Anna Enquist, Het meesterstuk
Het gaat om de passage naar aanleiding van de dood van het dochtertje van de hoofdpersoon, Saar. Ellen, de moeder van Saar, is bezig de liefste kleren van haar overleden kind en de spulletjes waar ze aan gehecht was, bij elkaar te zoeken. Vervolgens gaat ze naar het ziekenhuis, om samen met een verpleegster haar dochtertje aan te kleden voordat ze in de kist gelegd wordt.
Anna Enquist beschrijft de handelingen en de gevoelens zo mooi en integer, zo vol emotie en liefde dat bij mij (ik beschouw mezelf als tamelijk nuchter en ik ben niet snel geëmotioneerd) de tranen over de wangen liepen bij het lezen van deze passage: het uitkiezen van de kleren, het kijken naar en het beschrijven van het dode kind, het aankleden en het vasthouden van het koude lichaam en dit vergelijken met een dag tevoren toen het nog warm en roze was, het meegeven van het eigen gouden kettinkje, de woede en het onbegrip van Ellen en uiteindelijk het zingen van een slaapliedje en de belofte aan Saartje om het licht aan te laten.
Ik kreeg weer kippenvel toen ik de bladzijden herlas, waarschijnlijk stelde ik me weer voor hoe het zou zijn als ik Ellen was en een van mijn kinderen moest gaan begraven.
Ineke Mantelaers, vertaler