Connie Palmen en dat vond ik fijn omdat ik mijn mening na De vriendschap, die ik na De wetten analyseerde, weer moest herzien.
In De vriendschap draait het om verbintenissen. De vriendschappen tussen mensen, de afhankelijkheid van mensen van elkaar en van verslavende middelen en vooral die verbintenis tussen hart en hoofd, gevoel en verstand. De mens bestaat volgens personage Kit uit twee tegengestelde onderdelen, namelijk lichaam en geest. Deze twee zijn wel verbonden en kunnen niet los van elkaar. Zo is het denken gevoelig en het hart verstandig. Daar waar in De wetten het lichaam minder van belang wordt geacht of zelfs wordt ondergewaardeerd bij het verstand, daar speelt het lichaam in De vriendschap een veel grotere rol. Kits vriendin Ara spreekt met haar lichaam en gaat af op haar gevoel.
Kit en Ara zijn bijna het tegenovergestelde van elkaar, maar juist de tegenstellingen maken dat ze niet zonder elkaar kunnen. Later in het boek ontdekt Kit echter ook wat haar al die tijd dwars heeft gezeten in haar relatie met Ara. Ara kan niet van haar houden zonder haar te wantrouwen, terwijl Kit totaal van haar afhankelijk is. Dit is een van de grote conclusies die Kit aan het einde van het boek kan trekken; de mens kenmerkt zich doordat hij afhankelijk is van anderen en hij door anderen betekenis krijgt.
In De wetten komt dit vraagstuk ook naar voren. In dit boek hebben de ideeën van Plato, Jean Paul Sartre en Michel Foucault een belangrijke rol gespeeld. En ook hier verandert Palmen nog wel eens van mening. Zo verandert ze eigenlijk een beetje van principe door van Sartre op Foucault over te stappen: ‘Ik was blij dat ik van mijnheer Foucault niet zo vrij hoefde te zijn als van Mijnheer Sartre en ik ruilde met een gevoel van verlichting mijn oude ziel in voor een nieuwe.’ Ook hier speelt de afhankelijkheid een rol, want zowel Kit als Marie voelen zich niet vrij. Ze zijn juist afhankelijk van mensen waar ze bij horen, waar ze mee samen leven en van leren.
Foucault bedacht een theorie met
Opdracht: Maak een zelfportret van papiersnippers / Eline Strik
betrekking tot dit onderwerp. Hij meende dat alles alleen maar bestond in verbanden en in relatie met elkaar. Iets kan niet op zichzelf bestaan. Een mens krijgt pas betekenis door zijn medemens. Dit wil zeggen dat de mens in zekere zin afhankelijk is van anderen. Want zoals Foucault beweert, zou niemand kunnen bestaan zónder die ander.
Ik denk dat dit het meest essentiële is voor de boeken van Palmen. Neem de vriendschap tussen Kit en Ara. Op een gegeven moment beseft Kit dat ze niet meer zonder Ara kan, dat ze zonder haar minder waard is. Dit veroorzaakt bij haar een schok omdat ze dat eigenlijk niet wil zijn, zo afhankelijk van een ander en op jezelf amper iets. Toch beseft zij dat het waar is en dat het niet anders kan. Ook Marie heeft die ander nodig, die zeven mannen die de wetten al van zichzelf kennen en niet van anderen hoeven te leren. Marie ontleent haar eigen betekenis aan hen.
Ook in andere literatuur begon ik te letten op hoe het nu zit met afhankelijkheid en of je echt pas betekenis krijgt door je medemensen. Ik kwam erachter dat het inderdaad vaak zo is als Connie Palmen het schrijft en ik merk het ook in mijn eigen leven. Zonder mijn beste vriendin en mijn vriend ben ik minder waard. Ik beteken iets voor hen en daaraan ontleen ik mijn identiteit. Wie afzonderlijk is en alleen en nergens in past, heeft geen betekenis.