[Nummer 2]
Tsjip
‘Haar wens werd vervuld en gewichtig zei Jet tegen tante Van Marle:
“Ik heb krans vanmiddag, niemand mag binnenkomen.”
En zo zaten zij dan weer bij elkaar net als altijd: Jet, Jeanne, Noes en Lien met Maud ter opluistering en zij konden zich niet voorstellen dat het voor het laatst zou zijn, want Jet was als altijd de vrolijkste van allen.
[...]
't Was de laatste maal geweest dat de meisjes haar zagen, want 's avonds kwam de koorts weer opzetten, heviger nog dan de vorige maal. Meneer van Laar en zijn zoon stonden er machteloos bij. Nog enkele dagen ging 't op en neer. Zij sprak niet veel meer, ééns nog vroeg ze naar de datum en een andere keer zei ze dat ze hoopte dat 't mooi weer zou zijn als ze begraven werd.
Dat was alles.
De tweede december stierf zij, zonder pijn, geheel bij bewustzijn. Niemand was erbij dan Huug en Karel van Laar. 't Was net op haar verjaardag.
[...]
Die avond boog Noes, die net iets gekalmeerd was, weer schreiend het hoofd over het Nieuws van de Dag. 't Stond er zo droevig: “Heden overleed op haar zeventiende verjaardag, onze geliefde Pleegdochter en Zuster, Henriëtte van Marle.”
Uit: Top Naeff, Schoolidyllen. Amsterdam: H.J Becht, z.j., zevenentwintigste druk, p. 201/202/206.’