar Calcutta (toeval!) Anne-Marie Stretter vertelt over de verkoop van een kind, tien jaar geleden in Savanakhet, Laos. Dat zou het kind van de bedelares kunnen zijn. De data kloppen niet.
De beschrijving van de bedelares die bij toeval, na jaren lopen, terechtkomt in de buurt van de ambassade en de aanwezigheid van Morgan in de ambassade. Mensen die elkaar niet zullen ontmoeten, wel vlak bij elkaar in de buurt zijn. Ze komen uit volkomen andere werelden, zijn zich wel en niet bewust van elkaars aanwezigheid. De warmte, de nacht, de moesson maken alles onwezenlijk. Een prachtig sfeerbeeld, vooral als je zelf de moesson en de geur van het land hebt gevoeld en geroken.
Marcelle Moret, docent Frans